Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1(1900)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 162] [p. 162] ‘Licht!... Licht!... Lass mehr Licht einkommen!...’ (Kreet van Göthe op zijn sterfbed.) Zij doorvorschen diepe boeken, vol godloochening en vloeken, om er 't heimlijk woord te vinden, dat de raadsels mag ontbinden, rijzend uit den donkeren schoot van het leven en de dood. En daar is een open Schrift, door eenvoudige hand gegrift, uit wiens heldere hoogte een God reikt de sleutels van ons lot;... maar 't vernuft der filosoven wilt op duivelsvlerk naar boven. En ze wroeten en ze zoeken door hun listige lasterboeken; en ze zoeken en ze ziften een systeem uit al die schriften: en dan schrijven zij hun boek vol waanzinnig doolgezoek. En daar is een vast Systeem, niet gebouwd op kwelm en kleem, [pagina 163] [p. 163] maar geworteld in de rots der onwrikbre Waarheid Gods: 't vroom Geloof der vrije zielen die godvreezig nederknielen. Maar d'hooveerdige filosoven zullen buigen noch gelooven: liever laf hun adelaarspennen en hun goddelijke inborst schennen; liever strompelen door den nacht van hun heilloos droomgedacht, dan den blik te slaan naar 't Licht dat de zonnen heeft gesticht; - dan te volgen, vroede en fier, de onverwinbre Kruisbanier; - dan de zetelen in Gods glorie op den dag der Eindvictorie. Maar de trots der filosoven, die een Eden dierf beloven, kan, tot heul, aan de arme lieden niets dan den revolver bieden; aan hun eigen dorrend herte knaagt een diepe kankersmerte: Göthe's kreet in stervensnood legt onheelbre wonden bloot. ............. Glansomkroonde Kristenleere! zegen van den zoeten Heere, Die langs al zijn wandelpaden strooide een schat van wonderdaden en van hemelsche genaden! Drijmaal heilig Evangelie, roodgeverfd in de martelie van den Kruisgod en van scharen [pagina 164] [p. 164] serafijnsche martelaren, talloos als de zee heur baren! U, voorwaar, zal 't volk gelooven, tegen 't woord der filosoven, die uw nimbe willen dooven en uw zielenscepter rooven, doch geen anderen grondsteen geven aan hun stelsels hoogverheven dan hun tuchtloos modderleven en den afgrond zonder licht van hun uitgeboord gezicht. Op Sint-Pietersdag. F. Mariman. Vorige Volgende