| |
| |
| |
De Denker.
No. 497. Den 6 July 1772.
[Ieder mensch waant Talenten te bezitten, waardoor hy boven anderen uitblinkt.]
Hebt gy eenen man gezien, die wys in zyne oogen is? van eenen Zot is meêr verwagting dan van Hem.
Myn Heer.
Proverb. XXVI. vers. 12.
Ieder mensch wil doorgaans met hoedanigheden begaafd zyn, die boven anderen ver uitblinken, en verbeeld zich veeltyds, dat hy zeer kwalyk geplaast zou worden, indien men hem niet in een rang verboven zyne medeschepzelen stelde; Dit is inderdaad een zwak, waaraan veele menschen onderhevig zyn, de een meer de andere minder; terwyl de allernedrigste zelfs van dit kwaad veeltyds niet zyn vry te spreken, welke niet zelden uit eene al te groote verlaging van zich zelven, eene hoogmoedige dwaasheid vertoonen, welke van andere ligt word opgemerkt, en van onder dat dekzel dier diepe versnedering straks gezien en bespot word. - 't Is waar, de een bezit ongelyk meer bekwaamheden, dan den anderen, om het belaggelyke daar van voor 't oog der weereld te verbergen, echter kan het niet misschen, of een hoogmoedige Dwaas moet zich te eniger tyd openbaren, en kenbaar maken. Dit geschied vooral, wanneer die snaar geroerd word, waar op zy het zwakste zyn, dan begint de Dwaasheid, waar van elk mensch zelfs eene zekere dosis bezit, dra zich te ontwikkelen, en de hoogmoed de overhand krygende vertoond zich in dat licht, en wel in weerwil van alle pogingen, die men daar tegen mag aanwenden, zo als ze 't hart van den mensch geheel in bezit heeft. -
Iemand, die groote gedagten van zyne eigen bekwaamheden vormd, die zich zelven met betrekking tot zyn verstand en kundigheden altoos in het gunstigste licht beschouwd, zal nooit velen kunnen, dat 'er aan dit snaartje getrokken word, of hy zal zich aanstonds vertoonen, en laten zien, wie hy is, terwyl het dikwils zover gaat, dat hy de gelegenheden zelve opzoekt, om zyne bekwaamheden te toonen, om met zyn verstand te pronken, en
| |
| |
zyne kundigheden te laten schitteren voor 't oog van al de weereld. – Van dat zoort van menschen vind men, die in hun beroep eene hooggaande verwaandheid toonen die by alle gelegenheden, 't zy gepaste of ongepaste, een bewys hunner kundigheid willen geven, terwylze ondertusschen hier door de belaggelykste dwaasheden begaan, die men begrypen kan; die door zulk een gedrag veroorzaken, dat anderen, welke hunne bekwaamheden met een onzydig oog beschouwen, onmogelyk kunnen nalaten hier mede den spot te dryven. - Deze menschen nochtans blyven in hunne verwaandheid te volharden, en zyn nimmer meêr in hun schik, dan wanneer zy de gelegenheid krygen om zich belaggelyk te maaken, als zy door eene houding van al te verstandig te willen zyn, zich zelve inderdaat als de ondraagelykste Gekken ten toon stellen.
Zo vind men ook een zoort van menschen, welke altoos de onvertsaagde willen speelen, die hun grootste eer stellen in 't vermelden van dappere daaden, in gevalletjes op te halen, waar elk een voor hun heeft moeten zwigten, ofschoon ze nergens minder toe dienen, dan tot den Oorlog, noch nimmer bekwaam gemaakt zouden kunnen worden tot een beroep, daar het op moed en dapperheid aankomt. - Men vind zelden Luiden, die niet deze of gene ontmoeting hebben gehad, gelyk men bezwaarlyk iemand kan aantreffen, die in zyn leven niet eens eene gevaarlyke reis heeft gedaan. - Dan de minste gevalletjes is men gewoon breed uit te meten, en 't mist niet, of men heeft altoos uitstekende bewyzen van moed en dapperheid doen blyken. - Van zulke of zoortgelyke zaken mogen vele menschen maar geen enkel woord hooren reppen, of stavast, dan geraakt hun 't bloed aan 't gisten, hunne gramschap aan het woeden, en alles te gelyk in beweeging met zulk een verschrikkelyk geweld, dat ze in een ogenbliks tyds een allerysselykst bloedbad kunnen aanrigten, zonder eens van hun plaats op te ryzen, zonder zelfs gehinderd te worden om hun pyp met gemak uit te roken. - Zulke helden worden 'er inderdaad veel gevonden, die door moed en voorgewende dapperheid, als de twee noofdraderen, die hen in beweging brengen, gaande geraakt, zonder eenigen tegenstand te ontmoeten, den een voor, den anderen na den halsbreken, en menschen bloed vergieten als water.
Het is waard om myn Neef Flip Bomasje in die om- | |
| |
standigheden eens aan te treffen; nooit heeft hy nog voor iemand gezwigt, en de Man moet nog geboren worden, daar hy het voor doen zou. Het spyt me nochtans, dat hy 't onlangs in weerwil van alle zyne heldendaden, het den dood heeft moeten gewonnen geven. - Dit was 't hardste gelag, en de zwaarste party, die hy van zyn Leven gehad heeft; want honderdmaal en meêr heeft hy overwinnaar geweest, gelyk ik hem dikmaal in gezelschappen uuren lang daar van heb hooren vertellen. - Hy was maar kort van postuur, dog sterk gespierd, zyn gezigt was eenigzins dreigende, zyn wezen gedrongen, en had een barsch voorkomen, 't geen eenige Natuurkenners hielden voor de groote en voorname oorzaak van zyne koloryke gesteldheid. Men heeft opgemerkt, als hy paars en rood in 't aangezigt wierd, of dat de oogen begonnen te draijen, dat 'er dan altyd onvermydelyk een gevegt op handen stond. – Een beroemd Geneesheer zou, zo als men voorgeeft, zyne Dapperheid aan zyne Ouders voorspeld hebben, wanneer hy nog maar een Kind in de wieg was, om dat hy met eene uitstekende Kin geboren is 't geen die voorname Eskulaap voor een onfaalbaar bewys van dapperheid hield. - Hy sprak in zyn leven altoos zeer beslissende, en op een' bevelhebbenden toon; niet onder verbetering: maar Ik ben van dat gevoelen; zo oordeel ik; Ik zeg dat het zo is, en die anders zegt, heeft geen verstand. - Op het Point van dapperheid druktr hy zig gewonelyk aldus uit; Hy is een Gek; Ik groet Hem voor een Lacy; Ik zou Hem doen zwygen, of hy zou op zyn bek hebben, al was 't een Vent als een Boom. - Dan liet hy 'er dit onmiddelyk op volgen: dat heb ik eens getoond aan Stefanus Windmaker, die altyd zo een haantje van de baan wilde wezen, toen ik begon, zweeg hy als een Mof. - Als het gebeurde, dat hy met iemand in woorden raakt, dan waren dit zyne gewone dreigementen: Ik ordonneer je aanstonds te zwygen; ik versta van U geen enkel woord meêr. Als men nu, gelyk Stefanus Windmaker, 't Mannetje geen klap waardigkende, lieten zy hem veeltyds praten: dog als dan was zyn triomf zonderling groot, die trompette hy by alle gelegenheden zo ver uit, als de vermogens zyner spraakleden, die hy om te schreuwen wonder wel tot zyn gebruik had, maar eenigzins toelieten, en geen
| |
| |
Veldheer kan moediger op de overwinning eener bloedige Bataille wezen, dan myn Neef was op zyn gewaande Zegepraal. Dog was 't integendeel een Haan, dien hy aantrof, en zich tegens hem dorst verzetten, dan had hy groot berouw, de zaken tot die hoogte te hebben laten komen, dat hy met schande moest capituleren. - 't Is eens gebeurd, dat de gansche buurt by hem overend stond. Alle ogenblik zag men eene allerbloedigste Bataille te gemoet tusschen hem en een Schipper, die hem verschrikkelyk had beledigd. - Dan toen de twee helden elkanderen naderden, toen men meende, dat de oorlogsvlam zo zou uitbersten, en ieders hart beefde gelyk een blad, niets anders verwagtende dan bloed en ysselyke wonden te zullen aanschouwen. – Toen, toen men meende, dat myn Neef het al zou uitgeroeid hebben, wat maar den naam van Schipper of Veerman droeg. - Toen, O hoe gelukkig! is hem op dat zelve ogenblik zo iets bekropen, 't geen ik juist geen' naam weet te geven; mogelyk is het enkele ontferming geweest, die hem weêr hield, om den armen Schipper niet aan zyne gedugte wraak op te offeren. - Wat 'er ook van zy, het belette althans, dat men dien dag niet genoodzaakt was Laarzen aan te trekken om in zyn buurt door 't bloed te waden.
Zo worden 'er ook in de zamenleving menschen gevonden, die op gelyke wyze als myn Neef met zyne dapperheid, ook met hun verstand en oordeel willen pronken; die alle gelegenheden waarnemen, om met hunne gaven te schitteren; die in alle gezelschappen en byéénkomsten het hoogste woord willen voeren; die met de allerernstigste zaken in een bespottelyk licht te plaatzen, aan de waereld hun verstand willen vertoonen, en door met elk een in gevoelen te verschillen, op een beslissenden toon tegen te spreken, en schier alles veragten, wat van anderen geprezen word, zich zelven voor fraije vernuften zoeken te doen doorgaan. - Dusdanig een Critiek is Clifon, een Mannetje van vyfthalf voet hoog, gemunieerd met een vervarelyken dikken Kop, versierd met een uitstekend Buikje, en ingebogen Lendetjes. Ik spreek van hem in 't klein, om dat hy een Mannetje in Miniatuur is. Men houd hem voor een half Fransch en half Latynsch menschje; wes- | |
| |
halven hy in de Natuurlyke Historie in den rang der tweeslagtige dieren zou mogen geplaast worden. Dog schoon hy noch Fransch noch Latyn verslaat, en beiden die talen op eene jammerhartige wyse pronunciëerd, braakt hy ze nochtans zo overvloedig uit, enkel om een geleerd Man te schynen, dat het waarlyk zonde en schande is, eveneens als of zy niets waardig waren, en geen geld gekost hadden. - In zyn jeugd heeft hy met Rytuig eens een gevarelyken val gedaan, waar door zyn herzens zeer getroubleerd zyn, zedert meent men dat hy in zyn Filofophie nooit meér orthodoks is geweest. - Onlangs ontmoette ik hem in eene talryke Byeenkomst, en schoon hy wegens zyne kleinte onder de menigte onzigtbaar was, maakte hy nochtans door het uitzetten van zyn schaterend stemmetje, dat hy overal kon gehoord worden. - Hy begon weer, zo je wilt naar ouder gewoonte, met eenig Fransch en Latyn te rabraken, ten minsten leefde hy 'er zo barbaarsch mede, dat de kleinste jongen van 't school, 't niet erger zou kunnen maken. - Daar qp volgde, dat hy van elk een in sentimenten verscilde; niets kan aan zynen kieschen smaak behagen; dat van anderen wierd goed gekeurd, keurde hy af; daarentegen verhefte hy hemel hoog, 't geen hy hoorde mispryzen; noemde mean iets schoon, dan kon 't by hem den naam van middelmatig nog niet aanhalen, 't was zonder smaak, zonder genie. - Prees men eenig Werk, Hem kwam het laf en smakeloos voor, en 't verdiende geen beter lot, dan in de Commeny voor loodjes koffy gebezigd te worden. - Onder de schriften, die daar toe verwezen wierden, had Uw Denker, myn Heer, de eerste plaats. Hy moest, om dat hy door anderen geprezen wierd, deerlyk aanhouden. - De Schryver daar van was een formele Zotskap, die flauw en zouteloos dagt, en alle zyne Correspondenten waren groote gekken. - Hy had maar weinige van uwe Blaadjes in den beginne gelezen, maar om dat ze te gek waren, had hy ze aan stuk gescheurd, en naar Poortegaal gezonden. Dewyl ik my zelven, en U door zulk eene taal beledigd voelde, befloot ik terstond U eens te verwittigen, hoe Uw werk, van knaapjes, die rsog onder de plak behoorden te staan, word veroordeeld. - Ondertusschen wier- | |
| |
den andere soorten van Tydschriften, door dat gedrogtig champinjontje niet genadiger behandeld. Ten misten zo dra hy maar hoorde, dat zy door dees of genen wierden geprezen, dan waren 't elendige prullen, die geen lezens waardig waren, terwyl alle die in zulk soort van schriften behagen schepten, toonden laage en kruipende geesten te zyn, die door het lezen van 't sprookje van 't rood kousje, of de Historie van Florus en Blanschefleur kunnen vermaakt worden. - Op deze wyze ging hy te werk omtrent alles, waar men van sprak - Predikanten, die door Studiën, Geleerdheid en Preekgaven boven anderen uitmuntten, en van elk een geprezen moeten worden, vont hy goed te veragten. Op de allerbraafste en deugdzaamste menschen wist hy veel te fitten, vooral zo ze maar door iemand gelaudeerd wierden. - Het kritiseren van anderen kan hy niet lyden; dan schreeuwt hy met zyn schraatstem geweldig, en roept al gestadig: Wie maakt u tot bevoegde Rechters over eens anders bedryven? terwyl hy ondertusschen aan geen gebrek meer onderhevig is, dan aan dit, 't geen hy in geen mensch kan dulden, en aldus toont hy allerwege, door op zo eene wyze met zyn verstand te willen brilleren, dat hy naar de kroon dingt om de grootste Zotskap te worden.
Onder de Maatschappy doet zich nog een zoort van menschen op, welke van alle zaken een zeer gegronde kennis wanen te bezitten, en over de waarde van dezelve zich vermeten zeer juist te kunnen oordeelen. Die hun perzoon en dienst zelfs by alle gelegenheden aanbieden, om aan anderen dienst te doen met hun waren te bezorgen, die niemand, dan zy alleen, zo deugdzaam, en tegens zo eene geringe prys kunnen krygen 't Oogmerk, 't geen ze hier mede hebben, komt minder voort uit eene toegenegenheid, om zyn even mensch dienst te doen; dan om met hunne bekwaamheden en gaven te pronken. - Ik heb een Neef gehad, welke zo ver in dat zoort van gedienstigheden ging, dat hy zelfs, om by de waereld voor zulk een door te gaan, die zyn weêrga niet had om alles beneden de waarde of uit de eerste hand te kunnen bezorgen, dat hy inderdaad zommige waren veel minder overdeed, dau ze hem zelven gekost hadden, om ten koste van zyn beurs, de glory te hebben, dat nie- | |
| |
mand van allerlei zoort van goederen volmaakter kundigheden bezat, dan hy, noch de kanalen wist te ontdekken, of Correspendenties had, van waar ze tot zulk een laage prys, en zo deugdzaam te bekomen waren.
Men kan ligt vermoeden, dat 'er velen van zyne gedienstigheid gebruik wisten te maken, en mogelyk zou de groote menigte den man geruïneerd hebben, dog tot geluk van zyn Vrouw en Kinders, is hy niet oud geworden.
Dit zyn van die gedienstige Gekken, die geen mensch tot nadeel dan zich zelven zyn; maar elk een voordeel doen, behalven hun eigen.
Een ander zoort van menschen vind men nog, dat mogelyk onder die zelve clasfe zou kunnen gebragt worden welke niet slegs wanen van allerlei waren de gegrondste kundigheden te bezitten; maar ook in allerlei kunsten en wetenschappen ervaren te zyn; die om het met een woord uit te drukken, overal van willen weten. Zulke menschen betoonen zich egter in vele gevallen zeer agterhoudend, voorgevende, wanneer men hun gevoelen daar over vraagt, dat zy zich over zo of zo eene zaak niet mogen uitlaten, waar door dikwils menschen, by welken zy niet zeer bekend zyn, zonderlinge groote gedagten van hun vormen, terwyl zy ondertussen van anderen, die hen wat meer van naby kennen, agter den rug worden bespot en uit gelagchen.
Myn vriend Spontaneus Zaliger was een van die dwazen in den hoogsten graad, en schoon ik 't hem meêr, dan hondertmaal gezegd heb, was nogthans alle vermaning ten dien opzigte ydel, en zelfs, scheen hy buiten slaat te zyn, om zyn gedrag te kunnen veranderen. - Nooit was 'er een geval zo zwaar of moejelyk, daar hy geen Licht in zag. - Nooit viel eene zaak verkeerd uit, of hy had het reeds lang van te vooren zo voorzien, en nogthans moest het 'er al ver meê verlopen zyn, als hy het gebrek niet wist te verhelpen. Dog tegens geen prys was hy immer te bewegen, om het geheim aan iemand te ondekken. Gebeurde het nu, dat 'er een gebrek aan zaken ten goede veranderd wierd, dan had hy het ook even zo te voren begrepen, terwyl hy verzekerde, dat dit het eenigste middel ook was, om zulks te kunnen uit werken. - Het gebeurde echter wel eens, dat hy in het uiterste ver- | |
| |
trouwen aan zyne goede Vrienden iets van eenige geheimen ondekte, van welke hy 'er een groote overvloed had, dog dan was die ondekking altoos zo ingewikkeld, dat men met het geheim niets wyzer was geworden terwyl hy wel zo voorzigtig was om het allergeheimste, voor zich zelve te bewaren, en aan geen mensch hoe genaamd te ondekken. - Zulk een gedrag had geen' anderen grond, dan dat myn vriend gaarn by al de weereld wilde gehouden worden voor zo een, die van alle wetenschappen kundigheid, en van kunsten kennis bezat.
Ondertusschen heeft myn goeden Vriend; volgens zyn eige opgave, zich in zyn leven wel duizend dukaten schade gedaan, met op dat point zo teêr te zyn, van in weêr wil wat hem mogt aangeboden worden, nooit zyn geheimen volkomen te willen ontdekken. - Welk eene Edelmoedigheid van ziel! - voorwaar eene al te duure Offerhande aan de thans heerschende, en byna algemeene Geldzugt, ten bewyze, dat myn vriend Zaliger, welken ik nimmer, al was 't maar om die eene Deugd, uit myn geheugen wil verliezen, niet van die Schrapers was, die het om 't even is, hoe zy geld winnen, als zy 't maar hebben, maar inderdaad van een ten edelen in borst zynde, zich niet liet overheerschen, van die zo zeer verfoejelyke ondeugd, de Hebzugt. - Ach! had de man eens oud mogen worden, wat had hy nog schoon met zyn verstand kunnen pronken, en hoe vele ontdekkingen zou de weereld niet al aan hem verschuldigd zyn. - Dan ondertusschen is vroege Dood mogelyk tot behoud van zyn eigen huisgezin geweest.
Het kort bestek van eenen Brief laat niet toe meêr onderscheiden karacters af te schilderen, terwyl ik omdertusschen in staat zou zyn de opgenoemden nog met een zeer groot aantal te vermeerderen van zulken, die uit geen ander Grondbeginzel werken, dan om met hunne gaven te schitteren; vind UEd. ondertusschen goed, deze een plaats in uwen Denker te vergunnen, 't zal niet onaangenaam zyn aan hem, die zich bestendig noemt uwen gunstigen Lezer.
|
|