Pas eenige weken geleden verkondigden de liberalen met zichtbare blijdschap den fiasco van het Anno Santo. En zie. April is daar: het volk stroomt toe, de gasthoven zijn overal opgepropt, bij zoo ver dat de prijzen al met eens van 4 à 6 fr. verhoogd zijn; de kerken en openbare plaatsen zijn zwart van volk; rijtuigen en trams worden stormerhand ingenomen.
Tijdens het verblijf der Belgische Bedevaart, schatte men het getal vreemdelingen te Rome op ongeveer 150,000 man.
Nu eindelijk bekennen de liberale dagbladen, de Corriere d'Italia aan 't hoofd, dat hunne voorzeggingen leugenachtig bevonden worden.
Welk een voortreffelijk schouwspel is het niet de godvruchtige oefeningen gade te slaan van geloovigen uit alle landen, Belgen, Duitschers, Hongaren, Slaven, die in hunne eigene taal den Heer komen aanroepen in de groote Basilieken te Rome! Welk een verrukkend tooneel eenen blik te werpen op de duizende en duizende christenen die vol blijdschap en geestdrift den H. Vader deze dagen kwamen toejuichen toen Hij in St. Pieter nederdaalde om zijne kinderen van alle natiën te zegenen. Onze Belgische broeders waren er zienlijk van getroffen en de gedachtenis dier zielroerende plechtigheden zal hun voorzeker lang bijblijven.
De Belgische bedevaarders zijn tevreden vertrokken, zij hebben hier goede dagen in heilige vreugde beleefd. Het weze mij nochtans toegelaten eene bemerking te maken. De inrichters van de Bedevaart zouden wat beter hunne beloften moeten houden wat aangaat het geleiden der beevaarders. Het weze gezeid tot lof van de jongere geestelijkheid van Rome, de studenten van 't Belgisch Collegie en andere: zij deden al wat in hunne macht was om hunne Belgische broeders met raad en daad te helpen. Maar 't is van wege de inrichters dat ik hier iets meer verg en namelijk voor onze Vlaamsche broeders. Als de tweede dag van hun verblijf reeds aanbrak waren er verscheidene Vlamingen die nog St. Pietersplaats niet verlaten hadden omdat zij niemand vonden om hen te geleiden.
Door bemiddeling van Z.H. Mgr. Heylen, Bisschop te Namen, heeft een jonge priester van 't Orde der Norbertijnen, E.H. Nouwens, het zich op hem genomen als gids voor de Vlaamschsprekenden te dienen, en aanstonds waren er een honderdtal die hem gedurende drie dagen gevolgd