Den Duytschen Catoen
(1998)–Anoniem Duytschen Catoen, Den– Auteursrechtelijk beschermdNaar de Antwerpse druk van Henrick Eckert van Homberch
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InleidingIn de paragraaf De Dicta Catonis in het Middelnederlands (p. 16-21) is een opsomming gegeven (p. 18-19) van de ons overgeleverde bronnen der vroegst bekende Middelnederlandse vertaling van de Latijnse Cato. Dat zijn er - als men de bewaard-gebleven exemplaren van de drukken die bij Pauwels Stroobant in Antwerpen zijn verschenen afzonderlijk telt - in totaal zeventien. Hierboven is uitgegeven de druk die bij Eckert van Homberch te Antwerpen in of kort na 1500 is verschenen. Van de resterende zestien bronnen worden er hierachter tien integraal diplomatisch geëditeerd en worden van de andere zes de varianten opgegeven. Een toelichting bij de verschillende bronnen en een verantwoording van de gemaakte keuzes volgt ter plaatse. Vooraf nog dit.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Ename’, Oudenaarde, Stadsarchief, hs. 5576, F.248V,a 4-F.251V,b 33 [sigle A]De tekst uit de Enaamse of Oudenaardse codex (circa 1290, F.248V,a 4-F.251V,b 33; circa 400 regels) is in 1980 diplomatisch uitgegeven door Maurits Gysseling in deel 1 van reeks II (Literaire handschriften) van het Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300). Aldaar op p. 475-484. Voor gegevens over het handschrift zie men de editie p. 393-402. De tekst in de uitgave-Gysseling is vergeleken met foto's van de desbetreffende folia in de codex, foto's die berusten in het fotoarchief van de sectie Middelnederlandse letterkunde van het voormalige Instituut De Vooys voor Nederlandse taal- en letterkunde in Utrecht. Alle afwijkingen van de editie-Gysseling in het afschrift hieronder zijn in voetnoten verantwoord. 4[regelnummer]
Ga naar margenoot+Hier beghint /Ga naar voetnoot2
6[regelnummer]
de boec van catone
8[regelnummer]
Die machtech was van groten doeneGa naar margenoot+
Tote roeme indie port
10[regelnummer]
Dar hi sinen kinde gaf voert
Ende leerde hem met sinne sere
Vroscap wetentheet ende eere
Verstaet. die in haren sine
Draghen wareleke minne
15[regelnummer]
Si makenre af rime ende liet
Diere minnen ne garic niet
Want het es mi al vergaen
Datter minnen mach bestaen
Ende kere minen moet
20[regelnummer]
An de ghene die sijn vroet
Wilen doe ic minne droech
Doe hic de minne sach hic loech
Nv hatixse alle in minen sinne
Die minne draghen entie minnen
25[regelnummer]
Er dit was seide mi mijn vrient
Gheselle die der vroetheet dient
Dat hijs betren loen ontfaet
Dan die ter minnen dienste staet
Hier ombe hebbic dies beghonnen
30[regelnummer]
Si hebben onrecht dies mi verionnen
Om dat hic gaerne helpen soude
Elken nv ter duegt waert houde
So dat hire an mochte leren
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Vroescap ende comen ter eren
Lieue kinder nv bidt ghodeGa naar voetnoot3
Dat hi mi sende sinen bode
Ende hi mi wise ende lere
5[regelnummer]
Hoe hic minen sin ter wijsheit kere
Alle die vroet willen wesen
Der clerken boec moeten si lesen
Of in dietsch of in latin[e]Ga naar voetnoot4
Alzo hic [..................]
10[regelnummer]
Alzi terst [................]
Die hem wijsh [..............]
Vele meer dan en [...........]
Hie ombe pensic in [........]
Dat icker v bi wille l[.]renGa naar voetnoot5
15[regelnummer]
Hoe ghi v herte nu moegt keren
Ter wisseit waert nu merket dan
Wat wilen seide en vroet man
Ende penst om dese woert
Die hic v hier sal secghen voert
20[regelnummer]
Het woende wilen en rike man
Daer hic af wel spreken can
Tote roeme ioe wilen eer
Die wijsdoems wiste vele meer
Dan enech doet die leuet nv
25[regelnummer]
Hi hiet catoen dat secghic v
Hi hadde en kint ende hiet alzo
Alse hi dede dies wassi vro
Alst der kintscap was ontgaen
Dat mochte onthouden ende verstaen
30[regelnummer]
Hi riept voert ende sprac te hem
Sone men segt nv dat hic bem
Vroet ende wijs nv merke dan
Ic wildi leeren dat hic can.Ga naar voetnoot6
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Doe seidi ende beghonste aldus
Si deus est animus
Sone maerc wat hic di bediedeGa naar margenoot+
Ende oec mede di ghebiede
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5[regelnummer]
Dats dattu di daertoe sals kerenGa naar voetnoot7
Te ghode altoes so saltu leren
Ende smarghens vroe op staenGa naar margenoot+
Ende ombe dine bederue gaen
Hic secgdi die te langhe slapt
10[regelnummer]
Dattene de slaep onduchtech maect
Wachti dat mens niet ne segtGa naar margenoot+
Dat vele talen andi leegtGa naar voetnoot8
Men segt mengherande tale
Ne sittet niemen ghoeder wale
15[regelnummer]
Doe alzo alse de vroede doetGa naar margenoot+
Die in hem heeft ghestaden moet
Men lachtert dat en hier segt
Dies hi ghinder niet ne plegt
Ende ne merke niemens quade daetGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Dat vele merken dat es quaet
Bedie hen es man no wijf
Die sonder sonde leeden lijf
Hoerstud sone dat iemene deertGa naar voetnoot9Ga naar margenoot+
Doet van di hijs sot diet gheert
25[regelnummer]
Want het lettel vromen mach
Den lieden te doene quaet ghelach
Si altoes enradech ende sochte[A I,7]
So saltu sijn in dine ghedochte
Hijs sot die al sijn ghepens
30[regelnummer]
Den lieden segt haer ende ghens
Ne scheldese niet als dijn wijf tonrecteGa naar voetnoot10Ga naar margenoot+
Claghet ouer dine cnechte
Want der quader wijf sijn genoech
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Die mannes vrient sijn int gheuoech
Alse du manes dinen vrientGa naar margenoot+
Of tyen dien du heefs ghedient
Al sprect hiere weder hiet
5[regelnummer]
Daer ombe ne saltus laten niet
Dvne salt met talen no met sprakenGa naar margenoot+
Ghescelt ieghen den quaden maken
Minne de ghene die di minnenGa naar margenoot+
Dien du doest ghoet laet hem bekinnen
10[regelnummer]
Hijs sot die daer te dienste staet
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daert hem der na te quade vergaet
Niemaren ende achtersprakenGa naar voetnoot11Ga naar margenoot+
Die de lieden te scanden maken
Die saltu scuwen ende laten
15[regelnummer]
Want dies pleght hi wert verwaten
Zone dat men di beheten heeftGa naar voetnoot12Ga naar margenoot+
Erc commet dat ment di gheeft
Ne saltut niet beheten voert
Want men lieghet vele woert
20[regelnummer]
Als di hyemen gheuet lofGa naar margenoot+
Ne sire niet te blider of
Die vroede merct ende verstaet
Er hi van iemene lof ontfaet
Ende als en ander man doet welGa naar margenoot+
25[regelnummer]
Dat onthout wel ende vertel
Als du wel does so swigher of
Dus saltu hebben ghoden lof
Die wile dattu best ionghelincGa naar margenoot+
So doe so meneghe ghode dinc
30[regelnummer]
Alse di dan naken dine daghe
Dat men dijns in ghode ghewaghe
Ne roeke oec niet wat enech manGa naar margenoot+
Stillekine gherunen can
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Want de quade want altoes des
Al dat men runt dat van hem es
Al comtet dattu heefs ghenochGa naar margenoot+
Hauen nochtanne houti intgheuoech
5[regelnummer]
Want heden es de man rike
Ende maerghen staet hem armelike
Want fortune es wel groetGa naar margenoot+
Den meenghen vor sine doet
Elc soudem wachten ende so spreken
10[regelnummer]
Dat hem hier niet mochte gebreken
Die dit dade hi ware vroet
Ende sijn dinc soude werden ghoet
Zone alse di dijn aerme vrientGa naar voetnoot13Ga naar margenoot+
Met ere cranker ghichten dient
15[regelnummer]
Wes blider dan di es te moede
Ende loenet hem in allen ghoede
Al bestu arem nv van hauenGa naar margenoot+
Ende van richeden sere bescauen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bepens di dattu hier te voeren
20[regelnummer]
Naect ende arem waers gheboren
Dvne sals keren niet in dienGa naar margenoot+
Dattu de doet sals hiet onsien
Deghene die de doet ontsiet
Hem ne helpt sijn leuen niet
25[regelnummer]
Hijs sotter dan en kuekenoetGa naar margenoot+
Die hoept op anders mannes doet
Want alle de liede ionc ende out
Sijn haers leuens euen ghewout
Metten ghenen die di minnenGa naar margenoot+
30[regelnummer]
Ne saltu sceldens niet beghinnen
Want van ghescelde es hier te voeren
Vernoi groet comen ende toren
Alse di hebben dine knechteGa naar margenoot+
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Gram ghedaen met onrechte
Laet sinken dan dinen moet
Het es ti erlijc ende ghoet
Al moegstu iemene verwinnen saenGa naar margenoot+
5[regelnummer]
Laet altoes in versten staen
Hic segghe di dat ghestadechhede
Heuet meenghen ghoeden zede
Dattu met pinen beijaghet heefsGa naar voetnoot14Ga naar margenoot+
En tat sotteleke woch gheefs
10[regelnummer]
Laet dat sone oftu best vroet
Ende kere dar af dinen moet
Bedienens gheuen ende nemenGa naar margenoot+
Dat es haer sede die nv leuen
Met eren sone doe dit alsoe
15[regelnummer]
So machtu sijn blide ende vroe
Wiltu di sone daer toe kerenGa naar margenoot+
Dattu dorpers sede wils leren
Virgilius heuet al bescreuen
Hoe dane wijs die dorpren leuen
20[regelnummer]
Wiltu oec leren medicineGa naar margenoot+
Of aersatre mede te sine
Maers heuet bescreuen al
Wat men daer toe segghen sal
Wiltu des di onderwijndenGa naar margenoot+
25[regelnummer]
Dattu gheuecht wils beghinnen
Doe minen raet ende les lucane
Hi sal di wel bringhen drane
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sone wiltu oec wesen vroetGa naar margenoot+
Ende wijsdoem doen in dinen moet
30[regelnummer]
Lere so vele in dine ionghe iuegt
Als du best out dattu heefs duegt
Men segt dat die ionghe vseertGa naar voetnoot15Ga naar margenoot+
Als hi oudt dat hiere garne hem toe kertGa naar voetnoot16
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Den ghelucke wes onderdaenGa naar margenoot+
Alst ti te dienste heeft ghestaen
Ende dankes ghode ember mede
Daer du best in elker stede
5[regelnummer]
Den ghenen die di toe gaenGa naar voetnoot18Ga naar margenoot+
Hem allen saltu te dienste staen
Ofti dijn viant wille deren
Dat sine di doch helpen weren
Dvne salt niet vraghen desGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Welc si die hemel ende wat hi es
Want du best sterfleec ende bedi
Onderwint di wat steruen si
Alse du best gram ende onghemoetGa naar margenoot+
Bedincstu di dan so bestu vroet
15[regelnummer]
Want gramscep belet den man
Dat hi hem bedinken niet ne can
Kies enen vrient dien du macht makenGa naar margenoot+
Condech dine verhoelne saken
Bestu siec kies enen man
20[regelnummer]
Die wel van ersatrien can
Al ghesciet ti oec hiet yewet elGa naar margenoot+
Dan dijn wille verdraegt wel
Het comt dicken dat de ghoede
Heeft dat hem es wel onghemoede
25[regelnummer]
Maerc altoes watti mach derenGa naar margenoot+
Ende bewert moghstut beweren
Want hi es dul die comen siet
Dongheval ends niet ne vliet
Al heefstu iet dat di quaet doetGa naar voetnoot19Ga naar margenoot+
30[regelnummer]
Nekeere daer an niet dinen moet
Ember so hebbe ghoeden waen
Datti ten besten sal vergaen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die dat heeft dat hem becomtGa naar margenoot+
1[regelnummer]
[H]ic verbieddi onduchtechedeGa naar margenoot+
[W]ant so heuet wel quaden zede
[S]o wie sose draeght ghodeweet
5[regelnummer]
[H]i heefter af dat hem es leet
[D]v sals hebben ghestaden moetGa naar margenoot+
[W]aeneer somen di belghen doet
[H]et staet wel elken ghoeden man
[D]at hi al soe dat wel doen can
10[regelnummer]
[H]oerdoem es en quaet sedeGa naar voetnoot21Ga naar margenoot+
Ende vrec te sine oec der mede
[Z]one dat saltu ember scuwen
[W]ant si vele sonden bruwen
[D]ie hem gheloeft hijs sonder raetGa naar margenoot+
15[regelnummer]
[D]ie hier ghoet sprect ende ginder quaet
[Z]one sowat so dins ghesciet
[D]ies ne onderwint di niet
[E]ntat ti in dronkenscep ghescietGa naar voetnoot22Ga naar margenoot+
[D]at ne laet onghebetert niet
20[regelnummer]
[W]ant daer af hier te voren
[E]s comen vernoi ende toren
[Z]one als dijn wijf verbolghen esGa naar margenoot+
[D]vne salt niet maerken des
[S]o wat so soe seght in hare woert
25[regelnummer]
[D]at draegt de wint al vter port
[Z]one oftu vroet wils sijnGa naar margenoot+
[S]o there in ghoeder maeten tijn
[H]ijs sot die sijn ghoet tonmaten teert
[E]nde hem anden vremden gereert
30[regelnummer]
[L]ieue sone nv wachti diesGa naar margenoot+
[D]attu biddens niet ne plies
[P]enser ombe altoes tervaert
[D]ie vele bidt hi wert onwaert
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ende vele sceelt die es wreetGa naar margenoot+
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ente vechtene saen ghereet
Wachti des ende si vroet
So sal dijn dinc al werden ghod
5[regelnummer]
De doet ne saltu haten nietGa naar voetnoot25Ga naar margenoot+
Dor ene dinc die soe plietGa naar voetnoot26
Dats dat soe regt ouer de quade
Al comt soe somen dicken te spade
Es dijn wijf van rade vroetGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Houter di an het es di ghoet
Hets menech wijf die meer can
Van ghoeden rade dan sulc man
Mettinen sinne saltu algaderGa naar margenoot+
Eren moeder ende vader
15[regelnummer]
Ghod seide diese belghen doet
Dat hem te pinen werden moet
Diese oec ert eist man eist wijfGa naar margenoot+
Hi leed sekerleke ghod lijf
Ende sal te vriende hebben ghode
20[regelnummer]
Hout hi wel mede sine ghebode
Sone doe dat hic di ghebiedeGa naar margenoot+
Ende merke wat hic di verbiede
Di sal ghod eren ende alle liede
Dit salre af wesen dine miede
25[regelnummer]
Sone rike te sine te ommatenGa naar margenoot+
Dat saltu scuwen ende latenGa naar voetnoot30
Ne laetstus niet ghod saldi hatenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot31
Ende haet di ghod du best verwaten
Wiltu werden dan liefghetal
30[regelnummer]
So werd omoedech al ouer al
Zone doe dat hic di wiseGa naar voetnoot32Ga naar margenoot+
Ende houti an die selue spise
Dar du mede best gheuoedt
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+So heeftstu di hier wel behoedt
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Al eist dat sake datti hietGa naar margenoot+
In engher slachte wijs messchietGa naar voetnoot33
Dvne salt gheluc blent scelden niet
5[regelnummer]
Dat op sinen vrient wel siet
Dv macht den penninc minnen welGa naar margenoot+
Om nutscep ende om niewet el
Men segt dat noit helech man
Ne leide sinen sin daer anGa naar voetnoot34
10[regelnummer]
Als du out best ende rikeGa naar margenoot+
Dan saltu gheuen mildelike
So dat men mach secghen van di
Ay dese oude man hoe ghoet was hi
Als du macht merken in dinen moetGa naar margenoot+
15[regelnummer]
Dat men di yeweren onrecht doet
So bidt den rechtre dat hi si
Dor dinen dienst in hulpen di
Want recht heeft dicken hulpen noetGa naar margenoot+
Dat nember de man ne si so groet
20[regelnummer]
Ende daer di te rechte af messcietGa naar margenoot+
Verdraeght dat mens marke niet
Ende waneer so du sculdech sijs
Vermane dijns selues dat es prijs
Daer du af twifels dat saltu lesenGa naar margenoot+
25[regelnummer]
So langhe dattuus vroet mogs wesen
Die leest dat hi niet verstaet
Ens niet versteet dat es hem quaet
Zone dat di dine vriende radenGa naar voetnoot37Ga naar margenoot+
Dat saltu in dinen sijn bestaden
30[regelnummer]
Hier naer als duus te doene heefs
Dattu di seluen raet dan gheefs
Hic segdi sone wat hic di radeGa naar margenoot+
Laetstut het sal comen di te quade
Dv sals wesen altoes onderdaen
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Den gheden ente sinen dienste staenGa naar voetnoot40
Alse du oec eets so wachti diesGa naar margenoot+
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat tu te vele niet ne plies
Dan te sprekene diet heeft in seden
5[regelnummer]
Men merket sere in dorparheden
Dune saels sone metten oudenGa naar margenoot+
Sceren no dijn scop niet houden
Want so die ouder langher leeft
So hi wijs doems emmer men heeft
10[regelnummer]
Dronken te sine dicken van wineGa naar margenoot+
Ende in hoerdome mede te sine
Daer ne comt af ander recht
Danne ghescelt ende gheuecht
Nv wachti des ende si oec vroetGa naar margenoot+
15[regelnummer]
Ende hout di emmer in ghoet ghemoet
So saltu werden ghoet ghetal
Ende ghemint al ouer al
De ghene die singhen ende lettel sprekenGa naar margenoot+
Die conen mengherhande treken
20[regelnummer]
Men seght de vloet die stille staet
Es dieper dan die ghaet
Als dijn gheluc di gheuet menGa naar voetnoot42Ga naar margenoot+
Dan du beghaers in dinen sen
Mercstu dan du best onvroet
25[regelnummer]
Eens anders haue ende sijn ghoet
Dattu doen macht doe al datGa naar margenoot+
Wiltu meer doen du werdts mat
Hijs sot die hem vorder wille strecken
Dan hi sine cleder mach gherecken
30[regelnummer]
Dats ene dinc dat men garne wrectGa naar voetnoot44Ga naar margenoot+
Dat men sinen vrient verspreect
Scieghen den ghoeden enten rechten
Ne saltu niet met talen vechten
Albestu arem ende sonde haueGa naar margenoot+
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ne wes te drouer niet der aue
De vroede maert ende verstaet
Dat haue commet ende gaet
Dat es vernoi ende oec torenGa naar margenoot+
5[regelnummer]
Alse een man langhe te voeren
Heeft ghewonnen ende hem en ongeual
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doet dat ghewin verliesen al
Sone castidi wel daer ofGa naar margenoot+
So saltu meerren dinen lof
10[regelnummer]
Ne beheet oec di seluen nietGa naar voetnoot46Ga naar margenoot+
Langhe te leuene want men siet
Den man wandelen ende gaen
Heden. ende marghen eist ghedaen
Dv salt ofren gherne ghodeGa naar margenoot+
15[regelnummer]
Ende houden wel sine ghebode
Doestu dit te ghoeder trowen
Dies ne sal di niet berouwen
Die dor ghode gherne gheeftGa naar margenoot+
Ghod lonet alse hijs te doene heeft
20[regelnummer]
Daer du waens hebben achterGa naar voetnoot48Ga naar margenoot+
Stridstu du saels hebben lachter
Beter es wel woch ghegaen
Dan qualeke ten stride ghestaen
Wiltu vele verstaen ende lerenGa naar margenoot+
25[regelnummer]
So saltu di na minen raet keren
Ende werken na mine lere
So saltu comen te groeter ere
Zone dat es de beste scatGa naar voetnoot51Ga naar margenoot+
Die hic hebbe ende omme dat
30[regelnummer]
So biddic di dor onsen here
Werc hier naer ende pens om ere
Sote lieden oec penstrum medeGa naar margenoot+
Ende doet te ghode vwe ghebede
Omoedelike tote onsen here
[einde fragment; hierna ontbreken F.252R,a - F.253V,b] | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Comburg’, Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek, Cod.poet. et philol., 2o 22, F.110R,b 6 - F.112R,b 16 [sigle C]In het Comburgse handschrift (tussen 1380 en 1420) vindt men de Cato op F.110R,b 6 - F.112R,b 16; 298 regels). Het handschrift is door Herman Brinkman en Janny Schenkel in twee delen diplomatisch uitgegeven als nr. 4 in de reeks Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden: Het Comburgse handschrift. Hs. Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek, Cod. poet. et phil. 2o 22 (Hilversum, 1997). Een beschrijving van het handschrift aldaar p. 27-87. Over de diplomatische transcriptiemethode kan men van mening verschillen met de editeurs (en met de projectcommissie ‘Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden’, onder wier verantwoordelijkheid Th. Mertens in 1994 de richtlijnen voor de hele reeks redigeerde), maar binnen het gekozen systeem is de transcriptie consequent toegepast.Ga naar voetnoot53 De tekst hieronder berust op foto's van het handschrift. Daarbij is de genoemde editie mede betrokken. 6[regelnummer]
Si deus est animus
Nu merct sone wat ic ghebiedeGa naar margenoot+
Ende wat es dat ic di bediede
10[regelnummer]
Dats dattu di daer ane salt keeren
Dattu gode salt emmer eeren
Du salt des maerghins vrouch vp staenGa naar margenoot+
Ende om dine bederue gaen
Men seghet die te langhe slaept
15[regelnummer]
Dat hem die slaep onduchtich maect
¶ Wachti dat men niet en seghetGa naar margenoot+
Dat vele talen andi leghet
Men seghet menegherande tale
Ne sittet niemene goeders wale
20[regelnummer]
Sone doe alse die vroede doetGa naar margenoot+
Die heuet ghestadeliken moet
Hets lachter dat een hier seghet
Laet dit ende hijs selue pleghet
¶ Ne merke niemens quade daetGa naar margenoot+
25[regelnummer]
Dat vele merken dat es quaet
Want en es man no wijf
Die sonder sonde leet sijn lijf
Houtstu oec dat yemen dertGa naar margenoot+
Doet van di hijs dom diet ghert
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30[regelnummer]
Omme dat hem lettel vromen mach
Te doene den lieden quaet ghelach
¶ Eenradich in dijn ghedachteGa naar margenoot+
Saltu wesen ende sachte
Hi es sot die sijn ghepeins
35[regelnummer]
Den lieden seghet haer ende gheyns
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Gheloef niet alse dijn wijf tonrechteGa naar margenoot+
Claghet ouer dine knechte
Want der quader wijf sijn ghenouch
Die smans vrient sijn tongheuoch
5[regelnummer]
Alstu nodes dinen vrientGa naar margenoot+
Metti die di heuet ghedient
Al sprect hi daer ieghen hiet
Daer omme saltune laten niet
¶ Dune salt met talen no met sprakenGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Ghescelt ieghen den quade maken
Hen sit den goeden man niet wale
Ieghen hem te houdene tale
Minne die ghene die di minnenGa naar margenoot+
Dien du welions laet hem bekinnen
15[regelnummer]
Hijs sot die daer te dienste staet
Daert hem te scanden al vergaet
¶ Niemaren ende achtre sprakenGa naar margenoot+
Die de lieden te scande maken
Saltu scuwen ende laten
20[regelnummer]
Want die hem volghet god salse haten
Datmen di beheeten heeftGa naar margenoot+
Eer die tijt comt dat ment gheeft
Ne saltu niet beheeten vort
Want men lieghet menich wort
25[regelnummer]
¶ Alse di jemene gheuet lofGa naar margenoot+
Ne wes te blidere niet daer hof
Die vroede merct ende verstaet
Eer hi van yemen lof ontfaet
Alse een ander man doet welGa naar margenoot+
30[regelnummer]
Dat onthout ende vertel
Alse du wel does zwigher of
So saltu hebben goeden lof
¶ Die wile dattu best ionghelincGa naar margenoot+
So doe so meneghe scone dinc
35[regelnummer]
Dat alse di naken dine daghe
Dat men te goede dijns ghewaghe
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ne roeke di niet dat eenich manGa naar margenoot+
Stillekine gherunen can
Want die quade waent des
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wat dat men ruunt dat van hem es
5[regelnummer]
¶ Al comt so dattu heues ghenouchGa naar margenoot+
Hauen houti int gheuouch
Want heden es de man rike
Ende marghin staet hem armelike
Sone alse di dijn arme vrientGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Van eere cleenre ghiften dient
Wes blider dan di es te moede
Ende danx hem met allen goede
¶ Al bestu arem man van hauenGa naar margenoot+
Ende van rijcheden zeere bescauen
15[regelnummer]
Bepeinsti dattu hier te voren
Naect ende arem waers gheboren
Dune salti niet keeren in dienGa naar margenoot+
Dattu salt die doot ontsien
Want die de doot ontsiet
20[regelnummer]
Hem en helpt sijn leuen niet
¶ Hijs dulre dan een quekenoetGa naar margenoot+
Die hopt vp ander mans doet
Want alle lieden ionc ende hout
Hebben euen vele haers lijfs ghewout
25[regelnummer]
Alstu heues dies verdientGa naar margenoot+
Dattu en heues gheenen vrient
Dune salt dat gode witen niet
Want hem es leet datti messciet
¶ Van dien dattu heues beweuenGa naar margenoot+
30[regelnummer]
Saltu vroedelike leuen
Ende emmer wes so ondersteken
Dat di niet en mach ghebreken
Du salti wachten doestu waleGa naar margenoot+
Ieghen hem te houdene tale
35[regelnummer]
Die altoes sijn in dien
Hoe si verradenesse moghen plien
Ga naar margenoot+¶ Wachti ieghen hem die ghebarenGa naar margenoot+
Minlike want die voghelaren
Scone pipen ende blasen
Daer si die voghelkine met verdwasen
5[regelnummer]
Alse du heues kindere sonder goetGa naar margenoot+
So doe alse die vroede doet
Die sinen kindren ambacht leert
Alst noot heuet datter hem toe keert
¶ Ic verbiedi nidichedeGa naar margenoot+
10[regelnummer]
So heuet meneghe quade zede
Wie sose draghet god weet
Hi heeftre af dat hem mesteet
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Du salt hebben harden moetGa naar margenoot+
Wanneer dat men di onrecht doet
15[regelnummer]
Het sit wel elken goeden man
Dat hi also doen can
¶ Dune salt van di goet no quaetGa naar margenoot+
Segghen hoe dat metti staet
Want dies pleghet ende heuet in zeden
20[regelnummer]
Men merket al in dorperheden
Dune salt niet proeuen dine crachtGa naar margenoot+
An dat di es vter macht
Daer leghet te prouuene lachter an
Dat een ghedoen niet en can
25[regelnummer]
¶ Daer du weets ghedaen ondaetGa naar margenoot+
Helestu dat du does quaet
Dat men niet en segghe van di
Ic wane hijs gheselle si
Datti dine vriende radenGa naar margenoot+
30[regelnummer]
Saltu in dinen sin bestaden
Hier naer alstuus te doene heues
Dattu raet di seluen gheues
¶ Du salt met dinen sinne al gaderGa naar margenoot+
Eeren moeder ende vader
35[regelnummer]
God seghet diese belghen doet
Dat hem te pinen werde moet
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Sone doe alse die wiseGa naar margenoot+
Ende houti andi selue spise
Daer du mede best gheuoet
So mach dijn leuen sijn behoet
5[regelnummer]
¶ Du salt vroe ende spadeGa naar margenoot+
Staen naer dijns vader rade
Laetstuut het lachtren dine dade
Ende oec maghet di wel comen te quade
Alstu goet heues ende haueGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Du saltre di ghemac doen haue
Wat helpet goet ende scat
Daer niemen of en heuet te bat
¶ Ne rouke di niet wat di droemtGa naar margenoot+
Die ghene dinct mi dul dies goemt
15[regelnummer]
Want dat die lieden sdaghes verhoren
Comt hem gherne snachts te voren
Sone leere so dinen sinGa naar margenoot+
Dattre wijsdom wone in
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Want diere sonder leet sijn leuen
20[regelnummer]
Hets qualike met hem beweuen
¶ Alse dijn wijf verbolghen esGa naar margenoot+
Dune salt niet achten des
Wat so seghet . want hare wort
Draghet die wint al vter port
25[regelnummer]
Sone oftu vroet wilt sijnGa naar margenoot+
So tere in goeder maten dijn
Hijs sot die tsijn tonmaten vertert
Ende an die vremde hem ghenert
¶ Lieue sone oec wachti diesGa naar margenoot+
30[regelnummer]
Dattu bidden niet en plies
Ic segdi hoet int lant nu steet
Die vele biddet hi es leet
DIe doot en saltu haten nietGa naar margenoot+
Dor eene dinc die so pliet
35[regelnummer]
Dats dat so recht ouer die quade
Al comt so dicwile te spade
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+¶ Es dijn wijf van rade vroetGa naar margenoot+
Houtre di an hets di goet
Hets menich wijf die meer can
Van vroeden rade dan sulc man
5[regelnummer]
Ne beheet di seluen nietGa naar margenoot+
Langhe te leuene want ment ziet
Deen man wandelen ende gaen
Heden ende marghin eist ghedaen
¶ Du salt offeren gherne godeGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Want het segghen sine ghebode
Die dor gode gherne gheuen
Dat si met hem sullen leuen
Daer du wanes hebben tachterGa naar margenoot+
Strijtstu daer du heues lachter
15[regelnummer]
Want beter es wel woch ghegaen
Dan qualike te stride ghestaen
¶ Alstu heues ghedaen mesdaetGa naar margenoot+
Castie di seluen dats mijn raet
Want hets den man grote ghenade
20[regelnummer]
Die hem seluen vroet es in rade
Al heuestu eenen houden vrientGa naar margenoot+
Die di bi wilen heuet ghedient
Ne doemene niet want die vroede
Ghedinct wel van den houden goede
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25[regelnummer]
¶ Bloetheit te vliene ende wesen coeneGa naar margenoot+
Sit den goeden man wel te doene
Want eer die blode heuet noet
Seit hi hi wilde wesen doet
Al heuestu dierne ende knechteGa naar margenoot+
30[regelnummer]
Ghecocht nochtan merc bi rechte
Dat si sijn lieden alse du
Alse staen si te dienste nv
¶ Alstu ghedincs in dinen moetGa naar margenoot+
Hoe dat wilen metti stoet
35[regelnummer]
Dune salti keeren niet in dien
Dattu dat selue willes plien
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Al es es een man bedocht so spadeGa naar margenoot+
Dat hi steruet bi bosen rade
Mercstu dattu does quaet
Dune weets eerst hoet metti vergaet
5[regelnummer]
¶ Al heuestu wijf ende lettel goetGa naar margenoot+
Ne dincke niet in dinen moet
Vrec te sine ende quaet
Want grote haue saen vergaet
Vviltu connen ende leerenGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Vele so saltu di be keeren
Vroedelike an minen leere
Doestuut di comtre af groet eere
¶ Du salt leeren ende weder leerenGa naar margenoot+
Ende an die vroetheit di bekeeren
15[regelnummer]
Al can een vroetheit diere af staetGa naar voetnoot58
Soe teglijt ende te gaet
Al becomt di een mensche weleGa naar margenoot+
Dune saltene prisen niet te vele
Of hi di noch doet quade treken
20[regelnummer]
Dattune met eeren macht verspreken
¶ Alstu twifeles jeweren ofGa naar margenoot+
Leerdstu dattu heues lof
Die niet en can ende niet en leert
Hi es an bosen raet ghekeert
25[regelnummer]
Droncken te sine van wineGa naar margenoot+
Ende in hoerdome te sine
Daer af en comt ander recht
Dan als strijt ende ghevecht
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
¶ Die ghene die zwighen ende lettel sprekenGa naar margenoot+
30[regelnummer]
Si conen vele quader treken
Men seit die vloet die stille staet
Soe es dieper dan die harde gaet
Alse dijn gheluc gheuet minGa naar margenoot+
Dan du ghers in dinen sin
35[regelnummer]
Mercstu dan du best onvroet
Eens anders haue ende sijn goet
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+¶ Dattu macht doen doe datGa naar margenoot+
Wilstu meer du werds mat
Hijs sot die vorder hem wille strecken
Dan sine cleedre hem moghen recken
5[regelnummer]
Ieghen den goeden enten rechtenGa naar margenoot+
Ne saltu striden vechtenGa naar voetnoot62
Eene dinc es die god gherne wreect
Datmen sinen vrient verspreect
¶ Al bestu arem ende sonder haueGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Ne wes te zeerich niet daer aue
Die vroede merct ende verstaet
Dat haue comt ende te gaet
Hets vernoy ende groot torenGa naar margenoot+
Alse jemene heuet langhe te voren
15[regelnummer]
Ontspaert ende hem een ongheual
Doet dat ghewin verliesen al
¶ Oftu wilt datmen te quadeGa naar margenoot+
Niet vertelle dine dade
So doe so vele alse du leues
20[regelnummer]
Alstu best doot dattu prijs heues
Dune salt sone metten houdenGa naar margenoot+
Weder scop no sceeren houden
Want so die oude langher leuet
So hi der wijsheden min heuet
25[regelnummer]
¶ Vare so dattu werds vroetGa naar margenoot+
Doetstu dit hets di goet
Wanneer so di tgheluc ontgaet
Datti die wijsheit bi staet
Sone wiltu di dies bewindenGa naar margenoot+
30[regelnummer]
Dattu ghevecht wilt ondervinden
Doe minen raet ende les lucane
Hi salre di wel bringhen ane
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
¶ Wiltu oec leeren wat si minnenGa naar margenoot+
Ende minne doen in dinen sinne
35[regelnummer]
Maser heuet bescreuen al
Wat men daer toe pleghen sal
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+¶ Wat so segghen ofte werkenGa naar margenoot+
Die lieden ne saltu niet merken
Stillekine want bider tale
Machmen den man kennen wale
5[regelnummer]
Vviltu connen ende leerenGa naar margenoot+
Vele so saltu di be keeren
Vroedelike an mine leere
Doestut di comtre af groot eere
¶ Sone dits die beste scatGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Die ic hebbe ende omme dat
Heetic ende beuele di
Datti emmer metti si
¶ Die dit maecte van latineGa naar margenoot+
In dietsch hi beghert te sine
15[regelnummer]
Iuwe ghebede vroe ende spade
Bidt gode dat hi hem doe ghenade.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
München, Bayerische Staatsbibliothek, Cod. germ. 102, F.1R,1 - F.6V,13 [sigle M]Dit veertiende-eeuwse perkamenten handschriftje van zes folia bestaat geheel uit een Cato-bloemlezing, in totaal 232 versregels.Ga naar voetnoot64 Voor de uitgave is gebruikgemaakt van foto's die berusten in het foto-archief van de sectie Middelnederlandse Letterkunde van het voormalig Instituut De Vooys. Prof. Dr. Wim Gerritsen is zo vriendelijk geweest het hs. in München met het afschrift te vergelijken. Enkele keren staat er in het handschrift de lettervorm j (of i-met-staart) tussen punten, te lezen als ‘een’. Er is steeds .j. afgeschreven. Zo is ook ‘ij waerf’ (= ‘twee waerf’) afgeschreven als ‘ij waerf’. 1[regelnummer]
Draghen waerlike minne
Si maker of riim ende liet
Der minnen sone draghic niet
5[regelnummer]
Der of eist mi al vergaen
Datter minne mach bestaen
Die wile als ic die minne drouch
Als ic die minne sach ic louch
Nu haticse al in mine sinne
10[regelnummer]
Die minne draghen entie minne
Ende hebbe ghekeert minen moet
An die ghene die siin vroet
Eer ic dit dede seide .j. miin vrient
Gheselle die ter wijsheit dient
15[regelnummer]
Dattijs betren loon ontfaet
Dan die ter minnen dienste staet
Hier om hebbic dies begonnen
Si hebben onrecht dies mi verionnen
Nv bidt alle met mi te godeGa naar voetnoot66
20[regelnummer]
Dat hi mi sende sine bode
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Die mi wise ende leere
Hoe ic mi ter wijsheit keere
Alle die vroet willen wesenGa naar voetnoot67
Een bouc es dattie clercken lesen
5[regelnummer]
Alsi eerst ter scolen gaen
Die hem wijsheit doet verstaen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vele meer dan eenich doet
Hier om peinsic in minen moet
Dat icker v bi wille leeren
10[regelnummer]
Hoe ghi v herte sult bekeeren
Ter wijsheit nv mercket dan
Wiene maecte het woonde .j. man
Tote rome wilen eer
Die des wijsdoms wiste meer
15[regelnummer]
Dan eenich die leuet nv
Hi hiet cathoen dat segghic v
Hi hadde .j. kint dat hiet also
Als hi dede des was hi vro
Alst metten kinde was vergaen
20[regelnummer]
Dat mochte onthouden ende verstaen
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Riep hijt ende sprac te hem
Men seit sone dat ic bem
Wijs ende vroet nv mercket dan
Ic sal v leeren dat ic can
5[regelnummer]
Hi seide ende begonste aldus
Si deus est animus
Nv mercke wat ic di ghebiedeGa naar voetnoot68Ga naar margenoot+
Ende wat es dat ic dy bediede
Dats dattu di daer an sult keeren
10[regelnummer]
Dattu gode emmer sult eeren
Du sult smorghens vro up staenGa naar voetnoot69Ga naar margenoot+
Ende om diin bederue gaen
Men seit die te langhe slaept
Dat hem de slaep onduchtich maect
15[regelnummer]
Wachtu datmen niet en seghetGa naar margenoot+
Dat vele talen an di leghet
Men seit menigherande tale
En sit niemens goeders wale
Sone doet alsoe die vroede doetGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Die heuet ghestaden moet
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Men lachtert dat .j. hier seghet
Dies hi ghinder niet en pleghet
Ne mercke niemens quade daetGa naar margenoot+
Te uele mercken dat es quaet
5[regelnummer]
Bedi en es man no wijf
Die sonder sonde leet siin lijf
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gheloof niet als diin wijf tonrechteGa naar margenoot+
Claghet ouer hare knechte
Der wiuen siin ghenouch
10[regelnummer]
Tsmans vrient siin tongheuouch
Dune sult met talen no sprakenGa naar margenoot+
Ghescelt ieghen den quade maken
En sit niemens goeders waleGa naar voetnoot70
Tieghens hem te hebbene tale
15[regelnummer]
Minne die ghene die dii minnenGa naar margenoot+
Dien du wel ions laet bekinnen
Hi es dom die daer te dienste staet
Daert hem tscanden al vergaet
Niemare ende achter sprakenGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Die den lieden tscanden maken
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Sultu scuwen ende haten
Beede in weghe ende in straten
Datmen di beheeten heeftGa naar margenoot+
Eer die tijt comt datmen di gheeft
5[regelnummer]
Ne sultuut niet beheeten voort
Want men lieghet vele woort
Alsti iement gheuet lofGa naar margenoot+
Ne wes te blider niet der of
Want die vroede wel verstaet
10[regelnummer]
Eer hi van iement lof ontfaet
Als een ander man doet welGa naar margenoot+
Dat onthout ende vertel
Doestu wel soe zwigher of
Soe sultu hebben goeden lof
15[regelnummer]
Dje wile dattu best ionghelincGa naar margenoot+
Doet soe menighe goede dinc
Alsti naken dine daghen
Datmen diins te goede ghewaghen
Sone alstu heues doghetGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Hauen houti int gheuouch
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Want heden es die man rike
Smorghens staet hem aermelike
Sone als diin aerme vrientGa naar margenoot+
Van eere cleender ghifte dient
5[regelnummer]
Wes blider dan di es te moede
Ende danckes hem al int goede
Al bestu aerm man van hauenGa naar margenoot+
Ende van rijcheden beschauen
Peinst dattu hier te voren
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10[regelnummer]
Naect ende aerm waers gheboren
Hi es dulre dan .j. quekin hooftGa naar margenoot+
Die hoopt up anders mans doot
Want allen lieden ionc ende out
Siin haers leuens onghewout
15[regelnummer]
Dune sult ij waerf beheeten nietGa naar margenoot+
Dattu mach gheuen yet
Men seit siet waer hi gaet
Die loos es ende quaet
Ne domene niet want die vroedeGa naar voetnoot71Ga naar margenoot+
20[regelnummer]
Ghedinct wel van ouden goede
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Du sult wachten doestu waleGa naar margenoot+
Tieghens hem te hebbene tale
Die altoes siin beuaen in dien
Hoe si uerradenesse moghen plien
5[regelnummer]
Wachtu ieghen die ghebareGa naar margenoot+
Minlike als die voghelare
Die scone pipen ende blasen
Alse die uoghelkine verdwasen
Heuestu kinder sonder goetGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Doet alsoe die vroede doet
Die sinen kinder ambocht leert
Alst noot heeft datter hem toe keert
Alstu bids bedincti desGa naar margenoot+
Dattu bids datte gheuen es
15[regelnummer]
Die bidt datmen niet gheuen mach
Hi vint dickent quaet ghelach
Alstu hebs des verdientGa naar margenoot+
Dattu en hebs gheenen vrient
Dan sultu gode witen niet
20[regelnummer]
Want hem es leet datti messchiet
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Alsti dine tiden nakenGa naar margenoot+
Saltu dine theere maken
Ende dinen cost meer no min
Na dien dattu heues ghewin
5[regelnummer]
Al eist dattu heues crachtGa naar margenoot+
Dattu wel verwinnen macht
Dinen viant sultu wiken
Dus sal doghet an di bliken
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Du sult gheerne .j. lettel gheuenGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Alstu dat grote wils beweuen
Die Denier es een goet ghewin
Die den Denier brenghet in
Al moghestu verwinnen saenGa naar margenoot+
Trecht dat langhe heuet ghestaen
15[regelnummer]
Men seit dat ghestadichede
Heuet so menighe goede zede
Minne die ghene die dii minnenGa naar voetnoot74Ga naar margenoot+
Dien du wel ions laet bekinnen
Dattu hates sultu hatenGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Niet te seere. maer te maten
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Beede nemen ende gheuenGa naar margenoot+
Es hare zede die nv leuen
Met eeren sone doe alsoe
Soe sultu blide siin ende vroe
5[regelnummer]
Sone wiltu di daer toe keerenGa naar margenoot+
Dattu dorpers sede wils leeren
Virgilius heuet al bescreuen
Hoe danen wijs dorpers leuen
Wiltu leeren medicineGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Ende vroet aersatre te sine
Ouidius leeret di alsoeGa naar margenoot+
Hoe du van minne werdes vroe
Wiltu weten wat si minneGa naar margenoot+
Ende minne doen in dinen sinne
15[regelnummer]
Macer heuet bescreuen alGa naar margenoot+
Watmen daer toe pleghen sal
Sone wiltu wesen vroetGa naar margenoot+
Ende wiisheit doen in dinen moet
Leere so uele in dine ioghet
20[regelnummer]
Dattu out heues doghet
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Doe minen raet ende les lucaneGa naar margenoot+
Hi salre di wel bringhen ane
Alstu best gram ende onghemoetGa naar margenoot+
Bepeins di seluen hets di goet
5[regelnummer]
Want het sit wel den manGa naar margenoot+
Datti alsoe doen can
Du sult besien ende wachtenGa naar margenoot+
Beede uoren ende bachten
Ende dienen gode met omoede
10[regelnummer]
Ende scheeden tquade uten goede
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Som wile sultu diin goetGa naar margenoot+
Sparen alsoe die vroede doet
Die souct al sulc ghelach
Dat hi met eeren leuen mach
15[regelnummer]
Dune sult niet ontslaenGa naar margenoot+
Trecht dat langhe heuet ghestaen
Die verwerct siin ghebueren
Het wert hem dickent sueren
Ne roucke niet watti droomtGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Hi es dom dies uele goomt
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dat lieden sdaghes horen
Comt hem dickent snachts te voren
Dje man die goeder voeren plietGa naar margenoot+
Ender niet roucken watmen seit
5[regelnummer]
Want hine der doer niemens tale
Quaet doen wilti selue wale
Alstu gheroupen best te rade nietGa naar margenoot+
Sone bedincti niet te spade
Dune beters diere ghesellen daet
10[regelnummer]
In alsoe vele als an dy gaet
Wat god wille doen mettiGa naar margenoot+
Laet hem ghebruken wat si
Want dune waers te rade niet
Daer hi di sciep ende leuen hiet
15[regelnummer]
Ic verbiede di nidichedeGa naar margenoot+
Want soe heuet quade sede
Wiese draghet god weet
Hem comter of dat hem es leet
Du sult hebben harden moetGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Wanneer men di onrecht doet
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Want het sit wel den man
Datti alsoe doen can
Sone dits die beste scatGa naar margenoot+
Die ic hebbe ende om dat
5[regelnummer]
Heetic ende beuelic dy
Dat hi altoos metti sy
Ghi goede lieden die dese redenGa naar margenoot+
Hebt ghehoort doet v ghebeden
Ootmoedelike tonsen heere
10[regelnummer]
Datti ons uten sonden keere
Ende soe verlichte onsen sin
Datter wone wijsheit in
Amen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leiden, Universiteitsbibliotheek, Ltk. 221, F.1R,1 - F.1V,18 en F.210R,1 - F.210V,18 [Sigle L]Twee opeenvolgende perkamenten bladen, als schutbladen voorin (F.1 genummerd) en achterin (F.210 genummerd) in een getijdenboek dat bezit is van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. De bladen worden gedateerd tweede helft veertiende, mogelijk vijftiende eeuw. Zij bevatten in totaal 72 versregels uit het Boec van Catone.Ga naar voetnoot76 De uitgave hieronder berust op autopsie van de fragmenten. Het schrift is op verscheidene plaatsen slecht leesbaar. 1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dies mans vrient sijn tongheuoechGa naar margenoot+
Sone wachtu voir die ghebareGa naar voetnoot77Ga naar margenoot+
Mynlic als die voghelare
Die scone pijpen ende blasen
5[regelnummer]
Als sy die vogelkijns verdwasenGa naar voetnoot78
Nyeumare ende achtersprakeGa naar voetnoot79Ga naar margenoot+
Die de liede te scande maken
Saltu scuwen ende haten
Beyde in wegen ende in straten
10[regelnummer]
Alsti yemant geuet lofGa naar margenoot+
En weest te blider niet dair of
Die vroede mercket ende verstaet
Eer hy van yemant lof ontfaet
Als een ander man doet welGa naar margenoot+
15[regelnummer]
Dat onthout ende vertel
Doetstu wel zwyget dair ofGa naar voetnoot80
so salstu hebben gueden lof
Alst coemt dattu heues ghenoechGa naar margenoot+
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Van hauen hout di int gheuoech
Want huden is die man rijck
morgen staet hem commerlijck
Alstu biste arm van hauenGa naar margenoot+
5[regelnummer]
Ende van rijchede bescauen
Peynst dattu hier te voren
Arm ende naect waertste gheboren
Dattu minnes en seltu nietGa naar margenoot+
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te zeer mynnen wats gesciet
10[regelnummer]
Dattu hates salstu haten
niet te zeer mair te maten
Du en selste dy niet keeren in dienGa naar margenoot+
Dattu den doot selste ontsien
Want wie den doot ontsiet
15[regelnummer]
Hem en helpt sijn leuen niet
Hy is sotter dan een queken hoetGa naar margenoot+
die hoept op ander luden doot
Want alle luden ionck ende out
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Sijn huers leuens onghewout
Alstu heues dat verdientGa naar margenoot+
Dattu en heues ghenen vrient
Dat en wite gode niet
5[regelnummer]
Want hem is leet datti misschiet
Heuestu kinder sonder goetGa naar margenoot+
Soe doch als die vroede doet
Die sijne kinderen ambocht leeren
Alst noot heeft datter hem toe keere
10[regelnummer]
Als dy hebben dijne knechtenGa naar margenoot+
Gram gemaect mit onrechten
Laet sincken dijnen euelen moetGa naar voetnoot81
Dat is dy eerlic ende goet
Al moechstu oec verwinnen saenGa naar margenoot+
15[regelnummer]
Emmer laet in vreden staen
Ick segge dy dat ghestadichede
Heuet menige guede sede
NA datti dine tijde nakenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot82
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Saltu dijne tere maken
Ende dijnen cost meer noch min
Na dien dattu heues gewin
Sone en mercket die sonden nietGa naar margenoot+
5[regelnummer]
diemen den quade doen siet
Want die tijt sal comen saen
Dat hijer loen af sal ontfaen
Du moghes [......]nen welGa naar margenoot+
Dan nutscap ende niet el
10[regelnummer]
Men seit dat noyt heylich man
En leyde sijnen sin dairan
Beyde nemen ende gheuenGa naar margenoot+
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sijn hair sede die nv leuen
Mit eren sone doet alsoe
15[regelnummer]
So mogestu blide sijn ende vro
Sone du selste onmate vlyenGa naar margenoot+
Men seyt dats die vroede plyen
Hout maet ende volghet hair
[Hier eindigt het fragment] | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Berlijn, Staatsbibliothek zu Berlin - Preussischer Kulturbesitz, Ms. germ. fol. 751.8, F.31R,1 - F.32V,27 [Sigle b]Het gaat om twee opeenvolgende perkamenten bladen (F. 31 en 32) uit een niet nader bekend handschrift, dat omstreeks 1380 geschreven zou zijn, samen 108 regels.Ga naar voetnoot85 Beets vermeldt in 1885 (p. 14-15) al: ‘Volgens het afschrift, waarmede ik te rade moest gaan, is het fragm. op vele plaatsen onleesbaar’. Foto's van ruim een eeuw later, berustend in het reeds genoemde fotoarchief van de sectie Middelnederlandse Letterkunde in Utrecht, bevestigen dat. Met behulp van die foto's is een afschrift gemaakt, een afschrift met veel open plekken en vraagtekens. Dr. Eef A. Overgaauw in Berlijn is zo vriendelijk geweest dat afschrift te vergelijken met het origineel en heeft daarbij bovendien gebruikgemaakt van een quartzlamp. Een aantal twijfelgevallen heeft hij vervolgens nog een tweede keer bestudeerd, maar er blijven open plekken en vraagtekens over. Hieronder zijn in het afschrift op die plaatsen teksthaken en puntjes gebruikt en in voetnoten wordt een nadere toelichting gegeven. 1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Wachti dat men niet en seghetGa naar margenoot+
Dat vele talen an di leghet
Want menegherande tale
En voecht niement goeders wale
5[regelnummer]
Sone doet als die wise doetGa naar margenoot+
Die heeft ghestadeliken moet
Der lachtert dat een hier segetGa naar voetnoot86
Dies men ginder niet en pleghet
Eenradich enede sachteGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Saltu wesen in dine ghedachte
Hi es sot die sijn ghepeyns
Den liden seghet haer ende gheyns
En merket niemans quade daetGa naar margenoot+
Want vele merkens dats quaet
15[regelnummer]
Beide en es man noch wijf
Die sonder sonde leit sijn lijf
Heuestu dat yemant deertGa naar margenoot+
Doch van di hi es sot dies gheert
Om dat hem luttel helpen mach
20[regelnummer]
Den lieden te doene quaet ghelach
Gheloeft niet als dijn wijf tonrechteGa naar margenoot+
Claghet ouer dine knechte
Want der wiuen syn ghenoech
Die tsmans vrient sijn tongheuoech
25[regelnummer]
Dune salt met talen no met sprakenGa naar margenoot+
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ghescelt ieghen den quaden maken
En steet den goeden man niet wale
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ieghen hem te hebbene tale
Mjnne die ghene die di minnenGa naar voetnoot87Ga naar margenoot+
Die du wel does laet hem bekennen
Hi es sot die der te [..]nste staetGa naar voetnoot88
5[regelnummer]
Daert hem te scanden aluergaet
Datmen die be[......] heeftGa naar voetnoot89Ga naar margenoot+
Eer die tijt compt datme[.. ..]eeftGa naar voetnoot90
En saltu niet beheten voert
Wantmen lieghet vele woert
10[regelnummer]
Als di yemant gheuet lofGa naar margenoot+
En wes te blider niet der of
Die vroede merket ende verstaet
Eer hi van yemant lof ontfaet
Als een ander man doet welGa naar voetnoot91Ga naar margenoot+
15[regelnummer]
Dat onhoude ende vertel
Doestu wel so swigher of
So saltu hebben goeden lof
Die wile dattu best ionghelincGa naar margenoot+
Doet meneghe goede dinc
20[regelnummer]
Datmen dijns te goede ghe[.....]Ga naar voetnoot92
Als di naken d[...] dagheGa naar voetnoot93
En merket niet wat eni[.. ...]Ga naar voetnoot94Ga naar margenoot+
Stilkine gherunen can
Want die quade waent [.]esGa naar voetnoot95
25[regelnummer]
Watmen ruynt dat van hem es
Alst compt dattu heues ghenochGa naar margenoot+
Hauen houtu mit gheuochGa naar voetnoot96
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Want heden es een man rike
Morghen steet hem com[....]rlikeGa naar voetnoot97
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hj es sotter dan een queker hoetGa naar voetnoot98Ga naar margenoot+
Die hoept op eens anders doot
5[regelnummer]
Want alle liede jonc ende outGa naar voetnoot99
Sijn haers leuens on[...]w[...]Ga naar voetnoot100
A[....] heues [.]es [.........]Ga naar voetnoot101Ga naar margenoot+
Dattu en heues ghenen [...]entGa naar voetnoot102
Dat en saltu gode witen nietGa naar voetnoot103
10[regelnummer]
Want hem es leet datti messciet
Van dien datti es bleuenGa naar margenoot+
Saltu vroedelike leuen
Wes altos so ond[........]Ga naar voetnoot104
Datti niet en mach ghebreken
15[regelnummer]
Heuestu kynder sonder goetGa naar margenoot+
Doet als die vroede doet
Die sinen kinderen [...]acht leertGa naar voetnoot105
Als noet h[..]ft hem [...] keertGa naar voetnoot106
Dattu [...... .. .....] minnenGa naar voetnoot107Ga naar margenoot+
20[regelnummer]
Niet teseere mar oec yet
Dattu hates saltu haten
Niet te seere mar te maten
Alstu biddes bedencti desGa naar margenoot+
Dattu bidts dat te gheuen es
25[regelnummer]
Die bidt datmen [..] gheuen en machGa naar voetnoot108
Die vijnt dicke quaet ghelach
Na dattu dine tide nakenGa naar margenoot+
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Saltu dine tere maken
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ende dinen cost meer noch min
Na dien dattu heues ghewin
Sone seghestu dijns ghesellen daetGa naar margenoot+
5[regelnummer]
Dies hi hem scaemt dat es quaet
Deynsti lief wareGa naar voetnoot111
Die dine scande macte mare
Alstu heues cost meerGa naar margenoot+
Ende terens dan du [.....] eerGa naar voetnoot112
10[regelnummer]
So spare want saen g[.....]detGa naar voetnoot113
Hauen dimen niet en [.]indeGa naar voetnoot114
Datti in dronkenscapen ghescietGa naar margenoot+
Dat en laet onghebetert niet
Want daer hier te voren
15[regelnummer]
Beide nemen ende gheuenGa naar margenoot+
Es haer sede die nv leuen
Met eren sone doet also
So machtu blide sijn ende vroe
Wiltu di sone daer toe kerenGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Dattu dorpers seden wilt leren
Virgilius heuet albescreuenGa naar voetnoot115
Hoe dat die wijs dorpers leuen
Wiltu oec leren medicineGa naar margenoot+
Ende een goet arsatere te sine
25[regelnummer]
Mater heuet bescreuen alGa naar voetnoot116
Watmen daer toe pleghen sal
Wltu di des onderwindenGa naar margenoot+
[Hier eindigt het fragment] | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Jan Phillipsz.’, Berlijn, Staatsbibliothek zu Berlin - Preussischer Kulturbesitz, Ms. germ. quarto 557, F.78R,1 - F.83R,8 [sigle B]De Cato-tekst uit het handschrift ‘Jan Phillipsz.’ (circa 1473-circa 1481, F.78R,1 - F.83R,8; 263 regels) is te vinden in de door Herman Brinkman bezorgde diplomatische editie Het handschrift-Jan Phillipsz. (Hilversum, 1995, deel 2 van de reeks Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden), p. 152-160. Een uitvoerige paragraaf ‘Beschrijving van het handschrift’ geeft Brinkman op p. 13-27.Ga naar voetnoot117 Brinkman hanteert de hierboven (p. 134) bij het Comburgse handschrift genoemde richtlijnen, maar vult ze voor zijn uitgave aan (p. 37-38). Daar waar hieronder van Brinkman wordt afgeweken is dat in voetnoten aangegeven. Op een aantal plaatsen is in het handschrift een plaats opengelaten voor een lombarde of een kapitaal van één of twee regels hoog. De letter is echter niet ingevuld. Evenals in de editie-Brinkman is in de onderhavige editie de bedoelde letter niet ingevuld. De open plek wordt aangegeven door iets in te springen. Voor de editie hieronder is gebruikgemaakt van foto's die berusten in het foto-archief van de sectie Middelnederlandse letterkunde van het voormalig Instituut De Vooys voor Nederlandse taal- en letterkunde te Utrecht. Daarnaast is de editie-Brinkman geraadpleegd. 1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ie ghene die in haren sineGa naar margenoot+
draghen wairlike minne
Si maker of rijm ende liet
der minnen so en draghic niet
5[regelnummer]
der om ist my al vergaen
datter minnen mach bestaen
die wille datje minne droech
Als jc minne sach jc loech
nv haticse al in minnen sinne
10[regelnummer]
die minne draghen ende minne
Ende heb ghekert mine moet
An die ghene die sijn vroet
Eer jc dijt dede seide een mijn vrient
gheselle die ter wijsheit dientGa naar voetnoot118
15[regelnummer]
dat hijs beter loon ontfaen
dan die ter minnen dienste staet
hier om heb jc des begonnen
Sy hebben onrecht dies mi veronnen
v bidt alle mit mi te gode
20[regelnummer]
dat hy my sende sinen bode
die my wise ende lere
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hoe jc my ter wijsheit kere
Allen die vroet willen wesen
Een boec dat die clerken lesen
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Als sy ierst ter scolen gaen
die hem wijsheit doet verstaen
vele meer dan enich man
hier om pensic in mine moet
5[regelnummer]
dat jcker v bi wille leeren
hoe ghij v herte suite bekeren
ter wijsheit nv merket an
wiene maecte twonde een man
tot romen wilen eer
10[regelnummer]
die der wijsheit wiste meer
dan enich man die leuet nv
hij hiet cathoen dat seg jc v
hij had een kint dat hiet alsoe
Als hij dede des was hij vro
15[regelnummer]
doent mitten kinde was vergaen
dat mocht dy onthouden ende verstaen
riep hij ende sprac tot hem
men seyt sone dat jc ben
wijs ende vroet nv merket an
20[regelnummer]
Ic sal dy leren dat jc canGa naar voetnoot119
doen seyde hij ende began aldusGa naar voetnoot120
Sy deus est animus
v merket sone wat jc dy ghebiedeGa naar margenoot+
Ende wat ist dat jc dy bediede
25[regelnummer]
dats dattu dy dair ane suite keren
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+datstu goede sulste eren
du sulste smorghens vroe op staenGa naar margenoot+
Ende om dine bederue gaen
men seyt die te lange slaept
5[regelnummer]
dat hem den slaep onduchtich maect
achti dat men niet en segetGa naar margenoot+
dat vele tale an di leghet
want menigherhande tale
En voeghet niiemant waleGa naar voetnoot121
10[regelnummer]
En merke niemans quade daetGa naar margenoot+
die vele merken si doen quaet
by dy en js man noch wijf
die sonder sonden leyt sij lijf
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ebstu oec dat iemant deertGa naar margenoot+
15[regelnummer]
docht van dy hy js dies gheert
om dat hem luttel helpen mach
te doen den luden quaet ghelach
Enradich ende sachteGa naar margenoot+
Sulstu wesen jn dijn ghedachte
20[regelnummer]
hij js sot die sijn ghepeijns
den luden seghet haer ende gheijcts
gheloeft niet als dijn wijf tonrechtGa naar margenoot+
Claget ouer dine knecht
want der wiuen sijn ghenoch
25[regelnummer]
Smans vrienden sijn togheuech
v sult in tale noch jn sprakenGa naar margenoot+
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+gheschel jeghen die quade maken
want van schelden hier te voren
vernoey js comen ende toren
Alstu manes dinen vrientGa naar margenoot+
5[regelnummer]
die dy dicke heuet ghedient
Al sprake hy daer ieghens iet
daer om selstu hem hem haten niet
Ie mare ende achter sprkenGa naar margenoot+
die de luden te scande maken
10[regelnummer]
Salstu scouwen ende haten
beide in wegen ende jn straten
Alstu iemant gheuet lofGa naar margenoot+
En wes te blider niet daer ofGa naar voetnoot122
die vroede merket ende verstaet
15[regelnummer]
Eer hij van iemant lof ontfaet
Eyde nemen ende gheuenGa naar margenoot+
Is haer sede die nv leuenGa naar voetnoot123
mit eren sone doch al soe
So machstu blide sijn ende vro
20[regelnummer]
Sone wilstu wesen vroetGa naar margenoot+
Ende wijsheit doen jn dinen moet
So lere so vele jn dijnre joghet
Is een ander man doet welGa naar margenoot+
dat onthout ende vertel
25[regelnummer]
doetstu wel soe swigher of
die wile datstu bist jonghelinckGa naar margenoot+
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Soe doet menich goede dinc
Alstu naken dine dage
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat men dijns goede ghewageGa naar voetnoot124
n roke niet wat enich manGa naar margenoot+
5[regelnummer]
Stillekijn gherymen can
want die quade waent wel des
watmen riwet dat van hem es
lst comt datstu heues ghenoechGa naar voetnoot125Ga naar margenoot+
hauen houti int gheuoech
10[regelnummer]
want huden js die man rike
morghen staet hem armelike
Sone als dy dijn arme vrientGa naar margenoot+
van eenre cleynder ghijften dient
wes blider dan di js te moede
15[regelnummer]
Ende dankes hem mit allen goede
lstu arm bist van hauenGa naar margenoot+
Ende van rijcheden bescauen
peijns datstu hier te voren
naect ende arm. wordes gheboren
20[regelnummer]
du en sulte dy niet keren jn dienGa naar margenoot+
datstu die doot sulste ontsien
want wie die doot ontsiet
hem en helpt sijn leuen nietGa naar voetnoot126
I js sotter dan een quekenootGa naar voetnoot127Ga naar margenoot+
25[regelnummer]
die hoopt op ander luden doot
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+want alle die luden jonc ende out
Sijn haers leuens onghewout
Alstu heues des verdientGa naar margenoot+
datstu en heues ghenen vrient
5[regelnummer]
dat en sulstu goede witen niet
want hem js leet datti messciet
an dien datti js bleuenGa naar margenoot+
Salstu vroedelike leuen
Ende emmer wes soe onderstekenGa naar voetnoot128
10[regelnummer]
datti niet en mach ghebrekenGa naar voetnoot129
wachti jeghen die ghebareGa naar voetnoot130Ga naar margenoot+
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
minlic als die voghelare
die scone pipen ende blasenGa naar voetnoot131
Als si die voghelkijn verdwasen
15[regelnummer]
lstu heues kinder sonder goetGa naar margenoot+
So doet als die vroede doet
die sijn kinder ambacht leertGa naar voetnoot132
Als noot heeft datter hem toeGa naar voetnoot133
Ic verbiede dy nidichedeGa naar voetnoot134Ga naar margenoot+
20[regelnummer]
want si heuet quade sede
wiese draghet god weet
hem comter of dat hem js leet
wilstu sone daer toe terenGa naar margenoot+
datstu dorpers sede wils leren
25[regelnummer]
Irgilius heeft bescreuenGa naar voetnoot135
watmen daer toe doen sal
1[regelnummer]
datstu te vele niet en plies
Te spreken wie dat heeft jn seden
men merket al in dorperheden
5[regelnummer]
Wilstu leren medicineGa naar margenoot+
Ende goet arsater te sine
acer heeft bescreuen al
watmen daer toe doen sal
wilstu leren wat si minneGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Ende minne doen in dinen sine
uidius leert dy also
hoe du van minnen wordes vro
du sulte seggen goet noch quaetGa naar voetnoot137Ga naar margenoot+
Segge hoe dat mitti staet
15[regelnummer]
want het tjs der ontwetende sede
v en niet sulte prouen dine crachtGa naar margenoot+
Aen een dinc dat dy js vter macht
daer leyt te prouen laster anGa naar voetnoot138
dat een ghedoet dat niet en canGa naar voetnoot139
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20[regelnummer]
du sulste mit dinen lieue al gaderGa naar margenoot+
Eren moeder ende vader
god seyt diese belghen doet
dat hem die pine werden moet
one doet als die wyseGa naar margenoot+
25[regelnummer]
Ende houti an die sulue spise
daer du mede bist gheuoet
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Soe js dijn leuen wel behoet
En roeke niet watti droomtGa naar margenoot+
hy dunct my sot dies goomtGa naar voetnoot140
wat die luden daghes horen
5[regelnummer]
Comt hem dicke nachts te voren
Sone lere jn dine sinneGa naar margenoot+
datter wijsheit wone jnne
die mit sonden leyt sijn leuen
het tis qualic mit hem beweuen
10[regelnummer]
na dien datti dine tide nakenGa naar margenoot+
Salstu dine tere maken
Ende dinen cost meer noch myn
na dien datstu heues gewin
v sulte gaerne dat luttel geuenGa naar margenoot+
15[regelnummer]
ofstu dat wils beweuen
die hellinc js een goet ghewin
die den pennic brenghet in
hoerdom js een quade sedeGa naar margenoot+
Ende vrec te sine daer mede
20[regelnummer]
dese twe salstu scouwen
want sy vele sonden bruwen
alstu hebben dine knechteGa naar voetnoot143Ga naar margenoot+
gram ghemaect mit onrechte
laet sinken dinen euele moet
25[regelnummer]
het tis dy eerlic ende goet
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Al maechstu verwinnen saenGa naar margenoot+
dinen viant laet jn vreden staen
Ic seg di dy dat ghestadichedeGa naar voetnoot144
heuet menighe goede sede
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5[regelnummer]
v sulste wesen onder daenGa naar margenoot+
den ghenen dye dy te dienste staen
ofstu iemant wilde deren
dat sy dy helpen verweren
Als dijn wijf verbolgen esGa naar margenoot+
10[regelnummer]
du en sulste niet roeken des
wat sy seit want hare wort
waeyt die wynt al vter poort
s dijn wijf van rade vroet [B III,23; Beets III,24]
houter dy an dats dy goet
15[regelnummer]
het tjs menich wijf die meer can
van vroeden rade dan haer man
rijc te sijn tonmatenGa naar margenoot+
Salstu scouwen ende haten
Ende deel dijn goet den armen mede
20[regelnummer]
So sulstu na dijnre tijt hebben vre
v en sulste niet vragen desGa naar margenoot+
welc js die hemel ende waer hij es
du en waers daer te rade niet
daer hij dy sciep ende wesen hiet
25[regelnummer]
Sone wachti by dinen liueGa naar margenoot+
dattu nemmeer wijf te wiue
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+En nemes du en kense wel
want der wiuen sijn wel fel
egen die gene die connen smekenGa naar margenoot+
Ende scone tale voort reken
5[regelnummer]
Salstu dy wachten doestuwaleGa naar voetnoot145
want sy wandel jn die tale
Sone houdi na mine lereGa naar margenoot+
doestuut dy comter of eere
laetstuut oec het js mit my gast
10[regelnummer]
Ende mitti salt bliuen vast
datti jn dronkenscap ghescietGa naar margenoot+
dat en laet onghebetert niet
want daer of hier te voren
vernoey js comen ende toren
15[regelnummer]
Sone dits js die beste scatGa naar margenoot+
die jc hebbe ende om dat
hetic ende beuele dy
dat hy emmer mitti sy
hy luden die dese redeneGa naar margenoot+
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20[regelnummer]
hebt ghehoort doet v ghebede
oetmedelike tot onsen here
bidt hem dat hy v bekere
Ende verlichte v den sin
datter wijsheit wone jn
25[regelnummer]
Ie dijt maecte vten latineGa naar voetnoot147
In duijsshe hij begerde te sineGa naar voetnoot148
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+In v ghebede vroe ende spadeGa naar voetnoot149
bydt gode dat hij hem doe ghenade
Ende ons allen mit hem hier bouenGa naar voetnoot150
daer die engelen gode louen
5[regelnummer]
Amen segt allegader meest
des gonne ons die vader die
Sone ende den heyligen geest
Amen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Parijs, Bibliothèque Nationale, Fonds néerlandais, Ms. 106, F.8V, F.9V, F.10R, F.10V-F.11R, F.12V, F.13R, F.13V, F.14V, F.15R, F.18R, F.25R, F.27R, F.31R, F.46V, F.50R, F.75V, F.119R, F.168V [sigle P]In de Bibliothèque Nationale te Parijs berust in het zogenoemde Fonds néerlandais onder nr. 106 een handschrift van de Excellente Chronyke van Vlaenderen, gedateerd 1493-1494. Al in 1886 heeft Gédéon Huet van deze codex een korte beschrijving gegeven in zijn Catalogue des manuscrits néerlandais de la Bibliothèque Nationale. Sedertdien schijnt er aan het handschrift geen aandacht meer te zijn besteed, totdat Dr. Johan Oosterman enige tijd geleden bij zijn onderzoek naar het werk van Anthonis de Roovere de zaak nader bekeek. Toen bleek hem dat hier en daar tussen de prozatekst van de Cornike van Vlaenderen, voor het begin van een nieuw onderdeel, een of meer (meestal vierregelige) strofen stonden, bijna alle afkomstig uit - jawel - De boec van Catone. Huet had dat niet vermeld. De strofen hebben geen betrekking op de tekst van de kroniek. Zij staan er gewoon tussen ‘geplakt’, waarbij, met veel weglatingen, vrijwel de volgorde van de Latijnse Dicta wordt aangehouden. Tussen de strofen op een pagina is steeds een regel wit opengelaten. Alleen de strofen uit de Cato zijn hieronder overgenomen. Er is gebruikgemaakt van een film van het handschrift, berustend in de Leidse UB. Dr. Baukje Finet - van der Schaaf heeft het afschrift met het handschrift in Parijs vergeleken. Het handschrift krijgt hier de sigle P. 23[regelnummer]
Ga naar margenoot+Nu merct sone wattic hu ghebiedeGa naar margenoot+
Ende wat is dattic dy bediede
25[regelnummer]
Dats dattu daer ane sult keeren
Dattu gode zult emmer eeren
Du zult smorghens vrouch vp staenGa naar margenoot+
Ende om dine bederue gaen
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Men seit die te langhe slaept
Dat hem die slaep onduchtic mae[ct]Ga naar voetnoot151
Wachti dat men niet en zeghetGa naar margenoot+
Dat vele tale an dij leghet
5[regelnummer]
Want menegherande tale
En voughet niement goeders wale
11[regelnummer]
Ga naar margenoot+Zone doet als die vroede doetGa naar margenoot+
Die heift ghestadeghen moet
Hets lachter dat men hier zeghet
Dies men ginder niet en pleghet
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15[regelnummer]
En merke niemens quade daetGa naar margenoot+
Want vele merkens is quaet
Beede en es man noch wijf
Die zonder zonde leet zijn lijf
Als di yement gheue lofGa naar margenoot+
20[regelnummer]
En weist te blijder niet daer ofGa naar voetnoot152
Die vroede mercket ende verstaet
Eer hij van yement lof ontfaet
7[regelnummer]
Ga naar margenoot+Die wile du best jonghelincGa naar margenoot+
Zo doet meneghe goede dinc
Als di naken dine daghe
10[regelnummer]
Dat men dijns te goede ghewaghe
Al eist datstu hebbes ghenouchGa naar voetnoot153Ga naar margenoot+
Haue houtti jnt gheuouch
Want heden is de man rijcke
Zmorghens staet hem commerlike
15[regelnummer]
Zone als di dijn aerme vrientGa naar margenoot+
Van cleender ghiften dient
Weist blider dan di is te moede
Ende dancket hem met allen goede
Al bestu aerm man van hauenGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Ende van rijcheden bescauen
Bepeinst dattu hier te vooren
Aerm ende naect waert gheboren
Du ne zulstu keeren niet jn dienGa naar margenoot+
Dattu die doot zult ontsien
25[regelnummer]
Want wie die doot ontsiet
Hem en helpt zijn leuen niet
15[regelnummer]
Ga naar margenoot+Hij is sotter dan queken hootGa naar margenoot+
Die hoopt vp eens anders doot
Want alle lieden jonc ende hout
Zijns haers leuens onghewout
Van dien datti is ghebleuenGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Zulstu behendelike leuen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hout di emmer so ondersteken
Dat di niet en mach ghebreken
Ieghens die gone die mijnnenGa naar margenoot+
En zulstu sceldens niet beghynnen
25[regelnummer]
Want van scelden hier te vooren
Vernoy is commen ende toren
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Al mueghestu verwinnen zaenGa naar margenoot+
Dinen viant emme laten jn vreden staen
Ic zegghe di dat ghestadichede
Heuet meneghe goede zede
5[regelnummer]
Dat een man behaghet heiftGa naar margenoot+
Met pinen ende zottelike begheift
Dat lachtert alstu dit beuroet
Zo keert daer of dinen moet
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Beede nemen ende gheuenGa naar margenoot+
Es haer zede die nv leuen
Met eeren zo doet also
Zo muechstu blijde zijn ende vro
5[regelnummer]
Wilstu ooc leeren medecineGa naar margenoot+
Ende mijnne doen jn dinen zinneGa naar margenoot+
Ouidius leeret dij alsoo
Hoe du van mijnnen wordes vroo
Wilstu di dies onderwijndenGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Datstu gheuecht wilt beghinnen
Doet minen raet ende lucaneGa naar voetnoot154
Zij zalder di wel bringhen ane
13[regelnummer]
Ga naar margenoot+Zone wilstu wezen vroetGa naar margenoot+
Ende wijsheit doen jn dinen moet
15[regelnummer]
Zo leert zo vele jn dijnre juecht
Alstu oudt best dattu hels duecht
Du ne zult niet vraghen desGa naar margenoot+
Welc zij die hemel of was hij es
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Want du best steruelic ende daer bijGa naar voetnoot155
20[regelnummer]
Onderwinti niet wat steruen zij
Du zult ommate vlienGa naar margenoot+
Men secht dats die vroede plien
Mate houden ende volghen hare
Want ommate is onghewareGa naar voetnoot157
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+Wegestu dijns ghezelle daetGa naar margenoot+
Dies hij hem scaemt dats quaet
Bepeinst oft dij lief ware
Datti dine scande maecte mare
Zone en merct de zonden nietGa naar margenoot+
15[regelnummer]
Die men den quaden doen ziet
Want die tijt zal commen saen
Dat sijs loon zullen ontfaen
Dat god wille doen mettiGa naar margenoot+
Laet hem gheworden wat dat si
20[regelnummer]
Want du ne waerts daer te rade niet
Daer hij di sciep ende wesen hiet
Ic verbiede di nidichedeGa naar margenoot+
Want zij heuet quade zede
Zo wiese draghet god weet
25[regelnummer]
Hem comter of dat hem es leet
7[regelnummer]
Ga naar margenoot+Zone en merct de zonde nietGa naar margenoot+
Die men den quaden doen ziet
Want de tijt sal commen zaen
10[regelnummer]
Dat sijs loon zullen ontfaen
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+Als een ander man doet welGa naar margenoot+
Dat onthout ende vertelt
Doetstu wel zo zwijchter of
Zo zulstu hebben goeden lof
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wachti jeghens die ghebareGa naar margenoot+
15[regelnummer]
Mijnlike als die voeghelare
Die scoone pipen ende blasen
Als zij die voghelkins verdwazen
Datti jn dronckenscepe ghescietGa naar margenoot+
Dat en laet onghebetert niet
20[regelnummer]
Want vann dronckescepe hier te vooren
Vernoy is commen ende toren
18[regelnummer]
Ga naar margenoot+Merct wel watti mach deerenGa naar margenoot+
Waert zaken die ghij muecht verweeren
Hij dinct mij sot die commen siet
Tongheual ende niet en vliet
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+En rouct niet wat hu droomtGa naar margenoot+
Hij dinct mij zot dies goomt
Want was de lieden sdaechs hooren
Dat comt hem dickent snachts te voorenGa naar voetnoot160
Een man die goeder voere pleichtGa naar margenoot+
15[regelnummer]
En darf niet roucken wat men zeicht
Want hij en mach duer niemens tale
Quaet werden wilt hij zelue wale
11[regelnummer]
Ga naar margenoot+Tieghens die gone die connen smeekenGa naar margenoot+
Ende scoone worden vut reecken
Zulstu di wachten doetstu wel
Want zij zijn loos ende fel
15[regelnummer]
Als di yement gheift goeden raetGa naar margenoot+
Zoch toocht daer an dijn toeverlaet
Hi is zot die goeden raet ontzecht
Ende laet daer duecht an lecht
Wachti wel te dijnen liueGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Dattu nemmermeer nemes te wiue
Eenich wijf du en kentse wel
Want die wijfs zijn vele fel
Daer du wetes ghedaen ouerdaetGa naar margenoot+
Heelstu dat du doets quaet
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25[regelnummer]
Dat men niet zegghen en mach van di
Ic wane hij dies ghezelle zij
18[regelnummer]
Ga naar margenoot+Alstu mueghes jn dinen moetGa naar margenoot+
Verstaen dat men dij onrecht doet
20[regelnummer]
Zo bidt den rechter datti dij
Om der gods wille jn hu hulpe zij
21[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dattu dine vrienden radenGa naar margenoot+
Zulstu jn dinen zijn bestaden
Hier naer alstu te doene heues
Datstu raet dij zeluen gheues
9[regelnummer]
Ga naar margenoot+Alstu etes wachtu desGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Datstu te vele niet en sprekes
Wie dan vele sprekens heuet jn zedenGa naar voetnoot162
Merct men jn uwe doorpersheden
Als dijn wijf verbolghen esGa naar margenoot+
Du ne zult niet roucken des
15[regelnummer]
Wat zou seghet want haer woort
Wayt die wijnt al vter poort
Zone ofstu vroet wilt zijnGa naar margenoot+
Zo theere jn goeder mate dijn
Hij is zot die tzine verteirt
20[regelnummer]
Ende anden vremde hem gheneert
7[regelnummer]
Ga naar margenoot+Als dijn wijf verbolghen esGa naar margenoot+
Du ne zult niet zoucken des
Wat zou zecht want haer woort
10[regelnummer]
Wait die wijnt al huter poort
Zone ofstu vroet wilt zijnGa naar margenoot+
Zo theere jn goeder mate dijn
Hij es zot die tzine verteert
Ende an den vreemden hem ghemertGa naar voetnoot165
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18[regelnummer]
Ga naar margenoot+Es dijn wijf van rade vroetGa naar margenoot+
Houtter dy an bestu vroet
20[regelnummer]
Tes menich wijf die meer can
Van goeden rade dan haer man
Du sult met dinen zin algaderGa naar margenoot+
Eeren moeder ende vader
Men zecht wiese belghen doet
25[regelnummer]
Dat hem ten pinen commen moet
12[regelnummer]
Ga naar margenoot+Du muechs den penninc[P I,35 of IV,4]Ga naar voetnoot166
winnen wel
Daer vrienscap an licht
15[regelnummer]
ende niet el
Ten was noit zo helich
een man
Hij en leide zinen zijn
daer an
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Middelburg, Zeeuwse Bibliotheek, Hs. 6353, P. 79,1 - P. 87,31 [Sigle H]Een papieren handschrift, mogelijk eind vijftiende, begin zestiende eeuw, maar wellicht toch wat later (ongeveer 1550), 218 bladzijden. Het bevat medische teksten, recepten, het tiende boek uit Maerlants Der naturen bloeme (over de kruiden), en tussen dit alles in op pagina 79-87 als nummer 35 Den dutschen cathoen, 254 versregels. Het handschrift was in 1569 in het bezit van Jacob Florisz in Leiden.Ga naar voetnoot167 De tekst werd voor het eerst uitgegeven in 1855-1856 door J.H. Halbertsma - vandaar de sigle H - naar een kopie die hem ter beschikking was gesteld door de archivaris van Zeeland, M. van Visvliet. Beets schrijft in 1885: ‘Waar het hs. zich bevindt bleef mij onbekend’.Ga naar voetnoot168 Hij heeft het met de editie van Halbertsma moeten doen. Pas later is het handschrift weer boven water gekomen. In het aan Halbertsma verstrekte afschrift moeten heel wat fouten zijn geslopen. Dat blijkt bij vergelijking met de tekst in het handschrift. Er is een aantal aperte verlezingen. Maar het is niet verwonderlijk dat de schrijver van het afschrift op sommige plaatsen moeite heeft gehad met de juiste lezing. De kopiist van het handschrift laat namelijk zijn lezer vooral op twee punten herhaaldelijk raden wat er afgeschreven moet worden. (1) Hij maakt aan de letter ‘e’ een krul, die soms niets representeert, soms duidelijk een abbreviatuur is (voor de ‘n’), soms de lezer in het ongewisse laat. Daarom zijn er in het afschrift hierna knopen doorgehakt. Maar de beslissingen blijven arbitrair. Bij al te grote twijfelgevallen worden voetnoten gegeven. (2) Het onderscheid tussen de ‘Griekse y’ en de ‘lange ij’ is bij deze kopiist zeer onduidelijk. De eerste ‘stok’ maakt nooit een lijn van links boven naar rechts onder en de tweede ‘stok’ loopt meestal vrijwel recht naar beneden, maar buigt soms met een kromming of haal naar links. Alleen in het laatste geval is hieronder een y afgeschreven. Er blijven echter twijfelgevallen. Zij worden in voetnoten vermeld. Het is overigens de vraag of de kopiist wel een onderscheid maakt: zoals al eerder is opgemerkt (p. 122) houden we ons in dit geval wellicht bezig met een schijnprobleem. De editie hieronder berust op autopsie. 1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Hier volget den dutschen cathoenGa naar voetnoot169
DIe ghene die in haren sinnen draghen waerlicke minnenGa naar voetnoot170Ga naar margenoot+
Si maken daer op rym ende liet
Der minnen en drage ick niet
5[regelnummer]
Daer om eest mij al vergaen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat der minnen mach bestaen
Die wijle doe ick minne droechGa naar voetnoot171
Als ick die minnen sach ick loechGa naar voetnoot172
Nu haet icse in minen sinne
10[regelnummer]
Die minnen dragen ende die minnenGa naar voetnoot173
Ende heb gekeer al mynen moet
Aen die ghene die syn vroet
Eer ick dit dede seyde een myn vrient
Geselle die der wysheit dient
15[regelnummer]
Dat hij des beter loen ontfaet
Dan die ter mijnen dienste staet
Hier om soe hebbe ick des begonnen
Si hebben onrecht diet myn vergonnenGa naar voetnoot174
NV bidt alle met mijn te godeGa naar voetnoot175
20[regelnummer]
Dat hij mij seynde syn gebode
Die mij wysen ende leerenGa naar voetnoot176
Dat ick myn ter wijsheijt kereGa naar voetnoot177
Allen die vroet willen wesen
Een boec is dat die cleriken lerenGa naar voetnoot178
25[regelnummer]
Als sij eerst ter scolen gaenGa naar voetnoot179
Die hem wysheijt doet verstaenGa naar voetnoot180
Vele meer dan enich doet
Hier om peynse ick in mynen moetGa naar voetnoot181
Dat icker v bij wil leeren
30[regelnummer]
Hoe ghij v herten bekerenGa naar voetnoot182
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ter wijsheyt nv merckt hier aen
Wiet boeck maecte het woende een manGa naar voetnoot183
Tot Romen wijleneer
Die der wijsheit wijst meerGa naar voetnoot184
5[regelnummer]
Dan enijch man die leuet nv
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hij hiet Caton dat seg ick v
Hij had een kint dat hiet hij alsoo
Alsoo hiet hijt des was hij vroo
Doet metten kynden was volgaenGa naar voetnoot185
10[regelnummer]
Dat mocht onthouden ende oeck verstaen
Ryep hijt ende sprack tot hemGa naar voetnoot186
Sone men seyt dat ick ben
Wys ende vroet merct hier aen
Ick sal v leeren dat ick can
15[regelnummer]
Doe seyde hij en begon aldusGa naar voetnoot187
Sij deus est animus nobis vt etcetera
NV merckt wat ick dij gebiedeGa naar voetnoot188Ga naar margenoot+
Ende wat is dat ic dij gebiede
Du selste dij daer sone keren
20[regelnummer]
Dattu gode sult eeren
Du sulstu smorgens vroech opstaenGa naar margenoot+
Ende om dijne bederue gaenGa naar voetnoot189
Men seit dat meneger hande taleGa naar margenoot+
Ende voget nimant godes wale
25[regelnummer]
Sone doet als die vroede doetGa naar margenoot+
Die daer heeft gestadigen moet
Tys lachter datmen hier segget
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Datmen ghinder seluer nyet en pleget
Niemant en doe achter sprakeGa naar margenoot+
Die die luden te scanden maken
Salstu scowen ende vlien
5[regelnummer]
Die hem volgen syn niet gesien
Du selste minnen die di minnenGa naar margenoot+
Meer dan die di nyet en kennen
Hi is sot die duer een vreemden manGa naar voetnoot190
Verwerket die hem goets gan
10[regelnummer]
Als dij dinen tijde nakenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot191
Salstu dine tere maken
Ende dinen cost meer noch min
Nae dien dattu heues gewin
Sone als ghij heues chrachtGa naar margenoot+
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15[regelnummer]
Dattu wel verwinnen macht
Dinen viant saltu wijkenGa naar voetnoot192
Soe sal dueget an dij blijken
Tegen den genen die dij minnenGa naar margenoot+
En seltu tegens niet beginnen
20[regelnummer]
Want van scelden hier te voeren
Vernoij is comen ende toren
ALs dij hebben dine knechtenGa naar voetnoot193Ga naar margenoot+
gramgemaeckt met onrechteGa naar voetnoot194
Laet sincken dinen moet
25[regelnummer]
Dat is di eerlic ende goet
Al moges dij verwinnen saenGa naar margenoot+
Immer laet dij in staden staen
Ick segdit dat gestadichedenGa naar voetnoot195
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Heuet menige goede sede
Datmen dij geheten heeftGa naar margenoot+
Eer die tijt coemt datmen dij geeft
En sultuut nyet behieten voert
5[regelnummer]
Wantmen lieget menich woert
Wanneer di iemant gheeft lofGa naar margenoot+
En weeste blijder niet af
Die vroede merket ende verstaet
Eer hij van iemant lof ontfaet
10[regelnummer]
Die wyle du beste een jongelincGa naar margenoot+
Doch alsoe mennich goede dinckGa naar voetnoot196
Alset naket dine dage
Datmen dij te goede behaget
Ende roke nyet wat enich manGa naar margenoot+
15[regelnummer]
Stillike gerunnen canGa naar voetnoot197
Want die quade waent ijmmer des
Watmen rumet dat van hem es
Ist dattu hier heues genochGa naar margenoot+
Hauen hout int gevoech
20[regelnummer]
Want huijden is die man wel rike
Ende morgen staet hem commerlike
Sone als dijn arme vrientGa naar margenoot+
Mit eender cleijnder gauen dient
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wes blijder dan dij is te moede
25[regelnummer]
Ende dankes hem met allen goede
Alstu biste arm van hauenGa naar margenoot+
Ende van richeden beschauen
Soe peijnse dattu hier te voeren
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Nacht ende arm werste geboren
Du en selste nyet houden in dienGa naar margenoot+
Dattu den doot selte ontsien
Want die den doot ontsiet
5[regelnummer]
Hem onbaet syns leuens niet
Hij is sotter dan een quake nootGa naar margenoot+
Die hoept op ander luden doot
Want al die luden jonc ende out
Sijn haers leuens ongewout
10[regelnummer]
Als du heues dat verdientGa naar margenoot+
Dattu en heues genen vrient
Dat en selsti gode niet wijten
Want hem is leet dat dij misschiet
Hij is sot die syn voet wil streckenGa naar margenoot+
15[regelnummer]
Voerder dan syn cleerder reijken
Ende geloue ijmmer dij seluen nietGa naar voetnoot198Ga naar margenoot+
Lange te leuen want men siet
Den man wanderen ende gaen
Huden ofte morgen eest al gedaen
20[regelnummer]
Du selste gerne offeren godeGa naar margenoot+
Want het seggen syn gebode
Die doer goede gerne gheuet
Die besitten dat ewige leuen
Daer du menste wesen tachterGa naar margenoot+
25[regelnummer]
Comstu daer du heues lachter
Beter is wel wech gegaen
Dan qualike gebleuen staen
Wachti tegen die gebarenGa naar margenoot+
Minnelcke als die vogelaren
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Die scone pipen ende blasen
Als sy die vogelkijns verdwasen
Sietstu dat een ander mistaetGa naar margenoot+
Hoe dij des dat is mijn raet
5[regelnummer]
Die vanden anderen seit nyet wel
Die mach verwachten dat selue spel
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eenradich weest in dine gedachtGa naar voetnoot201Ga naar margenoot+
Behoert dij toe ende sacht
Hij is sot die syn gepeijns
10[regelnummer]
Den luijden seyt hier ende gheyns
Geloeft niet als dijn wyf toe rechtGa naar voetnoot202Ga naar margenoot+
Claget ouer dinen knecht
Want der wiuen syn genoch
Die tsmans vrient syn tongevoech
15[regelnummer]
Aldu biddes dynen vrientGa naar margenoot+
Die dij dicke heuet gedient
Al spreket hij daer tegen iet
Du en seltet van di laten nyet
Du en selste mit spotten noch mit sprakenGa naar margenoot+
20[regelnummer]
Scheldinge tegen den quaden maken
Ten staet den goeden man niet wale
Tegen den quaden houden tale
Minne die ghene die dij minnenGa naar margenoot+
Die du myns laet hem bekennen
25[regelnummer]
Hij is sot die daer te dienste staet
Daert hem al te scanden vergaet
Al eest dat een qualic doetGa naar margenoot+
Ende keert daer niet af dinen moet
Immer hebbe goeden waen
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dattet dijn ten besten sal vergaen
Du selste scowen ende wachtenGa naar margenoot+
Dij seluen voer ende achten
Dynen god mit groten oetmoetGa naar voetnoot203
5[regelnummer]
Diet quaet siet al mettet goet
Du en selste allene niet ontslaenGa naar margenoot+
Trecht dat lange heuet gestaen
Want hij verwerct sijn gebueren
Dat comt hem dicke toe suerenGa naar voetnoot204
10[regelnummer]
Ende roemt nyet watti droemtGa naar margenoot+
Want hij is sot dies goemt
Want wat den luden des dages horen
Comt hen des nachtes te voren
Sone schictet alsoe dinen sinnenGa naar voetnoot205Ga naar margenoot+
15[regelnummer]
Datter wonet wijsheit inne
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Scouwet toorn ende quade wiueGa naar margenoot+
Ende toe verne bij dine liueGa naar voetnoot206
Weest den gelucke onderdaenGa naar voetnoot207
Alset dyn te dienste wil staen
20[regelnummer]
Sulc heeft geweest diet versprac
Geluc dat hem seluen wrac
Die gheen die goeder vorden plegetGa naar margenoot+
En derf niet wragen wat een ander seghet
Want hij en derf om nimants tale
25[regelnummer]
Quaet wesen doet hij seluer wale
Sone aenmerckt dije sonden nietGa naar voetnoot208Ga naar margenoot+
Die ghij den bosen doen siet
Want die tijt sal comen saen
Dat sij hoer loen sullen ontfaen
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Al is een luttel ofte cranckGa naar margenoot+
Du en selte hem geuen genen danc
Men vijnt menich cleijn man
Die vel veel weijsheden canGa naar voetnoot209
5[regelnummer]
Wat got wil doen met dijGa naar margenoot+
Laet hem gewerden wettet siGa naar voetnoot210
Want du en werste te raden nyet
Daer hij dij sciep ende wesen hiet
Wat dij in dronkenscap gescietGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Dat en laet ongebetert niet
Want van dronkenscap hier toe voren
Vernoij is comen ende tooren
Kyes eenen vrient dien du moges makenGa naar margenoot+
Kundich dine verholen saken
15[regelnummer]
Bijstu sieck kyes eenen manGa naar voetnoot211
Die beste arsadien can
Merckt sone wat dij mach derenGa naar margenoot+
Beweert of tuut machs beweren
Hij is sot die comen siet
20[regelnummer]
Tongeual ende niet en vliet
Beijde nemen ende geuenGa naar margenoot+
Is hoer sede die nv leuen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mit eren sone doch alsoe
Soe moechstu blijde syn ende vroe
25[regelnummer]
Wiltu di sone daer toe kerenGa naar margenoot+
Dattu dorpers seden wilt leren
Virgilius heuet al bescreuen
Hoe die dorpers sellen leuen
Wilstu leeren medecijnGa naar margenoot+
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Marta heuet bescreuen alGa naar voetnoot212
Watmen daer toe doen sal
Wilstu leeren wat sij minnenGa naar margenoot+
Ende minnen doen in dinen synnen
5[regelnummer]
Ouidius leert dij alsoe
Hoe du van minnen werdes vroe
Alstu biste gram ende ongemoetGa naar margenoot+
Castijt dyn seluen dat is di goetGa naar voetnoot213
Want gramscap benemt een man
10[regelnummer]
Dat hij hem niet bedencken en can
Du selste gramscap onmate vlienGa naar margenoot+
Mene seget dat die vrode plien
Alstu geroepen biste te radenGa naar margenoot+
Bedencti sone nyet te spade
15[regelnummer]
Du en verbeters dijn gesellen raet
Alsoe verre alset aen dij staet
Ick verbiedi nidicheitGa naar margenoot+
Want sij heuet quade seden
Wyese draget got weet
20[regelnummer]
Hem comter af groot leet
Gaet haestelick daermen v seintGa naar margenoot+
Ende snellike soe weder weint
Weest ree te doen allen dinck
Ende wes men dijn doet dat gedenct
25[regelnummer]
Dattu mit pinen beiagen heues AmenGa naar margenoot+
Een cort jolyt in deser tijtGa naar voetnoot215Ga naar margenoot+
hier vercoren voer he
melrijck thijs
veel verloren
30[regelnummer]
des seker
siet
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rijssel, Bibliothèque Interuniversitaire (?), bibliotheeksignatuur onbekend, F.2 en F.5 [Sigle R]Begin jaren '30 kreeg M.E. Kronenberg twee met elkaar verbonden blaadjes in handen van een op perkament gedrukte Middelnederlandse Cato. Ze waren in Rijssel gevonden ‘als opvulsel in de band van een Biblia (Straatsburg, 1522. 8o), deel II’, aldus Kronenberg.Ga naar voetnoot216 Nadere bestudering van het fragment bracht haar tot de conclusie ‘dat het vrijwel zeker te Leiden [was] gedrukt bij Jan Seversz.’, gedateerd moest worden op het eerste kwart van de zestiende eeuw, en dat het het naast stond bij de lezing van de druk die in 1605 bij Hieronymus Verdussen in Antwerpen van de pers kwam.Ga naar voetnoot217 (Over die druk - die de sigle d1 draagt - hierna, p. 181-184 en 187). Kronenberg gaf de tekst ook uit.Ga naar voetnoot218 Zij tekende daarbij aan: ‘De punctuatie is verbeterd en aangevuld; de spelling onveranderd overgenomen, alleen zijn de afkortingen opgelost. De cursieve initialen zijn in het origineel rood gedrukt.’ Toen het plan opkwam ook dit Cato-fragment hier opnieuw en geheel diplomatisch uit te geven, is er contact opgenomen met Rijssel (Lille). In 1993-1994 leverde een briefwisseling met de Bibliothèque Interuniversitaire niets op: de twee blaadjes bleken onvindbaar. En correspondentie in oktober 1995 met de Bibliothèque Municipale te Rijssel leidde evenmin tot succes. In een brief van 18 juli 1997 werd nogmaals bevestigd: ‘Le fragment de la Disticha Catonis que vous recherchez demeure introuvable’. Gelukkig had Kronenberg in haar artikel in Het boek een facsimile van blad 2R en van blad 5V opgenomen. Bovendien liet Drs. Gerard van Thienen van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag weten dat in de ter KB berustende nalatenschap van Kronenberg niet alleen de foto van 2R en 5V aanwezig was, maar ook een handschriftelijke kopie van het gehele fragment (inclusief de twee niet gefotografeerde pagina's), een kopie die nog ‘diplomatischer’ bleek dan de uitgave in het Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde. Dankzij de vriendelijke medewerking van de heer Van Thienen is het mogelijk geweest met behulp van al het genoemde materiaal de onderstaande tekst te presenteren. Er zij op gewezen dat de druk soms zeer gecomprimeerd is, zodat de woordscheiding niet altijd duidelijk blijkt. Wat dat betreft is hieronder, in navolging van Kronenberg, een enkele keer dan ook een knoop doorgehakt. Het fragment-Rijssel krijgt hier de sigle R. 1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Die des wijsdoms wist meerGa naar margenoot+
Dan enich man die leuet nu.
Hi hiet Catho dat segghe ic v
Hi hadde een kint dat hiet also.
5[regelnummer]
Als hijt noemde dies was hi vro
Alst mitten kinde vvas vergaen.
Dat mocht onthouden ende verstaen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Riep hi ende sprac te hem
Men seyt sone dat ic ben
10[regelnummer]
Wijs ende vroet nv mercket an
Ie sal v leren dat ic can
doen seyde hi ende began aldus
Si deus est animus.
Nu mercket soen wat ic v gebiedeGa naar voetnoot219Ga naar margenoot+
15[regelnummer]
Ende vvat dat is dat ic v bediede.
Dats dattu di daer an sult keren
dattu gode immer sult eeren
Du sult morgens vroech op staenGa naar margenoot+
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ende om dijn bederue gaen.
Men seyt wie te langhe slaept
Dat hem die slaep onduchtich maect
Vvachti datmen niet en seyt.Ga naar margenoot+
5[regelnummer]
Dat vele talen an di leyt
want menigerhande tale
En voucht niemant goeders wale
Sone doet als die vroede doetGa naar margenoot+
Die heuet ghestadighen moet
10[regelnummer]
Het is lachter dat een hier seghet
Dat hi ghinder niet en pleghet
Anmercket niemens quade daetGa naar margenoot+
want vele merkens is quaet
Beide so en is man of wijf.
15[regelnummer]
Die sonder sonde leet sijn lijf.
Geloeft niet als dijn wijf tonrechtGa naar margenoot+
Claghet ouer dinen knecht
want quade wiuen sijn ghenoech
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Wanneermen di onrecht doetGa naar margenoot+
So bidt den rechter dat hi di
Doer binen dienste behulpich siGa naar voetnoot220
Dat di in dronckenscap geschietGa naar margenoot+
5[regelnummer]
Dat en latet ongebetert niet
want daer of hier te voren.
Vernoy is comen ende toren
Als du hebst den cost meerGa naar margenoot+
Ende terens dan du hads eer
10[regelnummer]
So spaer want zaen glidet
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hauen diemen niet en midet.
Merck ewel dat di mach deerenGa naar margenoot+
Bewaert dat oftu moges beweren
Hij is sot die comen sijt
15[regelnummer]
Dat ongheual ende niet en vliet.
Die vvat heuet dat hem becoemtGa naar margenoot+
Hout hijt vvel ic vvaent hem vroemt
Hij is sot die in sijn hant heeft goet
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ende leyt dat onder sinen voetGa naar voetnoot221
Som wilen sulstu dijn goetGa naar margenoot+
Sparen als die vroede doet
Die soucket altoos sulck ghelach
5[regelnummer]
hoe hi mit eren leuen mach.
Du en sulst alleen niet ontslaen.Ga naar margenoot+
Trecht dat langhe heeft ghestaen
die verwerket sijn ghebuere
het wort hem dickent te zuere
10[regelnummer]
Sone lere so in dinen sinGa naar margenoot+
dat daer vvone vvijsheit in.Ga naar voetnoot222
die mit sonden leet sijn leuen.
het is qualiken mit hem becleuen
Sone oftu vroet vviltste sijnGa naar margenoot+
15[regelnummer]
So there in goeder maten dijn.
hi is sot die tsijne verteert
Ende anden vreemden hem gheneert.
Lieue sone vvacht V dies.Ga naar margenoot+
[Hier eindigt het fragment] | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De drukken van Jan van Ghelen [sigle G], Hieronymus Verdussen [sigle d1], en Pauwels Stroobant [siglen d2, d3, d4, d5, en d6]: ter inleidingBij de opsomming van de verschillende bronnen van de Middelnederlandse Cato in de paragraaf De Dicta Catonis in het Middelnederlands is onder de nrs. 11 tot en met 13 (p. 19) in het kort al iets gezegd over de drukken die verschenen zijn bij drie Antwerpse drukkers: Jan van Ghelen, Hieronymus Verdussen en Pauwels Stroobant. Alledrie gaven zij een boekje uit met dezelfde inhoud: een lang strofisch gedicht, Baghijnken van Parijs getiteld, gevolgd door ‘die wijse leeringe die Catho zijnen Sone leerde’.Ga naar voetnoot224 Wat de Cato betreft: deze telt in al die drukken niet alleen 203 versregels, maar ook de opgenomen strofen komen overeen (met inbegrip van de weggevallen regel die op regel 123 had moeten volgen); en de kerkelijke goedkeuring is in alle gevallen afkomstig van Symon de Planen. Er kan geen twijfel over bestaan dat hier in feite steeds dezelfde tekst, dezelfde ‘bloemlezing’, wordt aangeboden. Nauwkeurige vergelijking van de teksten in de verschillende exemplaren - een van Jan van Ghelen, een van Hieronymus Verdussen, en vijf van Pauwels Stroobant - bevestigt dat ten overvloede: de verschillen zijn miniem. Dat is dan ook de belangrijkste reden geweest hierna te volstaan met een integrale uitgave van een der teksten -Verdussen - en daar een lijst met varianten aan toe te voegen. Vooraf echter moet het een en ander gezegd worden over de zeven boekjes. Voor het exemplaar van het rond (na?) 1540 verschenen Van Ghelen-drukje [sigle G] kan verwezen worden naar nr. 11 van de opsomming op p. 18-19 hierboven.Ga naar voetnoot225 Datzelfde geldt voor het exemplaar-Verdussen uit 1605 [sigle d1], dat daar onder nr. 12 is genoemd.Ga naar voetnoot226 Uitvoeriger moet worden stilgestaan bij de vijf Stroobant-exemplaren.Ga naar voetnoot227 De zaak ligt ingewikkeld en het is hier niet de plaats om op alle problemen in te gaan. Doch om misverstanden in de toekomst te vermijden dienen wel enkele kwesties uit de bestaande literatuur te worden rechtgezet. In 1860 gaf Serrure het boekje van Verdussen (1605) uit. In zijn inleiding vermeldt hij dat hij nog een andere uitgave bezit, een druk van Pauwels Stroobant ‘inde Cammerstraet, inden witten Hasewint’ (p. IX). Het boekje, zo schrijft Serrure, ‘is zonder jaer’ en het ‘is in allen gevalle ettelyke jaren jonger dan de druk by Verdussen van 1605’ (p. IX). Hij baseert dat op het feit dat een Pauwels Stroobant weliswaar in 1596 als meester stond ingeschreven bij het Sint-Lukasgilde te Antwerpen, maar deze Stroobant | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afbeelding 3: Titelpagina van Baghijnken van Parijs, uitgegeven te Antwerpen door Jan van Grielen (Particuliere verzameling, Nederland; olim Arenberg-collectie nr. 979). Zie ook p. 184.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
woonde ‘in den Witten Hazewind op de Lombaerde vest’ (p. IX). Omdat volgens Serrure Pauwels Stroobant ook in 1669 nog drukte - dan woonachtig ‘in den Witten Hazewind, in de Cammerstraet’ - zal het hier wel om een zoon gaan, zo redeneert hij, want anders zou de ‘oude’ Pauwels gedurende 73 jaar gedrukt hebben. Serrure denkt aan een datering ‘misschien omtrent het jaer 1660’ (p. X). Uit de Dictionnaire van Anne Rouzet evenwel blijkt, dat de oude Pauwels Stroobant vanaf 1597 (tot zijn dood in 1617) al in de Witte Hasewint in de Cammerstraat woonde.Ga naar voetnoot228 Wat dat betreft vervalt dus Serrures argumentatie. Dat het boekje jonger is dan dat van Verdussen maakt Serrure kennelijk ook nog op uit de houtsnede op het titelblad: ‘De titelplaet is eene nabootsing van die welke op den druk van 1605 voorkomt’ (p. IX). Maar welk Stroobant-exemplaar had Serrure voor zich liggen? Volgens De Vreese betreft 't het exemplaar dat later Arenberg nr. 1257 zou worden (en dat nu in de eerder genoemde particuliere collectie in Nederland berust).Ga naar voetnoot229 Doch De Vreese begaat hier een vergissing. Dat blijkt uit het volgende. Serrure heeft achterin zijn editie (p. 35-36) een (onvolledige) lijst van varianten uit het bedoelde exemplaar-Stroobant gegeven (varianten bij de editie-Verdussen). Nu alle overgeleverde Stroobant-exemplaren met elkaar vergeleken kunnen worden, is het bewijsbaar dat het niet om Arenberg nr. 1257 kan gaan. Twee voorbeelden slechts ter adstructie. In regel 12 van de tekst heeft Verdussen ‘vroet’ en Serrure (die een andere telling aanhoudt) geeft in de lijst van varianten ‘voet’, en bij regel 104 geeft hij ‘cale’ naast Verdussens ‘tale’. Deze en andere varianten nu komen niet voor in Arenberg nr. 1257, maar wel in twee andere Stroobant-exemplaren, te weten: Arenberg nr. 1290 en Brussel, Koninklijke Bibliotheek Albert I, Cl. 6513 RP. Beide exemplaren zijn eigendom van Serrure geweest. Het Brusselse exemplaar is door hem verkocht aan de KB op 19 juli 1842.Ga naar voetnoot230 Het andere, zoals bleek, is later bij Arenberg beland en berust nu in de genoemde particuliere collectie, Nederland. Een van die twee moet door Serrure als ‘varianten-exemplaar’ zijn gebruikt. Omdat het exemplaar van de Brusselse KB al in 1842 door Serrure aan die instelling was verkocht, ligt het voor de hand te veronderstellen dat het dus wel zal gaan om ‘Arenberg nr. 1290’. Het merkwaardige is dan dat Serrure in 1860 met geen woord melding maakt van het ‘Brusselse’ exemplaar.Ga naar voetnoot231 Overigens: de Cato-teksten in Arenberg nr. 1290 en Brussel, KB, Cl. 6513 RP zijn op een enkele kleinigheid na volkomen gelijkluidend. Zij behoren ongetwijfeld tot dezelfde druk.Ga naar voetnoot232 Arenberg nr. 1290 krijgt van hieraf de sigle d2, ‘Brussel’ de sigle d3. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zijn ‘Arenberg nr. 1290’ en ‘Brussel’ nu jonger dan Verdussen? Of Serrures oordeel dat de ‘titelplaet [...] eene nabootsing’ is van die uit 1605 juist is, valt voor een niet-boekhistoricus of niet-kunsthistoricus moeilijk vast te stellen. Op Arenberg nr. 1257 na hebben alle Stroobant-exemplaren in wezen dezelfde houtsnede: een vrouwenfiguur - een sober geklede begijn met kap - in een landschap, die knielt voor een Christuskind met wereldbol; het kind straalt licht uit en bevindt zich in een grote doornenkroon die als omlijsting om hem heen is aangebracht; aan de rand van de gehele voorstelling zien we zuilen, met ranken omwikkeld (bijvoorbeeld Verdussen, vgl. ook afb. 3 op p. 182), of er is een wat eenvoudiger randversiering van ornamenten (bijvoorbeeld Brussel Cl. 6513 RP, en Arenberg nr. 1290). De Vreese dateerde Serrures ‘varianten-exemplaar’ als ‘Waarschijnlijk tusschen 1596 en 1612’, maar hij dacht ten onrechte dat het ging om ‘Arenberg nr. 1257’.Ga naar voetnoot233 Hoe dit allemaal zij, als de twee genoemde Stroobant-exemplaren inderdaad jonger zijn dan Verdussen, dan ligt vooralsnog een datering tussen 1605 en 1617 (het sterfjaar van Pauwels Stroobant) meer voor de hand dan een late datering rond 1660. Waarom De Vreese het jaartal 1612 als grens noemt is niet duidelijk. En hoe zit het met de andere drie Stroobant-boekjes: Arenberg nr. 1257, Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, 971 G 10, en Antwerpen, Stadsbibliotheek, F. 41486? Arenberg nr. 1257 - voortaan met de sigle d6 - ook afkomstig uit de verzameling-Serrure, en nu in de genoemde particuliere collectie, heeft op de titelbladzij de een afbeelding die afwijkt van de houtsneden in de andere exemplaren (en in ‘Van Ghelen’ en ‘Verdussen’). Ook hier zien we weliswaar een vrouw in een landschap, knielend voor een Christusfiguur die wordt omlijst met een doornenkroon, maar de vrouw is gekleed in een wijdgeplooid gewaad en draagt geen kap. Achter haar bevindt zich een engel. En de Christusfiguur is een volwassen man, die op de uitgestrekte rechterhand een kroon draagt en in de half vooruitgestoken linkerhand een hart. Onderaan staan tussen punten de initialen van Pieter van der Borcht (ca. 1540-1608):.P.B. (Zie ook afb. 4 op p. 185) Het verwarrende is dat men deze afbeelding heel goed zou kunnen betitelen als ‘eene nabootsing’. En wat dat betreft zou De Vreese gelijk kunnen hebben als hij meent dat Arenberg nr. 1257 het ‘varianten-exemplaar’ van Serrure is geweest, doch diens lijst tekstvarianten logenstraffen De Vreeses mening. Gezien de houtsnede op het titelblad lijkt het waarschijnlijk dat het hier om een andere druk gaat. Tekstinhoudelijk zijn, als gezegd, de verschillen met de andere Stroobant-exemplaren miniem. Is Arenberg nr. 1257 ouder of jonger dan Arenberg nr. 1290 en ‘Brussel’? De houtsnede met de wat weelderiger vormgeving lijkt ‘moderner’, maar zegt dat iets? En de veelal voorkomende spelling ‘v’ waar de andere twee ‘u’ hebben en, andersom, waar Arenberg nr. 1257 ‘u’ voor ‘v’ heeft, biedt evenmin houvast. Nader onderzoek kan mogelijk meer duidelijkheid verschaffen over de genoemde problemen van druk en datering. De Vreese zegt van Arenberg nr. 1290 dat deze ‘hier en daar [...] een beteren tekst’ heeft dan nr. 1257.Ga naar voetnoot234 Bij vergelijking van de twee blijkt dat, althans wat de Cato betreft, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afbeelding 4: Titelpagina van Baghijnken van Parijs, uitgegeven te Antwerpen door Pauwels Stroobant (Particuliere verzameling, Nederland; olim Arenberg-collectie nr. 1257). Zie ook p. 184.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet te kloppen. Nommer 1257 is beter. Deze onjuistheid zal wel samenhangen met de eerder genoemde vergissing van De Vreese. Terzelfder plaatse beweert hij dat het Stroobant-exemplaar van de Universiteitsbibliotheek in Amsterdam - signatuur 971 G 10 - een nevenexemplaar van Arenberg nr. 1290 is.Ga naar voetnoot235 Opnieuw zal het om de gesignaleerde vergissing gaan. Als er bij ‘Amsterdam’ - voortaan de sigle d5 dragend - al sprake is van een parallel exemplaar, dan gaat het weer om Arenberg nr. 1257. Maar er zijn, wat de Cato-tekst betreft, ook verschillen en in die gevallen gaat ‘Amsterdam’ samen met bijvoorbeeld ‘Brussel’ en Arenberg nr. 1290, terwijl Arenberg nr. 1257 iets anders heeft. Het Antwerpse exemplaar ten slotte - signatuur F 41486, sigle voortaan d4 - staat het dichtst bij ‘Brussel’ en bij Arenberg nr. 1290, maar gaat soms samen met ‘Amsterdam’ en soms met ‘Amsterdam’ en ‘Arenberg 1257’.Ga naar voetnoot236 Om een laatste misverstand te voorkomen nog het volgende. Beets heeft in zijn dissertatie De ‘Disticha Catonis’ in het Middelnederlandsch uit 1885 de ‘varianten-editie’ van Serrure de sigle d2 gegeven. ‘Arenberg’ was toen nog helemaal niet aan de orde. Door de latere vergissing van De Vreese in de ‘Bouwstoffen’ (nr. 43 en nr. 321) lijkt het nu dat deze d2 betrekking heeft op Arenberg nr. 1257, terwijl het in feite nr. 1290 betreft. Anders gezegd: d2 bij Beets is niet ‘Arenberg 1257’ maar ‘Arenberg 1290’. Voor het gemak van de lezer volgen nu nog eens alle siglen van de hier behandelde drukken en exemplaren.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Particuliere verzameling, Nederland, (olim. Arenberg nr. 1261), Hieronymus Verdussen, Baghijnken van Parijs (Antwerpen, 1605) [sigle d1]Voor de integrale uitgave van een der genoemde drukken (van respectievelijk Jan van Ghelen, Hieronymus Verdussen en Pauwels Stroobant) is de keuze gevallen op de editie van Verdussen, hoewel deze druk de enige is die reeds eerder in een ‘moderne’ uitgave het licht heeft gezien: Serrure gaf de tekst uit in 1860. Serrures uitgave is natuurlijk verouderd, maar dat is niet de belangrijkste reden geweest om te kiezen voor ‘Verdussen’. Bij vergelijking van de zeven boekjes van de drie Antwerpse drukkers bleek dat een uitgave van Verdussens tekst de minste problemen opleverde bij de presentatie van de varianten; bovendien kostte de gekozen presentatie ook de minste ruimte. Zuiver praktische redenen liggen dus aan de keuze ten grondslag. Beklemtoond zij in dit verband nogmaals dat de verschillen tussen de teksten in de zeven boekjes vrijwel allemaal minieme verschillen zijn. Om de verwijzingen in de lijst van varianten gemakkelijk vindbaar te maken is bij de uitgave van Verdussens tekst in de linkermarge een doorlopende telling (beginnend bij de eerste versregel van de Cato) aangebracht. Ook in de linkermarge, maar meer naar rechts, is een telling per pagina aangebracht, die op iedere bladzijde opnieuw bij 1 begint.
De titel van het boekje dat bij Verdussen van de pers kwam luidt aldus: Baghijnken van // Parijs. Oock is hier by ghedaen die // wijse leeringe die Catho zijnen Sone leerde. // [Houtsnede: knielende vrouwenfiguur in landschap voor Christuskind in doornenkroon, links en rechts als rand twee zuilen met ranken omwikkeld. Onder de houtsnede:] T'HANTVVERPEN. // By Hieronymus Verdussen / op onser lieuer //Vrouwen Kerckhof/ inde X. Gheboden. 1605. Achter de tekst van het lange gedicht Baghijnken van Parijs volgt, met een balk van blokjes boven en onder de tekst, op een nieuwe pagina [B iij V] de kerkelijke approbatie: Dit Boecxken is gheuisiteert ende gheapprobeert byden Eervveerdighen Heer Simon de Planen. Dan, bovenaan op weer een nieuwe pagina [B iiij R], opnieuw een balk van blokjes, waarna de Cato begint.
Ga naar margenoot+Hier nae volcht die Wijse lee=
ringhe van Catho.
Draghen weerlijcke minne
5[regelnummer]
Sy maken daer af rijm ende liet.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Der minnen soo en draghe ick niet
Ga naar margenoot+Want nv is al dat vergaen
Dat der minnen mach bestaen
Wijlen doen ick die minne droech.
10[regelnummer]
Als ick die minne sach/ ick loech
Nv haet ickse in al mijnen sinne
Ga naar margenoot+Die minne dragen/ende die minne
Ende heb ghekeert mijnen moet.
Aen die ghene die sijn vroet
15[regelnummer]
Eer ick dit dede seyde een mijn vrient
Gheselle die ter wijsheyt dient
Ga naar margenoot+Dat hy des beteren loon ontfaet.
Dan die ter minnen dienste staet
Hierom heb ick des beghonnen
20[regelnummer]
Sy hebben onrecht dies my verionnen.Ga naar voetnoot238
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+NV bidt alle met my te GodeGa naar voetnoot239
Ga naar margenoot+Dat hy seynde zijnen bode
Die my wijse ende leere
Hoe ick my ter vroetheyt keere.
5[regelnummer]
Alle die vroet willen wesen
Een boeck is dat die clercken lesen
Ga naar margenoot+Als sy eerst ter scholen gaen
Dat hen wijsheyt doet verstaen
Veel meer dan eenich doet.
10[regelnummer]
Hierom peynsde ick in mijnen moet
Dat ick v daer by wil leeren
Ga naar margenoot+Hoe ghy v herte sult bekeeren
Ter vroetheyt/nv mercket dan.
Vvient maeckte/het woonde een man
15[regelnummer]
Te Roomen wijlen eer
Die des wijsdom wiste meer
Ga naar margenoot+Dan eenich man die leuet nv.
Hy hiet Cathoo dat segghe ick v
Hy hadde een kint dat alsoo
20[regelnummer]
Als hijt noemde dies was hy vro
Als metten kinde was vergaen.
Ga naar margenoot+Dat mocht onthouden ende verstaen
Riep hy ende sprack tot hem
Men seyt sone dat ick ben
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Wijs ende vroet/ nv merckt an
Ick sal v leeren dat ic can
Ga naar margenoot+Doen seyde hy ende beghan aldus.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Si Deus est animus
5[regelnummer]
Nv merct sone wat ick ghebiedeGa naar margenoot+
Ende wat dat is dat ick v ghebiede
Dats dat ghy v daer aen sult keeren
Ga naar margenoot+Dat ghy Gode ymmer sult eeren.
Ghy sult smorghens vroech opstaenGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Ende om v be-erue gaen
Men seyt die te langhe slaept
Dat hem den slaep onduchtich maect.
Ga naar margenoot+Vvacht v datmen niet en seytGa naar margenoot+
Dat vele tale aen v leyt
15[regelnummer]
Want menigherhande tale
En voecht niemants goeders wale.
Sone doet als die vroede doetGa naar margenoot+
Ga naar margenoot+Die heuet ghestadighen moet
Het is lachter/dat een hier segghet
20[regelnummer]
Dat hy ghinder niet en pleghet.
Aenmerct niemants quade daetGa naar margenoot+
Want veel merckens is quaet
Ga naar margenoot+Beyde soo en is man oft wijf
Die sonder sonde leydt sijn lijf.
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ghelooft niet als v wijf t'onrechtGa naar margenoot+
Claghet ouer uwen knecht
Want quade wijuen sijn ghenoech
Ga naar margenoot+Die dicke maken ongheuoech.
5[regelnummer]
Nieu mare ende achtersprakeGa naar margenoot+
Die de lieden tot schanden maken
Sult ghy schouwen ende haten
Die hem anders verwaten.
Ga naar margenoot+Als eenich man doet welGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Dat onthout ende vertelt
Doedy wel swijghet daer of
Soo sult ghy hebben goeden lof.
Die wijle ghy sijt een ionghelinckGa naar margenoot+
Ga naar margenoot+Soo doet soo menich goet dinck
15[regelnummer]
Als dan naken uwe daghe
Datmen ws te Gode ghewaghe.
Alst compt dat ghy hebt ghenoechGa naar margenoot+
Van hauen hout v in dit gheuoech
Ga naar margenoot+Want heden is die man rijcke
20[regelnummer]
Smorghens staet hem commerlijcke.
Als ghy arm sijt van haue.Ga naar margenoot+
Ende van rijckdommen beschouen
Bepeynst dat ghy hier te voren
Ga naar margenoot+Arm ende naeckt waer gheboren.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ghy sult niet keeren in dienGa naar margenoot+
Dat ghy die doot sult ontsien
Want wie die doot ontsiet
Hem en helpt sijn leuen niet.
5[regelnummer]
Ga naar margenoot+Hy is sotter dan een queken hootGa naar margenoot+
Die hopet op een anders doot
Want beyde die lieden ionck ende out
Sijn haers leuens onghewout.
Al hebdy dat verdientGa naar margenoot+
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dat ghy en behoeft geenen vrient
Dat en suldy Godt wijten niet
Want hem is leet dat v misschiet.
Ghy sult v wachten doet ghy wale.Ga naar margenoot+
Tegen hem te hebben tale
15[regelnummer]
Ga naar margenoot+Die altoos sijn beuaen in dien
Hoe sy verradenis mogen plien.
Vvacht die tegen v gebareGa naar margenoot+
Minnelijck als die vogelare
Die schoon pijpen ende blasen
20[regelnummer]
Ga naar margenoot+Als die voghelkens verdwasen.
Na dat uwe tijden nakenGa naar margenoot+
Suldy uwe teringe maken
Ende uwen cost meer noch min
Nae dien dat ghy hebt ghewin.Ga naar voetnoot240
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ghy moghet t'ghelt minnen welGa naar margenoot+
Door nutschap ende niet el
Men seyt daer noyt heylich man.
En leyde zijnen sin daer aen.
5[regelnummer]
Beyde nemen ende gheuenGa naar margenoot+
Ga naar margenoot+Is haer zede die nv wil leuen
Met eeren doet alsoo
Soo menchdy blijde zijn ende vro.Ga naar voetnoot241
Vvildy sone v daer toe keerenGa naar voetnoot242Ga naar margenoot+
10[regelnummer]
Vergilius heuet beschreuen
Ga naar margenoot+Hoe die dorpers sullen leuen.
Ghy sult die onmate vlienGa naar margenoot+
Men seyt dat vroede plien
Mate te houden ende volghen hare
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15[regelnummer]
Want onmaten is ongheware.
Ga naar margenoot+Segdy ws ghesellen daetGa naar margenoot+
Dies hy hem schaemt dat is quaet
Peynst oft het v lief ware
Die uwe schande maeckte openbare.
20[regelnummer]
Sone en merckt die sonder nietGa naar voetnoot245Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot+Diemen den quaden doen siet
Want den tijt sal comen saen
Dat sijs loon sullen ontfaen.
Sone ick verbiede v nijdichedeGa naar margenoot+
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Want sy heuet quade sede
Ga naar margenoot+Wie datse draghet Godt weet
Hem comter af dat hem is leet.
Ghy sult hebben vasten moetGa naar margenoot+
5[regelnummer]
Wanneermen v onrecht doet
Soo bidt den rechter dat hy dy
Ga naar margenoot+Door uwen dienst behulpich sy.
Dat v in dronckenschap gheschietGa naar margenoot+
Dat en laet onghebetert niet
10[regelnummer]
Wanter af hier voren
Vernoy is comen ende toren.
Ga naar margenoot+Als ghy hebt den cost meerGa naar margenoot+
Ende teerens dan ghy hadt eer
Soo spaert/ want saen ghelijdet
15[regelnummer]
Hauen diemen niet en mydet.
Merckt wel dat mach v deerenGa naar margenoot+
Ga naar margenoot+Bewaert oft ghy moghet beweeren
Hy is sot die comen siet
Dat ongheual ende niet en vliet.
20[regelnummer]
Die wat heuet dat hem becoemtGa naar margenoot+
Hout hijt wel ick waent hem vroemt
Ga naar margenoot+Hy is sot die in sijn hant heeft goet
Ende leyt dat onder zijnen voet.
Som wijlen sult ghy v goetGa naar voetnoot246Ga naar margenoot+
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Sparen als die vroede doet
Die soeckt altoos sulck gheclach
Ga naar margenoot+Hoe hy met eeren leuen mach.
Ghy en sult alleene niet ontslaenGa naar margenoot+
5[regelnummer]
T'recht dat lange heeft gestaen
Die verwecket sijn ghebuere
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het wort hem dickwils al te suere.
Ga naar margenoot+Sone leert in uwen sinGa naar margenoot+
Dat daer woone wijsheyt in
10[regelnummer]
Die met sonden leyt sijn leuen
Het is qualijcken met hem becleuen.
Sone oft ghy vroet wilt sijnGa naar margenoot+
Ga naar margenoot+Soo t'herte in goeder maten dijn
Hy is sot diet zijne verteert
15[regelnummer]
Ende aenden vremden hen geneert.
Lieue sone wacht v diesGa naar margenoot+
Dat ghy biddens niet en plies
Ga naar margenoot+Ick segt v hoet int lant steet
Die vele bidt hy wort leet.
20[regelnummer]
Die doot en sult ghy haten nietGa naar margenoot+
Door een pijne die soo vliet
Die sy recht ouer die quade
Ga naar margenoot+Al compt hy dicke te spade.
Ghy sult met uwen sin allegaderGa naar margenoot+
1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Eeren moeder ende vader
Godt seyt diese belghen doet
Dat hem te pijne worden moet.
Ga naar margenoot+Sone dit is den besten schatGa naar margenoot+
5[regelnummer]
Die ick hebbe/ende om dat
Soo heet ick ende beuele dy
Dat hy altoos met v sy.
Ghy goede lieden die dese redenGa naar margenoot+
Ga naar margenoot+Hebt ghehoort doet v gebeden
10[regelnummer]
Ootmoedelijck tot onsen Heere
Bidt hem dat hy v leere
Ende verlichten soo uwen sin
Dat daer woone wijsheyt in.
Ga naar margenoot+Die dit maeckten wt Latijne
15[regelnummer]
In Vlaemsche/begeert te zijne
In v gebeden vroech ende spade
Bidt Gode dat hy hem doe genade.
FINIS.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Varianten in G en in d2 tot en met d6 ten opzichte van d1In de hierna volgende lijst zijn alle ‘Cato-varianten’ ten opzichte van Verdussens tekst [d1] uit de druk van Jan van Ghelen [G] en uit de Stroobant-exemplaren [d2, d3, d4, d5, d6] opgenomen. Daarbij zijn inbegrepen alle interpunctietekens en alle verschillen tussen hoofdletters en kleine letters. Ook alle twijfelgevallen zijn vermeld, evenals eventuele typografische verschillen bij het begin van de strofen. De versregeltelling hieronder is dezelfde als die in de linkermarge bij de hierboven uitgegeven tekst van Hieronymus Verdussen is gevolgd (vers 1 t/m 203).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|