Dietsche Warande. Jaargang 8
(1869)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Auteursrechtvrij
[pagina 94]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mengelingen.MICHIEL VAN DER VOORT. - In de eerste dagen van Februari ontsliep te Brussel, na het ontvangen der HH. Sakramenten, Michiel Jozef Theodoor van der Voort, geboren te Andwerpen, den 18n Juli 1812. Den 11n, ten 3 ure des namiddaags, heeft de begrafenis op het kerkhof van St Joos-ten-Noode plaats gehad. De slippen van het lijkkleed werden gedragen door Conscience, Gerrits, Jottrand, De Laet, Van Beers en Stroobant. Vele andere zuid-nederlandsche letterkundigen waren er tegenwoordig: vlaamsche maatschappijen en dagbladen waren er vertegenwoordigd. Ook Noord-Nederland had daar niet mogen ontbreken. Nolet, zoo ver ik zie, was de eenige Hollander; en deze woont een menschenleeftijd in Brussel. Het is niet zonder aandoening, dat ik van dit overlijden in dit tijdschrift melding wil maken. Michiel van der Voort was een wakker, vaderlandslievend man, met een oprecht hart, een vrij en krachtig woord op de tong, en in het bezit van eene onvermoeide hand ter verdediging van hetgeen hij voor waar en goed hield. Geenszins met aardschen rijkdom bedeeld, was hij bereid ook het weinige dat hij bezat ten offer te brengen voor de zaak, die hij diende. Hij was een man. Hij heeft door het vestigen van vlaamsche genootschappen, het moedig beklimmen van vlaamsche tribunen, het schrijven van vlaamsche strijdschriften en ander letterwerk, uitmuntende diensten aan het nederlandsch element in Belgiën bewezen. Daarvoor zij hem dank en eere! ‘Gezellig en gedienstig van aard,’ zegt de Eendracht, ‘telde Michiel slechts vrienden onder de Flaminganten, die allen, zonder onderscheid van denkwijze, hem hunne achting en sympathie niet spaarden’. Bij het nadrukkelijk verzet tegen de belgische regeering in het voorjaar van 1858, was het geen wrevelmoed noch revolutionaire drift, die hem leidde. Hij weigerde zijne belastingen te betalen, op grond dat hem de aanslagen in het Fransch werden thuis gezonden. Hij meende, dat van een Vlaming niet moest gevergd worden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 95]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eene vreemde taal te leeren, alvorens zich van zijne burgerplichten te kunnen kwijten. De kosten van het rechtsgeding, uit deze beweering ontstaan, werden gedekt door eene nationale inschrijving. Hij heeft getrotseerd, dat men zijn inboedel voor zijne deur bij exekutie verkocht. Hij gaf blijk van een moed, die, in onze dagen van lafheid en zedelijke platheid, u de tranen uit de oogen doet spatten. Hij was wat liberaal, maar behoorde tot de zulken waarvan mijn goede oude vriend David verschoonend zeide: ‘'t zijn nochtans goede jongens!’ Op een Kongres, waar wij een lans met elkaâr gebroken hadden, kwam hij, na de vergadering, op mij af (ik zie hem nog met zijn groote ronde oogen, zijn sijn beengestel, zijne door de hitte van den redestrijd rose-getinte bleekheid), en mijne hand grijpende met zijne tengere en toch krachtige rechter, zeide hij: ‘Gai zait 'nen ruden jouteur, Menier Alberding!’ Al de diplomaas onzer meerendeels temerige en slemerige nederlandsche genootschappen zijn mij zoo veel niet waard als die handdruk en die schilderachtige casus emphaticus van den moedigen en eerlijken strijdgenoot! God geve zijn ziel het licht zijner Eeuwigheid! Jos. A.A.Th.
LA CLEF DE VOUTE DER SCHOONE BOUWKUNST. - Sommigen klagen, dat de architekten het geheim verloren hebben, waardoor hunne gebouwen op den lof van het geëerd publiek en zijne organen aanspraak hebben. Anderen zeggen, dat in tegendeel de zin, de vatbaarheid voor architektonische indrukken bij het publiek meer en meer verloren gaat, en dat hieraan de weinige bewondering is toe te schrijven, waarmeê nieuwe gebouwen worden geaccueilleerd. Het Handelsblad beschaamt, in zijn nommer van 1 Dec. ll., beide stellingen. Het bespreekt namelijk het nieuw gebouwde Amstel-hotel en geeft er veel lof aan: daar zijn er dus nog die architektoniesch gevoel hebben; maar daar zijn er ook met architektonische scheppingskracht: het Handelsblad geeft daarvan getuigenis, door te wijzen op genoemd hotel. Une vérité nommée est une vérité connue, zegt Fontenelle. Het Handelsblad heeft de zon maar aan te wijzen, opdat ieder zegge: ‘de zon schijnt’; hier. is alle betoog overbodig. Het Handelsblad noemt de hoedanigheid, waardoor het hotel den lof geheel rechtvaardigt, dien het orgaan er aan geeft: ja! - ‘het hotel zal beantwoorden aan het doel, dat de ontwerpers zich hebben | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 96]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voorgesteld’. Waardoor? - Ik ga het geheim u mededeelen - vertrouwend op uwe diskretie: - - - ‘door zijne doelmatigheid’. R.
ÆSTHETIEK, BUITEN REKENING? - Het Handelsblad maakt, in zijn No van 21 Dec. -66 de opmerking, dat, bij de examens der aspiranten voor het geven van lager onderwijs, de vrouwen (blijkens de provinciale verslagen) een grooter getal goede merkjens krijgen dan de mannen. In de meeste provinciën werd meer dan de helft der aspirant-onderwijzers afgekeurd, terwijl in bijna alle het grootste gedeelte der ‘geexamineerde dames’ aan de gestelde vereischten voldeed. ‘Daar, natuurlijk,’ zegt het Handelsblad, ‘aan meerdere courtoisie, toegevendheid, galanterie of hoe men het noemen wil, van de zijde der examinatoren, bij een zoo ernstig onderwerp als het onderwijs, niet gedacht mag worden, kunnen wij het verschijnsel niet anders verklaren, dan uit de meerdere bevattelijkheid en practischen geest der vrouw.’ Dat natuurlijk is onbetaalbaar. Wel neen! een examinator (en je hebt er rare gasten onder) examineert, ‘natuurlijk’, zoo graâg een armen tobbert zonder geheugen, die op zijn 35e jaar den hoofdonderwijzersrang nog maar niet halen kan, als een lief, vif, twintigjarig meisjen. Hij ontwaart niets, niemendal, van de verlegenheidslonkjens, de glimlachjens van vertrouwen, de hulpsmeekende stembuiging, den betooverenden blos van de jeugdige would-be-goevernante. Daar merkt zoo'n man niets van; daar is hij immers een schoolopziener en wetenschappelijke specialiteit. voor! Dat was alleen maar anders bij de oude Grieken, als daar Helena of Phrynee (en dat waren nog maar schoone overspeelsters of lichtekooyen) zich vertoonden, dan ging er een rillende betoovering door de rijen der Heliasten en den raad der. ouden; dan krulden de grijze baarden zich op, en de bedaagde wijsheid erkende zich geslagen door den scepter van het schoon. Mijne schoolopzieners zitten, dunkt mij, in een mal parket, nu ik dit onderwerp ter sprake breng. Zij weten zich te keeren noch te wenden. Eenstemmig sluisteren zij echter, dat het Handelsblad veel te goede gedachten van hen heeft. En inderdaad wanneer wij den invloed der schoonheid op het hartslederen gemoed der schoolopzieners aannemen, komen wij tot de volgende rezultaten: zie hier de orde der intensiteit, waarin | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 97]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de schoonheid der jeugdige sekondanten en huisonderwijzeressen op onze cijfermeesters, zoölogen, spraakkunstenaars en verdere plakmonarchen gewerkt heeft. Groningen, het ijzig Noorden, vleit zich met de palm: omdat 94% der jonge maagden zijn toegelaten; maar Groningen is in 't algemeen rekkelijk; immers ook 70% der schoone geesten, die in paletot en pantalon steken, zijn met hartlijkheid verwelkomd. Deze algemeene humaniteit of toegeeflijkheid moet dus eerst van de som worden afgetrokken en dan krijgen wij de volgende verhouding: Het strenge Noord-Holland, het weêrbarstig Haarlem is, betrekkelijk, zeer lief geweest voor de schoone sexe. Het getal der toegelaten meesters bereikt maar iets meer dan de helft van dat der verwelkoomde dames (een en ander in verhouding tot het getal kandidaten); maar de zuidelijkste gewesten spannen hier, natuurlijk! de kroon: Limburg en Zeeland; Zeeland vooral: 40% der jonge mannen hebben zich maar door het net der strikvragen van Heeren onderzoekers kunnen heenwerken; en 87% zeeuwsche juffertjens, in tegendeel, hebben de goed ronde zeeuwsche deskundigen weten te vermurwen. Als Bellamy nog leefde, hij schreef een rijmeloos vaers op deze handige ‘Fillisjens’: trouwens ze zijn in de school van den goeden Vader Cats geweest en die leit alles zoo haarsijn uit, dat het overwinnen te Middelburg niet langer moeilijk valtGa naar voetnoot1. Maar - in allen ernst - wanneer zal men toch eens het onwelvoeglijke inzien van het onderzoek, dat door de onbeschaamdste helft van het menschdom wordt ingesteld naar de kapaciteiten van jonge vrouwen? | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indien ál uwe scholen, en ál uwe examens, en ál uwe diplomaas nog niet in elke provincie een zestal vrouwelijke wezens hebben kunnen scheppen, in staat om jonge onderwijzeressen te examineeren en attesten van bevinding uit te reiken - zijt ge dan wel, Heeren, een knip voor uw neus waard, na de bediening van al de pijnbanken waarop gij vrouwelijke schaamte nu al sints 60 jaren gewoon zijt uit elkander te schroeven; na de verspilling van al den balsem, dien uw eigenaardig medelijden, bij uwe examens, over de mooiste of agaçantste pleegt uit te gieten? M.
POLITIEKE ZIN = BESCHAVING. Opkomst der kiezers voor de gemeenteraad-verkiezingen, percentsgewijs. - Onze moderne staatslieden meten den lof, dien zij aan de beschaving eener bevolking geven, af naar de politieke opgewektheid. Ziehier een statistiesch verslaagjen, ontleend aan het Handelsblad van 6 Dec. -66, vermeldende:
Noord-Holland - Amsterdam, Haarlem - (de bakermat van Lourens Coster), de Zaanstreek met hare wakkere fabrikanten, Hoorn en Alkmaar met veeteelt, kaasmakerij en groentetuinen, de Helder met zijn havens en werven, - zijn dus flambés. R.
VOEGZAAMHEID. - Onze eeuw munt uit, bij alle rangen en standen, door een fijn gevoel van voegzaamheid. Wij hebben, ter zijner tijd, verhaald van een geschenk aan een Koninkl. bruiloftspaar, gevonden uit de opbrengst van den jeneveraccijns; van een passend geschenk, aan een boerenmensch gemaakt door het Hof van Rusland. Nu weder hebben wij te konstateeren, dat toen onlangs te | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Steyb-Tegelen, in het Limburgsche, brand was geweest, een inwoner van die plaats, om den ijver der spuitgasten te beloonen, hun een fraayen bloemruiker heeft aangeboden. Sommige nietafschaffers beweeren, dat, als de belooning bij streeling van de neus had moeten blijven, de welwillende inwoner de wakkere gasten dan toch nog liever aan een kruik Schiedammer had moeten laten ruiken. Maar deze niet-afschaffer mist blijkbaar alle sentiment des convenances. Handelsblad, 23 Nov. Onze Steyb-Tegelaar heeft blijkbaar den rang zijner provincie in ons bovenstaand lijstjen trachten te rechtvaardigen. R.
DE KRUISWEG VAN DE ST MARTINUS KERK te Groningen. - Onder de talrijke bewijzen, die men voor den reeds gemaakten vooruitgang der christelijke kunst in ons vaderland kan aanvoeren, behooren ongetwijfeld de verschillende Kruiswegontwerpen, die men in verscheidene kerken heeft uitgevoerd. Wellicht kunnen wij in een volgende aflevering een geheel artikel aan dat voor alle kerken zoo belangrijke onderwerp wijden; heden wijzen wij slechts op den Kruisweg van de kerk van den H. Martinus te Groningen. In geheel Nederland kennen wij er niet een die zoo monumentaal is aangelegd als deze. Daarvoor zij dank en lof gebracht aan de onvermoeide zorgen van den Z.E. Heer Deken F.W.A. Jansen, pastoor dier kerk. In geheel Nederland kennen wij er slechts enkele, die met dezen Kruisweg kunnen vergeleken worden. De siguren, op doek geschilderd, zijn bijna levensgroot. Hoewel der natuur geenszins ontrouw, geven zij meer het christelijk gevoel, dan eene realistische voorstelling terug, wat wij hoogelijk loven. Die waarlijk aesthetische opvatting van den kunstenaar, den met roem bekenden schilder, den Heer Hendrikx, heeft hem niet belet op een reëel verschillende wijze de voorstellingen van de Heiligen, van de soldaten en van de Joden te behandelen. In het algemeen erkennen wij in de kompozities van den Heer Hendrikx den duitschen denker, terwijl wij in zijne kleur en teekening den leerling van de vlaamsche school, van de Akademie van Antwerpen wedervinden. Overigens kan die Akademiestad zelve roem dragen op den Kruisweg, waarmede de Heer Hendrikx de Onze-Lieve-Vrouwe Kerk der Scheldestad heeft opgeluisterd. Te meer strekt het der stad Groningen tot eer. zulk een reeks | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 100]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van christelijke kunsttafereelen te bezitten. De parochie heeft wel gedaan van niet terug te deinzen voor de onkosten, die zoodanig werk noodzakelijk vordert. Dat heet waarlijk onbekrompen te werk gaan. Misschien zou men met het oog op de voorschriften van de kongregatie der Aflaten de eene of andere bedenking in het midden kunnen brengen, betrekkelijk het oogenblik der gebeurtenis, dat de eene of andere statie ter voorstelling heeft gekozen. Maar dat mag ons niet weêrhouden den kunstenaar, der Parochie en haren Herder onze onverdeelde toejuiching voor dezen Kruisweg luide uit te spreken. J.W.B. |
|