Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1(1900)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 263] [p. 263] † Guido Gezelle. Hoe stonden de idealen, 't hoofd gebogen, Om 't dor gebeent van die in Dietsche taal, In lied op lied hen neerriep uit den hoogen, Hun priester met zijn gouden offerschaal. Want, ja, een tempel Gods,... een kathedraal Was zijne kunst,... en wierookwolken togen Er geurende om,... en machtig lofkoraal Klonk langs de hooggeheven, marm'ren bogen... En altijd trilde er door 't mijstieke duister De vlam der godslamp,... hemelstille luister, Die in het goud der ornamenten viel. - o, Hoe daar werd geloofd, gehoopt, gebeden! .................. Zijn Vlaanderen, gij, wil eerbiedvol betreden 't Verlaten heiligdom dier dichterziel. Groesbeek, 25 Jan. 1900. H.J.M. Donders. Vorige Volgende