Den Duytschen Catoen (1998)

Den Duytschen Catoen

(1998)–Anoniem Duytschen Catoen, Den– rechtenstatus

Auteursrechtelijk beschermd

Naar de Antwerpse druk van Henrick Eckert van Homberch

Vorige Volgende



[pagina 37]
Diplomatisch afschrift [ajV] 1[regelnummer] Ga naar margenoot+DIe ghene die in haren sinneGa naar voetnoot1 Ga naar margenoot+ Draghen waerlike minne Si maken daer of rijm ende liet Der minnen so en draghe ic niet 5[regelnummer] Want mi es al dat verghaen Datter minnen mach bestaen Ter wilen doen ic minne droech Als ic die minne sach ick loech Nv haet icse al in minen sinnen 10[regelnummer] Die minne draghen ende minnen Ende heb gheleert in minen moet Aen die ghene die sijn vroet Eer ict dede seide een mijn vrient Geselle die ter tijt wijsheit dient.Ga naar voetnoot2 15[regelnummer] Dat hijs beteren loen ontfaet Dan die ter minnen dienste staet Hier om heb ic des begonnen Si hebben onrecht des mi vergonnen Nv bidt alle met mi te gode 20[regelnummer] Dat hi mi sende sinen bode aijR, 1[regelnummer] Die mij wise ende leere Hoe ic mi ter wijsheit keere Alle die vroet willen wesen Een boeck is dat die clercken lesen 5[regelnummer] Als si eerst ter scolen gaen Die hem wijsheyt doet verstaenGa naar voetnoot3 Vele meer dan eenich doet Hier om peynse ic in minen moet Dat icker v bi wille leren 10[regelnummer] Hoe ghi v herte sult bekeren Ter vroetheit nv merct dan Wien maecte het woende een man
[pagina 38]
Te romen wijlen eer Die der wijsheit wiste meer. 15[regelnummer] Dan yemant die leeft nv Hi hiet Cathoen dat seg ic v Die hadde een kint dat hiet also Al dat hi dede des was hy vro Alst metten kinde was vergaen 20[regelnummer] Dat mocht onthouden saen. aij V 1[regelnummer] Riep hi ende sprac tot hem Men seyt sone dat ic ben Wijs vroet nv merct dan Ick sal v leren dat ic kan 5[regelnummer] Doen seide hi ende begonst aldus Si deus est animus. Ga naar margenoot+Nv merct sone wat ic v ghebiedeGa naar margenoot+ Ende wat is dat ic v bediede Dattu di daer aen sout keren 10[regelnummer] Dattu gode sout emmer eren Ga naar margenoot+Du soutst smorgens vroe opstaenGa naar margenoot+ Ende om dine bederue gaen Men seit die te langhe slaept Dat hem die slaep onduchtich maect 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Wachti datmen niet en seytGa naar margenoot+ Dat vele talen aen di leyt Want menigerhande tale Voeghet nyemant goeders wale Ga naar margenoot+Sone doet als die vroede doetGa naar margenoot+ 20[regelnummer] Die heeft gestadeliken moet [aiij R] 1[regelnummer] Men lachtert dat een hier segget Des hi ghinder niet en pleghet Ga naar margenoot+Eenradich ende sachteGa naar margenoot+ Souts sijn in dijn gedachte. 5[regelnummer] Hi is sot die dijn ghepeyns Die lieden seit hier ende ghens Ga naar margenoot+Mercke nyemants quade daetGa naar margenoot+ Want vele merckens is quaet Beyde en is man noch wijf 10[regelnummer] Die sonder sonde leit sijn lijf. Ga naar margenoot+Houtu oec dat yemant deert[D I,6] Doet van di hi is sot dies begeert Om dat luttel helpen mach Te doen den lieden quaet ghelach. 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Gheloeft niet dijn wijf tonrechteGa naar margenoot+ Als si claget ouer dine knechte Quader wijuen sijn genoech
[pagina 39]
Die dicke maken ongeuoech. Ga naar margenoot+Du en selt niet talen noch sprekenGa naar margenoot+ 20[regelnummer] Gheschel teghen die quade maken [aiij V] 1[regelnummer] Want van lichteliker chosen Comen dicke grote nosen Ga naar margenoot+Minne den ghene die di minnenGa naar margenoot+ Die di wel doet laet hem bekennen 5[regelnummer] Hi is sot die te dienste staet Daert hem tscanden al vergaet. Ga naar margenoot+Nyemare ende achtersprakenGa naar margenoot+ Die de lieden tscanden maken. Soudu scuwen ende haten 10[regelnummer] Die haer volgen sijn verwaten Ga naar margenoot+Datmen di beheten heeftGa naar margenoot+ Eer die tijt comt datment gheeft En saltu niet beheten voort Wantmen lieghet vele voort 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Als di yemant gheeft lofGa naar margenoot+ Wes te blijder niet daer of Die vroede merct ende verstaet Eer hi van yemant lof ontfaet Ga naar margenoot+Die wile du bist iongelincGa naar margenoot+ 20[regelnummer] Doet so menighe goede dinc [aiiij R] 1[regelnummer] Als di naken dine daghen Datmen di te goede ghewaghe Ga naar margenoot+En roeke niet wat enich manGa naar margenoot+ Stillekine gheruynen can 5[regelnummer] Want die quade wanet des Watmen ruynt die van hem es Ga naar margenoot+Alstu heues ghenoechGa naar margenoot+ Hauen houti int gheuoech Heden is die man rijcke 10[regelnummer] Morghe staet hem commerlijcke. Ga naar margenoot+Als dy sone dijn arme vrientGa naar margenoot+ Van cleynder giften dient. Wes blider dan di is te moede Ende danckes hem met allen goede. 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Du en soutstu keren niet in dienGa naar margenoot+ Dattu die doot sout ontsien Want wie die doot ontsiet En helpt sijn leuen niet Ga naar margenoot+Hy is sotter dan een queken hootGa naar margenoot+ 20[regelnummer] Die hoept op eens anders doot. [aiiij V] 1[regelnummer] Want alle lieden ionck ende out Sijn haers leuens onghewout.
[pagina 40]
Ga naar margenoot+Alstu heues des verdientGa naar margenoot+ Dattu hebs ghenen vrient 5[regelnummer] Dan soutu gode witen niet Hem is leet datti messchiet Ga naar margenoot+Van dattu hebs beweuenGa naar margenoot+ Soutu vroedelike leuen Ende wes also ondersteken 10[regelnummer] Datti niet en mach ghebreken Ga naar margenoot+Hebstu kinder sonder goetGa naar margenoot+ So doet als die vroede doet Die hem een ambacht leert Alst noot heeft datter hem an keert 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Dattu lief hebste en saltu nietGa naar margenoot+ Te seer minnen is oec yet Dattu hates soutstu haten Niet te seer mer te maten Ga naar margenoot+Dat god wil doen mettiGa naar margenoot+ 20[regelnummer] Laet hem geworden wat siGa naar voetnoot4 [av R] 1[regelnummer] Du en waers te raden niet Daer hi di sciep ende wesen hiet. Ga naar margenoot+Na datti dine tijde nakenGa naar margenoot+ Soutstu dine teere maken 5[regelnummer] Ende dinen cost meer noch min Na dattu heues ghewin Ga naar margenoot+Du soutst ommate vlienGa naar margenoot+ Men seit dats die vroede plien Hout mate ende volget hare 10[regelnummer] Want ommate is ongheware Ga naar margenoot+Seggestu dijn ghesellen datGa naar margenoot+ Des hi hem scaemt dats quaet Peynst oft di lief ware Die dijn scande maecte ware 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Alstu heues cost meerGa naar margenoot+ Ende terens dan du hads eer Spare want saen glidet Haue diemen niet en midet. Ga naar margenoot+Datti in dronckenscap gheschietGa naar margenoot+ 20[regelnummer] En laet onghebetert niet. [av V] 1[regelnummer] Want daer af hier te voren Vernoy is comen ende toren. Ga naar margenoot+Beyde nemen ende gheuenGa naar margenoot+ Is haer sede die nv leuen 5[regelnummer] Met eren sone doet also
[pagina 41]
So machtu blijde sijn ende vro Ga naar margenoot+Wiltu dy sone daer toe kerenGa naar margenoot+ Dattu dorpers sede wilt leren Virgilius heuet al bescreuen 10[regelnummer] Hoe die dorpers sullen leuen. Ga naar margenoot+Wiltu leeren medicijneGa naar margenoot+ Ende vroet arsater te sijne. Macer heuet bescreuen al Watmen daer toe pleghen sal 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Wiltu des onderwindenGa naar margenoot+ Dattu geuechs wilt bewinden Doet minen raet les lucane Hi salder wel brenghen ane Ga naar margenoot+Wiltu weten wat si minnenGa naar margenoot+] 20[regelnummer] Ende minne doen in minen sinnen. [avj R] 1[regelnummer] Ouidius leert di also Hoe du van minnen wordes vro Ga naar margenoot+Mercke wel datti mach derenGa naar margenoot+ Bewert oftu mach beweren 5[regelnummer] Hi is sot die comen siet Dongheual ende niet en vliet Ga naar margenoot+Kiest enen die du mach makenGa naar margenoot+ Cont dine verholen saken. Bistu sieck kiest eenen man 10[regelnummer] Die best van arsatarien can Ga naar margenoot+Sone lere so in dinen sinGa naar margenoot+ Datter wone wijsheit in Die daer sonder leit sijn leuen Hets qualic met hem beweuen. 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Houti sone na minen lereGa naar margenoot+ Doetstuut di comter af eere Laetstuut oec hets mi gast Ende metti salt wesen vast Ga naar margenoot+Die goeder voeren pleghetGa naar margenoot+ 20[regelnummer] Derf niet roeken watmen seghet. [avj V] 1[regelnummer] Hi en darf doer nyemants tale Quaet doen wilstu selue wale Ga naar margenoot+Alstu gheropen bist te radeGa naar margenoot+ So en bedenct di niet te spade 5[regelnummer] Du en beters dijn gesellen daet Van alle des dy ane gaet Ga naar margenoot+Datti te deele beuallen esGa naar margenoot+ Hout dat ende wachti des Datmen niet en seit waer hij gaet 10[regelnummer] Die tsine verdede met quader daet
[pagina 42]
Ga naar margenoot+Als di yemant gheeft raetGa naar margenoot+ Hi en sal di niet duncken quaet Hi is sot die raet ontseyt So wien gaf daer doghet an leyt. 15[regelnummer] Ga naar margenoot+En proeft niet dine crachtGa naar margenoot+ Aen datti is tot uwer macht Daer is te prouen lachter an Dat een ghedoen niet en can Ga naar margenoot+Alstu verstaet in dinen moetGa naar margenoot+ 20[regelnummer] Datmen di onrecht doet [avij R] 1[regelnummer] Bidt den rechter dat hi di Om dinen dienst behulpich si Ga naar margenoot+Alstu etes wacht v diesGa naar margenoot+ Dattu te vele niet en plies 5[regelnummer] Te spreken wiet heeft in seden Men mercket al in dorperheden Ga naar margenoot+Als di vernoy toe gaetGa naar margenoot+ Soect an dine vrienden raet Die vrient die trouwe heeft 10[regelnummer] Is die beste troest die leeft Ga naar margenoot+Als du goet hebste ende haueGa naar margenoot+ Neemt v ghemack daer aue Wat helpt goet ende scat Des nyemant en heeft te bat 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Hoerdom is een quade sedeGa naar margenoot+ Ende vreck tsine/daer mede Dese twe soutstu scuwen Want si vele souden brouwen Ga naar margenoot+Du sult met dinen sin algaderGa naar margenoot+ 20[regelnummer] Eeren moeder ende vader. [avij V] 1[regelnummer] God seit diese belghen doet Dat hem te pine worden moet Ga naar margenoot+Te vele eten ende drinckenGa naar margenoot+ Soutstu scuwen ende dencken 5[regelnummer] Wie hem hout an dit ghelaghe Hi corter mede sine daghe Ga naar margenoot+Als dijn wijf verbolghen esGa naar margenoot+ En wilt niet roeken des Wat si seyt want haer woert 10[regelnummer] Waeyt die wint wter poert Ga naar margenoot+Doet yemant wel wie hi syGa naar voetnoot5 Ga naar margenoot+ Neemter goet exempel bi
[pagina 43]
Doet yemant quaet saltu vlien En laetne sijnre quaetheit plien 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Die heeft dat hem becoemtGa naar margenoot+ Hout hi ic waent hem vroemt Hi is sot die heeft goet Ende leghet onder sine voet Ga naar margenoot+Constu di gheueynsen vroetGa naar margenoot+ 20[regelnummer] Het soudi dicke wesen goet [aviij R] 1[regelnummer] Die vroede man winter anGa naar voetnoot6 Dicke dat hi hem veysen can 55[regelnummer] Wachti ieghen die ghebareGa naar margenoot+ Minlick als die voghelare 5[regelnummer] Die scone pipen ende blasen Als si die vogelkijns verdwasen 56[regelnummer] Wachti als bi dinen liueGa naar margenoot+ Dattu gheen wijf te wiue En nemes du en kentse wel 10[regelnummer] Want der wiuen sijn vele fel Ga naar margenoot+Sone dits den besten scatGa naar margenoot+ Die ick hebbe ende om dat. Heet ic ende beuele di Datti altoes met di si 15[regelnummer] Ga naar margenoot+Goede lieden die dese taleGa naar margenoot+ Hebt ghehoort alte male Doet v ghebede deuotelike Tot gode van hemelrike Dat hi verlichte uwen sin 20[regelnummer] Datter wone wijsheit in [aviij V] 1[regelnummer] Die dit maecte vten latine In duytsche hi begheerde te sine In v ghebede vroe ende spade Bidt gode dat hi v doe ghenade 5[regelnummer] AMEN Ga naar margenoot+Dit boecxken es gheprent Tant= werpen Binnen die cammerpoerte. By my Henrick eckert van homberch	margenoot+ Pr. voetnoot1 De initiaal is een twee regels hoge lombarde. margenoot+ [Prol. niet in het Latijn] voetnoot2 Mogelijk staat er tussen ‘tijt’ en ‘wijsheit’ een schuin streepje (/). voetnoot3 ‘hem’: ‘hen’ is ook mogelijk. margenoot+ 1 margenoot+ [D I,1] margenoot+ 2 margenoot+ [D I,2] margenoot+ 3 margenoot+ [D I,3] margenoot+ 4 margenoot+ [D I,4] margenoot+ 5 margenoot+ [D I,7] margenoot+ 6 margenoot+ [D I,5] margenoot+ 7 margenoot+ 8 margenoot+ [D I,8] margenoot+ 9 margenoot+ [D I,10] margenoot+ 10 margenoot+ [D I,11] margenoot+ 11 margenoot+ [D I,12] margenoot+ 12 margenoot+ [D I,13] margenoot+ 13 margenoot+ [D I,14] margenoot+ 14 margenoot+ [D I,16] margenoot+ 15 margenoot+ [D I,17] margenoot+ 16 margenoot+ [D I,18] margenoot+ 17 margenoot+ [D I,20] margenoot+ 18 margenoot+ [D I,22] margenoot+ 19 margenoot+ [D I,19] margenoot+ 20 margenoot+ [D I,23] margenoot+ 21 margenoot+ [D I,24] margenoot+ 22 margenoot+ [D I,28] margenoot+ 23 margenoot+ [D I,29] margenoot+ 24 margenoot+ [D II,12] voetnoot4 ‘wat si’: eventueel ‘watsi’. margenoot+ 25 margenoot+ [D I,33?; Beets III,12 (=11)] margenoot+ 26 margenoot+ [D II,6; Beets IV, 10 (=7)] margenoot+ 27 margenoot+ [D II,7; Beets III,8 (=7)] margenoot+ 28 margenoot+ [D II,17] margenoot+ 29 margenoot+ [D II,21] margenoot+ 30 margenoot+ [D I,40] margenoot+ 31 margenoot+ [D II, Proloog a] margenoot+ 32 margenoot+ [D II, Proloog b] margenoot+ 33 margenoot+ [D II, Proloog c] margenoot+ 34 margenoot+ [D II, Proloog d margenoot+ 35 margenoot+ [D II,24] margenoot+ 36 margenoot+ [D II,22] margenoot+ 37 margenoot+ [D III, 1] margenoot+ 38 margenoot+ [D III, Proloog b (of a en b)] margenoot+ 39 margenoot+ [D III,2; Beets III,3] margenoot+ 40 margenoot+ [D III,3; Beets III,4] margenoot+ 41 margenoot+ [D III,8; Beets III,9] margenoot+ 42 margenoot+ [D III,10; Beets III,11] margenoot+ 43 margenoot+ [D III,14; Beets III,15] margenoot+ 44 margenoot+ [D III,16; Beets III,17] margenoot+ 45 margenoot+ [D III,19; Beets III,20] margenoot+ 46 margenoot+ [D IV,13] margenoot+ 47 margenoot+ [D IV,16; Beets IV,5] margenoot+ 48 margenoot+ [D II,19] margenoot+ 49 margenoot+ [D III,24; Beets III,25] margenoot+ 50 margenoot+ [D IV,24] margenoot+ 51 margenoot+ [D III,20; Beets III,21] margenoot+ 52 voetnoot5 ‘Doet’: de hoofdletter D wijkt af van de andere hoofdletters D. Hier is de D een één regel hoge lombarde. margenoot+ [D III,13; Beets III,14] margenoot+ 53 margenoot+ [D II,26] margenoot+ 54 margenoot+ [D II, 18] voetnoot6 ‘vroede man’: vrijwel als één woord gedrukt. margenoot+ [D I,27] margenoot+ [D III,12; Beets III,13] margenoot+ 57 margenoot+ [D zelfstandige strofe, i.p.v. IV,49] margenoot+ Epil. margenoot+ [Epiloog, niet in het Latijn] margenoot+ ¶

Vorige Volgende

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

Dietsche Catoen