| |
| |
| |
De Denker.
No. 494. Den 15 Juny 1772.
[Zelfmoord is een uitwerksel van krankzinnigheid.]
Proxima tenent dein moesti loca, qui sibi letum
Insontes peperere manu: lucemque perosi
Projecere animas Quam vellent aethere in alto,
Nunc et pauperiem et duros perferre labores!
Fas obstat, tristique palus innabilis unda
Adligat et novies Styx interfusa coërcet.
Virgilius.
Eene fraie verhandeling, onlangs gelezen, waar in betoogd word, dat de zelf-moord een uitwerksel is van loutere Krankzinnigheid, heeft my aanleiding gegeven, om myne Lezeren heden ene geschiedenis, dewelke ik in het Fransch geboekt heb gevonden, mede te deelen, dewyl ik nietgeloof, dat dezelve veel bekend is. Het doeleinde van myne Schristen is toch om myne landsgenoten op ene aangename wyze ten nutte te zyn en hun zedelyk Karakter te verbeteren. Derhalven vind ik gene zwarigheid, om in myne vertogen gebruik te maken van geschiedenissen of verhandelingen, door anderen te boek geslagen, wanneer zy aan dat doeleinde vol- | |
| |
doen, en ik denk, dat dezelve aan de minste myner Lezeren kennelyk zyn, in hope dat die Lezers, dewelke zodanig iets elders mogten gelezen hebben, my het wel voor eene enkele reis zullen willen ten goede houden, wanneer ik hun opgewarmden kost voordien. Dit zy genoeg gezegd, om over te gaan tot de geschiedenis zelf, dewelke den naam draagt van
| |
Behoedmiddel tegens den zelf-moord,
of geschiedenis van Camillus.
In het Jaar 1648, een Jaar het welk een onuitwischb're Vlek in de Jaarboeken van Engeland is, bevond zig Camillus in den allerbeklaagelyksten toestand en in de uiterste elende gedompeld. Ofschoon hy zyn ongeluk met veel moed en standvastig, held scheen te dragen, vermoedde men egter, dat hy 'er innerlyk zeer door geraakt was, Zyn toestand belette egter niet, dat ene Dame, aan dewelke hy behaagde, hem korten tyd naderhand ten huwlyk nam en middelen bezorgde, om rykelyker en aangenamer dan ooit te leven. Was hy zeer gevoelig aan zyn ongeluk geweest, zyne erkentenis en Dankbaarheid aan die gene, dewelke hem daar uit gered had, was niet minder. Hy merkte haar aan als eene getrouwe en tedere vriendin, dewelke hem uit den schoot der armoede had verlost, en hy had voor haar niet alleen de gevoelens van een teerhartigen egtgenoot, maar zelf die van een dankbaren vriend. De hersteling van het geluk van Camillus, was ene leus voor zyne geveinsde vrienden, dewelke hem in zyn
| |
| |
ongeluk verlaten hadden, om weder te keren. Hy vergunde dezelve den toegang weder by hem; maar helaas! om hem op nieuw in het ongeluk neder te storten. Camillus was rondborstig en opregt, onbekwaam om ene laagheid te doen, en daar door zelf altyd in gevaar, om door menschen van slegt en laag Karakter bedrogen te worden. Kan ik het zonder te yzen zeggen? De doorslepen en schelmsche Maskwell maakte zo groot een misbruik van de goede trouw van Camillus, dat hy dezen overhaalden, om borg voor hem te blyven voor ene som, dewelke meerder bedroeg, dan zyne bezittingen. Maskwell zyne beurs wel bezorgd hebbende, vertrok met de noorder Zon, en liet Camillus voor de de betaling zorgen. Deze mare alom verspreid, wier door Camillus niet dan al te waar bevonden. Hy vernam dit door een brief, en dat de Schuldenaars van Maskwell hem eerlang zouden aanspreeken voor de som, voor dewelke hy zig als borg had gesteld. Welk een slag voor den edelmoedigen Camillus! Welk een naar vooruitzigt! welke grievende overdenkingen! wat zal hy zyne egtgenote zeggen? op welke wyze zal hy haar enigen troost toebrengen? Hoe kan hy van zig verkrygen, haar aan te kondigen, dat hy vervallen is in den zelven toestand, waaruit zy hem gered heeft? Door welk middel zal hy haar dezen ramp enigzins draaglyk voorstellen? In een woord, hoe zal hy het aan haar te kennen geven, daar zyn benaauwd geweten hem alle ogenblikken herinnert, dat zyne onvoorzigtigheid alleen dit onheil berokkend heeft? Ik heb nog vergeten te verhalen, dat hy vier kinderen had, welkers lot hem vreeslyk ter herte ging, naar mate zy van te voren hem voorwerpen van vreugd en vermaak waren ge- | |
| |
weest. Dewyl hun door de geboorte een goede staat was beschoren, wierd hy buiten zig zelve gevoerd door het denkbeeld dat zy nu veroordeeld waren om met de armoede te worstelen. Wat kon hy voor hun doen? terwyl hy zelf alle ogenblikken blootstond om in ene duistere en akelige gevangenis te worden opgesloten, om van liefde gaven te moeten bestaan, en om niet meer te kunnen bekomen, dan volstrekt nodig is, om niet van honger te sterven. Zyne verbeelding, door die voorwerpen getroffen, vermeerderde de yslykheid nog door die angstvallige en zwaarmoedige denkbeelden. Het lashartig verraad van zynen Vriend, de verwytingen van zyne kennissen, en vooral de schielyke omwenteling van zyn geluk bragten hem in den rampzaligsten staat, dien men zig kan verbeelden. Hy bleef niet langer in twyffel omtrent het geen hem te doen stond, en nam voor om zyne ongelukken met zyn leven te eindigen. Maar nog niet bepaald hebbende, op welke wyze hy zig van kant zoude helpen, vervaardigde hy een strop en een pistool. Hy klom vervolgens naar zyn kamer, en vastgesteld hebbende om zig van den strop te bedienen, schreef hy een brief aan zyne egtgenote, dewelke hy by de pistool op de tafel leide. Dit alles dus geschikt zynde, wilde hy zyne kinderen, dewelke op de plaats speelden, nog eerst omhelzen. Het geval wilde, dat juist op dat ogenblik een derzelven viel en zig bezeerde. De ongelukkige Camillus gevoelde op dat ogenblik, dat hy vader was, en alles vergetende, vloog hy naar beneden, om het kind te helpen. Het gerugt, het welk hy maakte, door het schielyk aflopen van de trappen en het geschreuw van het kind, bragten de vrouw in verlegenheid; zy ylde naar het vertrek van
| |
| |
haren man, menende hem aldaar te vinden; dewyl hy haar gezegd had, zig wat te rust te willen begeven. Maar welke ene onsteltenis, wanneer zy de pistool, den strop en den brief gewaar wierd! Wie kan den toestand van haar benauwd hart uitdrukken, wanneer zy den brief las en zag, dat zy op het punt stond om weduwe te worden, weduwe zonder enigen onderstand of toeverlaat met vier ongelukkige wezen! De verbaasdheid en schrik, dewelke haar bevongen, zouden haar mogelyk onbeweeglyk en verstomd van droefheid hebben gemaakt, indien de komst van haren man, die binnen trad, om zyn voornemen uittevoeren, haar niet weder levendig had gemaakt. Ik zal niet ondernemen, om het Schouwspel, het welk zy te zamen uitleverden, te schetzen. Terwyl de een van schaamte bloosde, doordien hy zyn voornemen ontdekt zag, smolt de andere in tranen. De droefheid en onsteltenis, waar door deze ongelukkige egtgenoten wierd gedreven, deden het voornemen van dezen wankelen. Schaamte en vrees deden hem beurtelings blozen en verbleken, Eindelyk nam zy het woord op, en zeide, dat ofschoon zy geheel en al bedorven waren, zy zig egter gelukkig zoude agten, indien hy maar in het leven bleef – dat zy hem niet zoude overleven - dat het haar onmogelyk was om hunne kinderen teffens tot vader tot moeder te zyn - dat het denkbeeld, van die ongelukkigen beroofd te zien van hunnen beschermer, hunnen Leidsman, hunnen Vader, haar onverdraaglyk was. Deze aanspraak deed Camillus op nieuw enen vloed van tranen storten. Een welsprekend stilzwygen drukte de tederheid van Egtgenoot, de genegenhid van Vriend en de Vaderlyke liefde uit. Hy was door
| |
| |
innerlyke droefheid bewogen. Hy beschouwde zyn voorneemen als den hoogsten trap van wreedheid en ondankbaarheid, als ene lafhartigheid, die alle verontwaardiging verdiende, dewyl hy hy zig wilde onttrekken aan de rampen, waar in hy zyn huisgezin gedompeld had. Hy begreep, dat het laag en onedelmoedig was, niet te willen medewerken om iets toetebrengen ten einde het ongelukkige huisgezin het lot dragelyker te maken door zulke middelen en onderstand, de welken zulks enigzins te weeg zouden kunnen brengen.
Het zal genoeg zyn te zeggen, dat hy beraamde zig in de Koopmanschap te begeven om daar door in tyd en wylen een middel te vinden ter voldoening van den borgtogt, dien hy aangegaan had, en tot onderhoud van zyn huisgezin. De uitkomst beantwoordde aan zyne hoop en ging die zelf te boven. Zyn schoonvader stond hem by met zyn credit en geld. Camillus ligde zig geheel en al op de Koopmanschap toe, en bragt het binnen korte Jaren door zynen yver, opregtheid en oplettenheid zo ver, dat hy zyne zaken herstelde, zynen schoonvader de geschotene penningen wedergaf, en zyne kinderen een middelmatig bestaan naliet; want hy zeide dikwerf, dat zyne rampen hem hadden geleerd te vreden te zyn met dat gene, het welk zyne kinderen konde weerhouden van de verzoeking tot kwaad door armoede, en tot die buitensporigheden, daar een te grote overvloed iemand dikwerf toebrengt. Ik zal 'er nog maar by voegen, dat hy erkende, dat hy naar zyn ongeluk zulke ene ware vergenoeging had genoten, dat hy waarlyk ongelukkig zouden zyn geweest zonder het verraad van Maskwell, Zyn leven was
| |
| |
vervolgens dat der opregten, en zyn einde was gelyk aan het hunne.
Stervendende gaf hy zyne kinderen deze korte les
| |
Hoopt.
Dus luit deze geschiedenis, dewelke ik meest woordelyk heb vertaald. Ik zoude noch wel een geheel vertoog kunnen vullen met aanmerkingen over den zelf-moord, maar hier over is zo veel geschreven, ende geschillen hier over zyn zo menigvuldig, zo dikwerf afgehandeld, dat ik noodwendig zoude moeten komen tot het geen reeds meermalen gezegd is. Ik zal derhalven dit vertoog besluiten alleen met twee gevolgtrekkeningen uit de voorgaande geschiedenis Vooreerst, dat onze zaken nimmer zo wanhopig kunnen worden, of 'er is noch hoop van verandering over. De geschiedenissen zouden ons menigvuldige voorbeelden kunnen uitleveren van lieden, die in den ramspoedigsten staat de oorzaak tot hun geluk gevonden hebben. Ik heb by het 439. Vertoog zoeken aan te toonen, dat de vooruitzigten in het toekomende, waarin de mensch altyd bezig is, een bewys uitleveren van de goddelyke wysheid en goedertierenheid. Indien men hier van een regt gebruik maakt, ziet men ene uitkomst in de zwaarste rampen. Maar die, dewelke dezelven misbruiken en in het toekomende niet dan onheil voorzien, zondigen tegens het doeleinde van hunnen Schepper tot hun eigen ongeluk Derhalven is een goed gebruik van die vooruitzigten, waar mede onze Schepper ons beschonken heeft, een kragtig behoedmiddel tegens wanhoop en zelfmoord.
| |
| |
Het ander gevolg is, dat een zelfmoorder ene zware misdaad begaat, door dien hy zig ontrekt aan de pligten van Patriot, Vriend, Broeder, Man, en Vader. Het is noch buiten dien ene grote misdaad zig te onttrekken aan het geen, het welk hy als onderdaan aan de regering schuldig is, dewelke hem in persoon en goederen beschermt en beveiligt. Maar het geen de misdaad zeer bezwaard is, dat ze aanleiding geeft tot den moord in 't gemeen. Indien iemand zo verre komt, dat hy zig verbeeld regt te hebben over zyn eigen leven, zal hy ligtelyk wanen, dat hy het zelve regt heeft over dat van zynen evennaasten, indien deze hem beledigt, of dat hy waant, dat hy een hinderpaal aan zyn geluk is.
* * * *
Wel aan, ik volg uw' wil, gebouwd op vasten grond,
Nu zal geen moordlust ooit ons onderling verbond
Verstooren, noch, ik weer op valsche vrienden houwen
Die schynschoon van gelaat, ons niet dan onheil brouwen,
Ach! dat dit voorval elk deed uit zyn oogen zien!
Want veelen, die ons dienst, en hulp en bystand biên,
Die ons gebrek zelfs als een deugd ten hemel heffen,
Zyn de eersten, die ons met een doodlyk' angel treffen,
Zo slechts gelegenheid daar toe zich openbaart,
Geveinsde vriendschap is het snoodste kwaad op aard.
Proeve van Dichtoef.
|
|