| |
| |
| |
De Denker.
No. 128.
Den 10. Juny 1765.
[Schertzende Brief, ter aanpryzing om de Fransche Etiquette in de afgezonderde Levenswyze van Mans en Vrouwen in de Nederlanden in te voeren.]
Un autre mal, que font ces manieres vives & libres, - c'est, qu'elles rendent ridicules ceux, qui ne les ont pas naturellement, & qui veulent les prendre. Chaque Nation en a, qui lui sont propres, parce que les manieres, viennent du caractère d'Esprit, & que chaque Nation a le sien. - Les François, que tant de Nations imitent, n'en imitent aucune; ils s'abandonnent a leur caractère, & c'est par ou ils plaisent; - C'est par cela, qu'il faudroit imiter les François.
Muralt Lett. sur les François. p. 143.
MYN HEER!
NEem my niet kwalyk, dat ik u zegge, dat gy of uwe Correspondenten ons slegts ten halven onderregten, en gun my de vryheid om dit gebrek te vervullen. Eén uwer Correspondenten berispt, met rede, dat walgelyk zoenen en streelen, 't welk getrouwde lieden
| |
| |
zomtyds in gezelschappen doen, en die geile gebaarden, waar mede zy de driften der jonge lieden, daar by tegenwoordig, niet zelden aanzetten. Hy stelt, om die uitwerkzelen, zo wel als om het onaangenaam smullen en morsen op elkanders borden te verhoeden, voor, om getrouwde lieden aan tafel van den anderen te scheiden, en by vreemde Heeren of Dames te plaatsen. Tot dus verre zullen alle fatsoenlyke lieden, die eene ongedwonge, schoon betaamelyke, vrolykheid, zo wel als bevallige beschaafdheid, welke 'er de grondslag van is, in onze gezelschappen begeeren, hier niet veel tegen hebben; maar onze lieden du bel air zyn daar niet mede voldaan: gy hadt een stap verder moeten gaan, om hun genoegen te geeven. Gy weet, dat onze galante Nabuuren, en, op hun voorbeeld, verscheide andere Natiën deze gewoonte van getrouwde lieden aan tafel te scheiden, niet slegts al van overlang in gebruik gehad hebben, maar dat het onder hen zelfs ten uitersten laag, en du dernier bourgeois zy, dat een getrouwd man zig in het allerminste met zyne vrouw bemoeit. Madame ontvangt een bevallig jong Heer voor haar Toilet, en gaat met hem vervolgens uit wandelen ryden, vaaren, op dansen speel-partyën, terwyl Monsieur eene anderegetrouwde of ongetrouwde Dame over haare bekoorlykheeden onderhoudt. De Italiaansche Vrouwen hebben zelfs openlyk haaren Cecisbeo; Dit wordt reeds onder veele Engelsche Grooten, ja te Weenen nagevolgd, en het ware ten hoogsten wenschelyk, dat wy alle die galante gebruiken ook in ons Land overnamen, en dat dus de roem onzer beschaafdheid zig allerwegen onder andere Natiën verspreidde. Het is waar, gelyk de Heer Muralt aanmerkt in de woorden, die ik boven myn Brief geplaatst heb, ‘Dat één der nadeelen, welke deze losse zeden veroorzaaken, is, dat zy de zulken belagchelyk maaken, aan wie dezelve niet natuurlyk eigen zyn, en die ze egter nabootsen willen; Dat yder Volk zyne eigene zeden en gebruiken heeft, welke daar alleen te pas koomen, om dat die zeden en gebruiken gevolgen zyn eener byzondere geaardheid en van een onderscheiden karakter van
| |
| |
dat Volk. - Dat de Franschen, die van zo veele andere Natiën nagevolgd worden, geene andere Natie volgen, maar zig aan hun natuurlyk karakter overgeeven; dat dit de rede is, dat zy zo algemeen behaagen, en dat zy hier in alleen van alle andere Volkeren behoorden gevolgd te worden’. 't Is ook waar, gelyk gy, niet lang geleeden, hebt aangemerkt, ‘dat zulk eene manier van leeven in geen land des werelds minder dan het onze te passe koomt’; dat alle Volkeren zig daar ten langen lesten mede bederven moeten, maar dat wy het geene halve eeuw kunnen uithouden, om dat die geest van dissipatie, die geduurige ledigheid en verspilling, welke deze Etiquette onderstelt, of na zig sleept, volstrekt onbestaanbaar is met die oplettenheid, met dat overleg, met die gestadige werkzaamheid, waar door een Land, dat misschien niet het dertigste deel van deszelfs bewoonders kan voeden, en dat ten minsten dertig maal meer, dan eenig ander in Europa, kost, om het bewoonbaar te houden, eeniglyk bestaan moet. Dit alles, zeg ik, moet ik en elk, tegen wil en dank, erkennen waar te zyn; dog dit is de zaak niet, daar wy ons het hoofd mede behoeven te breeken: wat raakt u of my het gemeen belang? Hoe zouden galante lieden inzonderheid zo zot zyn, om voor de belangens hunner kinderen of nakomelingschap te zorgen? De bon ton is onbestaanbaar met den welvaart van 't huisgezin, en nog schadelyker voor 't gemeene Land; dit weeten wy, maar 't houdt immers onzen tyd haast uit; en wat raakt ons de rest? Schryf gy, Myn Heer, naar den smaak der groote wereld; Deze zyn het, die uwe Vertoogen niet leezen, maar, ten minsten aan hunne huizen laaten brengen; De Denker heeft byzonderlyk het geluk van dit tot een soort van mode gemaakt te hebben; Ga zo voort, behaag de Dames du bel air; doe uwe blaadjes op alle Toilet-tafels verschynen, maak 'er een goede goudbeurs uit te haalen, en bekreun u het overige niet.
Het oogmerk van u, Myn Heer, of van uwen Correspondent, in het 87ste Vertoog, is zekerlyk niet geweest, om, met het scheiden der getrouwde lie- | |
| |
den aan tafel, de geheele Fransche Galanterie aan te pryzen; maar dit hadt uw oogmerk behooren te zyn, en die is het, wat ik in 't begin bedoelde, met te zeggen, dat gy of uwe Correspondenten ons slegts ten halven onderregten. Laat ik dit gebrek vervullen; de groote wereld wil dien weg tog in: laat ons hen denzelven baanen; hun geweeten beschuldigt, de schande en opspraak wederhoudt, het gevaar van een volstrekt bederf vervaart hen. Weg met alle die beuzelingen, laat ons hunne gunst zoeken te winnen met het kwaad te bewimpelen, en te toonen, dat het geen het domme Gemeen voor schadelyk houdt, ten uitersten heilzaam is.
Het is voor eerst zeker, dat 'er geen haatelyker eigenschappen in vrolyke gezelschappen zyn, geene, welke meer stryden met eene gezellige saamenleeving, dan die, waar door onze lompe Nederlanders zig boven andere Natiën onderscheiden, Zedigheid, namelyk, en Deftigheid. Een Man, die zig over het welvoegelyke bekommert, die om betaamelyk of onbetaamelyk in gezelschappen denkt, en eene Vrouw, die bloost als zy moest lagchen, zyn een soort van Monsters, daar de beschaafde wereld, met rede, bang voor is. Die leelyke ondeugden nu zullen door de Fransche levenswyze welhaast geheel uit ons Land verbannen worden. Men zal eerlang geen schaduw van gezond verstand, van geweeten, deugd, schaamte, of iets van dien aart meer op onze galante byeenkomsten bespeuren; het zal alles Fransch, Engelsch, Italiaansch, Modisch wezen, en de roem onzer beschaafdheid zal over geheel Europa uitgaan.
Ten anderen is het niet minder blykbaar, dat men, door die edele manier van leeven, eene drift zal beteugelen, welke thans, by fatzoenlyke lieden, zo bespottelyk als zeldzaam, en daarenboven zo lastig als gevaarlyk is; ik meen de Jalouzy. Een yder weet, dat een jaloersch man in onze eerste gezelschappen den zotsten rol speelt, en ten spot strekt by alle lieden van een goeden smaak; yder weet, dat hy voor zig zelven de grootste kwelgeest, en by anderen ten
| |
| |
uitersten verveelend is; Al de wereld eindelyk is ook bewust, dat deze hartstogt dikwils de zorgelykste verwarringen en bloedigste oneenigheeden veroorzaakt heeft. Hoe heilzaam dan zal een geneesmiddel zyn, dat zulk eene verderfelyke kwaal herstellen, en zo veele gedugte gevolgen verhoeden- kan! Maar nu het middel, dat wy aanpryzen, twyffel ik niet, of zal dit gewenscht einde eerlang te weeg brengen. Men heeft de minyver hier te lande tot nog toe getragt te geneezen, door den grond daar voor weg te neemen, en alle redenen van argwaan voor te koomen. Zedigheid, Ingetoogenheid, Voorzigtigheid waren tot nog toe de laffe toevlugt der eenvoudige Nederlanderen, om alle ongerustheid van dien aart in het huwelyk te weeren. Onnozele zielen; de minyver moet gansch anders behandeld worden, en even gelyk men zommige dieren tammer en handelbaarder, of, zo gy wilt, logger maakt, door hen met voedzel te overlaaden, zo zal deze drift ook eerlang verminderen, als men haar dikwils tergt; men zal haar dus afmennen, en een Man, die zyn Vrouw dagelyks van anderen ziet karesseeren, zal, gelyk een andere Mithridates, aan het vergif gewennen, en 'er eindelyk geheel gevoelloos voor worden.
Ten derden is het onbetwistbaar, dat die nieuwe manier van leeven onze gezelschappen veel galanter en het onderhoud veel levendiger maaken zal. Leert niet de ondervinding, dat getrouwde lieden schielyk saamen hebben uitgepraat, en deswegens malkanderen verveelen, of de stomme speelen? Gy Heeren Moralisten vertelt ons, dat gebrek van kundigheeden en wederzydsche agting hier van de rede zy, maar gy bedriegt u; men moet eene Vrouw over haare bekoorlykheeden onderhouden, als men haare gunst wil winnen; Dit nu begrypt yder ligtelyk, dat Egtgenooten elkanderen met geene welvoegelykheid kunnen doen, om dat bekoorlykheeden niet de groote zaak zyn, die in het huwelyk te passe koomen, of daar zy elkanderen om agten kunnen, en dat gevolgelyk een Man of Vrouw den anderen zeer armhar- | |
| |
tige douceurs zouden zeggen, als hunne wederzydsche charmes het eeuwigduurend onderwerp hunner gesprekken waren; Dit zoude zelfs over en weder ysselyk verveelen; De dagelyksche gemeenzaamheid is volstrekt onbestaanbaar met het verheeve vermaak dier verliefde vervoeringen, dier galante uitboezemingen, die eene schoone Vrouw betoveren, en welke de ziel van eene beschaafde verkeering uitmaaken. Eene Dame du bel air vindt overal haare Aanbidders, daar zy verschynt, terwyl de Heeren insgelyks, door deeze manier van leeven, gelegenheid hebben, om met de zelfde sprookjes alle Dames, die zy aantreffen, te onderhouden, en, al worden de zelfde klanken dus honderdmaalen zonder zin of aandagt herhaald, zy doen egter ten naasten by de zelfde uitwerking, als of zy nooit gebezigd waren, om dat zy telkens aan nieuwe voorwerpen worden aangeboden; Dus blyft de verkeering levendig; dus hoort een Vrouw geduurig, dat zy schoon, bevallig, betoverend is; dus kunden de Mannen zig over hunne bekwaamheeden, om een Vrouw te begoochelen, duizendmaalen verwonderen, zonder dat zy eenige nieuwe vinding of geest daar toe noodig hebben. In dit vleijend onderhoud vindt dan elk zyne rekening; elk is vernoegd, om dat zyne eigeliefde gekitteld, zyne begeerlykheeden opgewekt worden; elk vertoont zig op zyn schoonst, om harten te vermeesteren.
Ten vierden zal men, op deze wyze, ook een ontydig verval in de Huwelyksliefde voorkoomen, waar toe men tot nog toe geene genoegzaame middelen uitgevonden heeft. Onkundigen zouden vermoeden, dat zulk eene manier van leeven met de huwelyksliefde onbestaanbaar ware; dwaaze inbeelding! De ondervinding leert, dat, door de enkele voldoening der wederzydsche driften, het huwelyksvuur van zelve eerlang uitdooft, en dat de meeste getrouwde lieden in eene lastige onverschilligheid kwynen. Gylieden Spectators en Denkers hebt hier weder eene menigte voorschriften, om dit kwaad te weeren; maar daar is een korter weg voor handen, dien ik aan wy- | |
| |
ze; Eene al te geruste bezitting laat geen plaats over voor hoop of vrees, en die eenpaarigheid is doodelyk voor de liefde. Maar nu, dan ziet gy immers ligtelyk, dat die geduurige verandering van Mans en Vrouwen de regte middelen zyn, om vrees, hoop, enz. te verwekken, en dus de liefde..... Inderdaad Coquetterie aan den kant der Vrouwen, Galanterie aan dien der Mannen is het zout, om de huwelyksliefde voor bederf te bewaaren; men zal malkanderen vieren, vleijen, toegeeven, alle lusten involgen, om het uiterste voor te koomen, en die gestadige ongerustheid voor elkanderens gedrag zal getrouwde lieden ten minsten dikwiis aan malkanderen doen denken; spreeken, denken, droomen zelfs de Vrouwen van kostbaarder equipagie, pragtiger livrei, nieuwe juweelen, het wettig ontzag voor gekroonde hoofden zal de Mans aanstonds beweegen, om haar alles in te volgen; terwyl eene Vrouw geene optooyzels zal verwaarloozen, geene konststreeken verzuimen, om zig in 't oog haars mans ten minsten zo behaagelyk als haare Rivale te vertoonen.
Voeg hier eindelyk by, Heer Denker, dat dit alles een naaryver in de Mans zal verwekken, om, aan den eenen kant, elkanderen in een galante minnehandel voorby te streeven, en, aan de andere zyde, in eene schynbaare onverschilligheid te overtreffen, en erken dat de aangepreeze manier van leeven, in allen opzigte, welleevend, vriendelyk en gezellig is. Een Man zyne Vrouw van anderen ziende liefkoozen, zal allengskens, zelfs in dit plompe Nederland, zyne wereld genoeg leeren verstaan, om daar geen de minste agt op te geeven. Welk eene sterkte van geest wordt hier ondertusschen niet toe vereischt! en hoe is derhalven myne aangepreeze Etiquette niet eigenaartig geschikt, om ons dapper, zo wel als gezellig, te maaken.
Zie daar, Myn Heer! verscheide aanmerkelyke nuttigheeden, welke hen te wenschen is, dat onze logge Natie beweegen zullen, om het beminlyk voorbeeld der galante Franschen en Italiaanen meer en
| |
| |
meer te volgen. Gy zult wel zo goed zyn van dezelve in het gunstigste ligt voor te stellen. Ik heb u, in het begin van myn Brief, denk ik, reeds genoeg overtuigd, dat alle die zotternyën van pligt, Godsdienst, betaamelykheid, belang en veiligheid van bestaan enkele beuzelingen zyn, daar gy u niet aan hebt te stooren. Zommige wysneuzen willen ons ook het waar genoegen tegenwerpen, 't welk zy zeggen dat in een welgeregeld Huwelyk en Huishouden is te raapen, en daar deze levenswyze volstrekt onbestaanbaar meê wezen zoude; Al vitteryen, daar wy niet naar luisteren moeten. Bon ton! bel air! beau monde! du goût! zie daar het rigtsnoer van gedrag voor een welleevend Nederlander.
Ik ben enz.
B.
Deze Vertoogen worden uitgegeven, te Amsterdam, by de Boekverkoopers F. Houttuyn en de Wed. K. van Tongerlo en Zoon, en zyn, ieder Maandag, by dezelven te bekomen: en, wyders, te Dordrecht by A. Blussé, Haarlem J. Bosch, Delft E.v.d. Smout, 's Gravenhage P. van Thol, Leiden P.v.d. Eik, Rotterdam R. Arrenberg, Middelburg P. Gillissen, Utrecht G.v.d. Veer, Leeuwarden H.A. de Chalmot, Franeker J. Brouwer, Harlingen F.v.d. Plaats, Sneek Zylstra, en Groningen J. Crebas.
|
|