‘dienen ende sijn van node elcken kersten mensche, hy si ionc of out, om te weten ende hem daer na te reguleren’. Achter zo'n zin zit de commerciële aanpak, maar het is ook niet helemaal een slag in de lucht. Mogen we veronderstellen dat bij de uitgave van de Cato dezelfde gedachte heeft meegespeeld? Er was in de grote koopstad Antwerpen een breed publiek van niet in het Latijn geschoolden die beslist hun voordeel konden doen met de lessen die de Cato ten beste gaf.
Maar vanuit de traditie bezien ligt het toch het meest voor de hand allereerst aan de school, of, breder gezien, aan de opvoeding te denken. En omdat het in dit geval om een Cato in de volkstaal gaat, kunnen we ons heel goed voorstellen dat het boekje werd gebruikt in de ‘dietsche’, ‘duytsche’ of ‘lagere’ school. De kinderen konden er bijvoorbeeld uit leren lezen of het van buiten leren.
Zolang we geen concrete feiten hebben blijft het evenwel bij gissingen over het publiek van Den duytschen Cathoen.