| |
| |
| |
De Denker.
No. 112.
Den 18. February 1765.
[Lykrede over Monsr. Jean Frisard, beroemd Paruikemaaker en Friseur à la Mode, te Amsterdam.]
Pallida mors aequo pulsat pede pauperum tabernas
HEt volgende stukje is my toegezonden; De weinige veranderingen, die ik 'er in gemaakt heb, zullen, hoop ik, den Schryver beweegen, om my meer van zyne geestige Invallen mede te deelen.
| |
| |
| |
Lykrede Ter gedagtenis van Monsieur Jean Frisard. Beroemd Paruikemaaker en Friseur a la mode, te Amsterdam. Uitgesprooken in eene Vergadering van Heeren en Dames, die hy bediende.
't IS is eene loffelyke gewoonte de gedagtenis van beroemde Mannen, na hunnen dood, te vieren; Op alle Academien worden de verdiensten der Afgestorvene Professoren, al hadden zy van de honderd en dertig Studenten, slegts twee tot hunne Discipelen gehad, in eene cierlyke redevoering uitgemeeten, en hun onherstelbaar verlies op gepaste toonen betreurde. Op 't overlyden van een Vorst, al heeft dezelve zyn Leven in eene vuige ledigheid gesleeten, de beste Staatdienaars omgebragt, of de vryheid verkragt, daveren alle Predikstoelen en Catheders van deszelfs onsterfelyken roem, en een Alexander of Caesar in het Veld, een Titus of Trajaan in het bestieren van den Staat, zyn de minste voorbeelden, waar mede de Gods-tolken zo wel als de Priesters van Minerva, en inzonderheid de Zoonen van Apollo den afgestorvenen vergelyken. Ja nauwelyks blaast een Dorp-Pastoor, die in de laatste vyfting jaaren van zyn leven niets anders heeft verrigt, dan eenige Boeren des Zondags namiddags een gerusten slaap van twee uuren te herzorgen, nauwelyks zeg ik, blaast deze zyn laatsten adem uit, of de Boekzaal wordt met zyne omstandige Levens-beschryving, dat is te zeggen, het jaar zyner Beroepingen, en de Texten zyner Intree en afscheids-predikatien belaaden. Ziet daar myne T. het vermogen van uitmuntende verdiensten; zy vorderen onze erkentenis en eerbied zelfs na den dood,
| |
| |
dit is eene schatting, welke wy aan groote Mannen verschuldigd zyn, en welke de Natuur zelve ons noopt aan hunne nagedagtenis te betaalen. Hoe billyk is het dan, myn Heeren en Dames, dat wy het smartelyk overlyden van een Man, die, door zyne zeldzaame bekwaamheeden, een eeuwigen lof verdiend heeft, en ons, helaas! te vroeg ontrukt is, naar waarde betreuren! De erkentenis eischt het, eene billyke hoogagting dringt ons, en het herdenken van ons onherstelbaar verlies moet elk, die zyne Hoofd belangens kent, de traanen uit de oogen persen. Ja M.G.T. zouden wy, die alle onze kundigheeden, al onzen aandagt tot een bevalligen opschik bepaalen; zouden wy inzonderheid, wier grootste roem bestaat in wel gekapt te zyn, niet eenen Man beweenen, die zelfs een pinkoogenden Losbol zonder neus, eene stomme Saletpop zonder geest in een Adoon of Venus kon herscheppen; een Man die onze verstopte hersenen onder den lugtigen zwier van nieuwerwetsche lokken wist te verbergen, en onze galante onweetenheid voor het schamper verwyt der wysneuzen, door zyn Toupet-yzer, te beveiligen. Zouden wy den dood van zulk een dierbaaren Man zonder traanen vieren? of geene aandoeniag gevoelen van zulk een onherstelbaaren slag!
Verwaande Wysgeeren, neuswyze zedekundigen zullen ons moogelyk bespotten, als ware een Paruikemaaker en Friseur te laag een voorwerp voor eene Lykrede. Maar wat raakt ons M.T. de laagheid of verheevenheid van een bedryf? Die zelfde Bedil-allen verwyten ons de laagheid van zo veel tyd en aandagt aan onzen opschik, en byzonder aan onze hairlokken te besteeden; om dat zy niet begrypen, dat de grootste roem in een behaagelyk voorkoomen bestaat, en dat een Parysch hulzel de Ziel is van een bevalligen opschik. Waar zal men zyne zorgen tog beter aan besteeden, dan aan zyne klederen? wat is 'er, dat eer in 't oog loopt, of waar in zig het onderscheid van een galant Heer en een platten Nederlander duidelyker vertoont? En wat wordt inzonderheid meest gezien? Ons Hoofd en Aangezigt? laat die wysneuzen
| |
| |
derhalven hunne harsenen met eene dorre geleerdheid belaaden, laaten zy hunnen roem in verheeve bespiegelingen, of grootsche bedryven zoeken, wy hebben al dien toestel niet van nooden; Terwyl zy de Zedekunde bestudeeren, kunnen wy lagchen; Terwyl zy den Landbouw verbeteren, kunnen wy de beste Tarwe tot poeder maalen, en 'er onze hairlokken meê verderen, terwyl zy de Zeevaart volmaaken, kunnen wy onze tongen kittelen met de lekkernyên, of onze leden optooyen met de vreemde stoffen, die zy ons, uit andere landen, aanbrengen; In een woord, terwyl zy werken, kunnen wy plaisieren.
Weg dan Verwaanden met uwe ontydige berispingen over de geringheid van ons onderwerp! Is het paruikmaaken geen stof van genoegzaam belang voor eene galante vergadering? Is de dood van den beroemdsten Friseur geen verlies, dat onze zugten en traanen vordert? Hoe ongelukkig zouden immers de meesten onzer wezen, zo wy genoodzaakt waren, die hairen te draagen, welke ons de Natuur gegeeven heeft. De schoone Rufus hadt nooit het hart van zyne Chloe. kunnen winnen, zo hy zyne rosse lokken niet onder een konstig stel van glinsterend bokkenhair hadt verborgen, de galante Senex, zou nimmer hebben durven denken, om op zyn zestigste jaar de jonge Philis te vryën, hadt hy zyne gryze hairen niet onder eene jeugdige paruik kunnen bedekken. En wat zouden wy allen aanvangen myn Heeren zo wy 't ongeluk hadden onze hairen te verliezen? Een ongeluk thans zo gemeen, als de Ziekte, daar het een gevolg van is, en voor ons allen des te meer te dugten, als eene galante levenswyze daar meerder aanleiding toe geeft: wat zouden wy, in zulk een geval, aanvangen, zeg ik, zo wy geen pruiken hadden? onze kaale schedels, op Caesars voorbeeld, met lauwrieren bedekken? Helaas! Venus deelt die nimmer uit, en welke andere Godheid zoude ze ons tog geeven?
En gy, beminlyke Sexe, gy behaagelyk Voorwerpen onzer aanbiddingen! hoe noodig is voor u ook de konst der Friseurs? Deze verschaft u tydkorting en vermaak, terwyl zy de grondslag is van uwe be- | |
| |
koorlykheeden; Deze kan derhalven als het leven van uw leven worden aangemerkt? Hoe zoudt gy den sukkelenden tyd verdryven, zo niet een jong en bevallig Friseur u hier toe behulpzaam ware? en wie zou u voor schoonheeden groeten, zo niet de krultang en het Toupet-yzer u nieuwe charmes wisten te scheppen? Niet gewoon uwe galante Zielen met borgerlyke zorgen te belaaden, niet gewoon inzonderheid uwe schoone handen tot eenig bedryf te verlaagen, moest gy noodwendig kwynen, en onder het geweld der Vapeurs bezwyken, byaldien.... Dog wy verliezen onzen overleedenen uit het oog met de nuttigheeden van zyn beroep en konst te breedvoerig uit te meeten. Zyne schim vergeeve het ons om dat hy zelve zo dikwils zyn tyd by u Mesdames verpraatede, terwyl hy met uwe lokken bezig was. Laat ons ondertusschen een aanvang maaken met zyn doorlugtig leven te verhaalen.
Jean Frisard wierdt geboren in het galant Parys, het middelpunt van alle goede smaak, en edele geld- verkwisting. Zie daar een voordeel, 't welk de overledene boven den bekwaamsten Nederlander voor uit hadt. Deze mag zyn geheele leven besteeden, om de Franschen in een bevalligen zwier, losse houding, aangenaam vleien, en vrypostige galanterie na te bootzen, nooit zal hy zulk een trap van volkoomenheid, in deze edele konsten, bereiken, als een gebore Parysenaar, en, c'est assez bien pour un Etranger, zal de grootste loftuiting wezen, welke hy zig van deze wetgeevende Natie kan belooven.... gelukkige Frisard dan, wien het on waardeerbaar voordeel, van binnen den zetel der beschaafdheid en opschik geboren te zyn, ten deel was gevallen; en nog gelukkiger van af te stammen uit zulk een overoud geslagt, onder het welke de nuttigste aller konsten reeds zo veele eeuwen met roem was geoeffend! Ja hoe veele pruiken hadden zyne Voorvaders voor de grootste Heeren reeds gemaakt? hoe veele gunst van de eerste Dames genooten; Toen zyne ouderen onvermogend om hunnen Zoon de kost te geeven, hem zelve voorstelden, om herwaards te gaan; ‘de goedaardige Hollanders, zeiden zy, zullen
| |
| |
u met opene armen ontvangen, en een Parysenaar van ouders tot voorouders kan niet missen fortuin onder hen te maaken.’ 't Geen zy voorzagen, gebeurde; Ja! Hy heeft fortuin gemaakt; Hy is zelfs un Homme a bonnes fortunes geweest; dog minder door zyn afkomst, dan verdiensten, want inderdaad, (gy zelve weet het M.T.) 't was alles fransch, wat aan hem was; en in zyne konst van coëffeeren in 't byzonder kon geen Nederlander hem immer evenaaren. Behendig en gauw, boven alle verbeelding, kon hy alleen uwe lokken in zodanig eene order schikken, als zyne onverbeterlyke smaak, of de laatste wetten van Parys dit goedvonden; Daar gy, Mesdames! te voren de hulp uwer kamenieren, onder 't kappen noodig hadt; daar gy dus altoos uwe vryheid miste, terwyl uw Friseur by u was, wist hy die lastige getuige, zonder dat 'er uwe charmes by verlooren, wel haast te verzenden. Onvergelyk voordeel! nu konde hy u zyne douceurs in alle vryheid zeggen, nu konde hy,.... maar 't was moogelyk onbescheidenheid, dat ik my, terwyl gy met onzen Held verkiest alleen te zyn, aan uw toilet liet vinden. Behaagelyker gezelschap kan ik u tog niet Jong, schoon, verschaffen; levendig, vrypostig, laat ik alles in één woord bepaalen, een Fransman, een Parysenaar, hadt gy in Hem alleen alles, wat u verscheide logge Nederlanders, (verschoon my myn Heeren, die het hart nog over deze onwelleevende Natie hangt,) verschaffen konden.
Hoe bescheiden, hoe geheim was by ook in alle de gesprekken, die gy met hem hieldt, in alle de gemeenzaamheden, die gy hem toeliet, in alle de gunsten, die gy hem beweest; zo voorzigtig als vrypostig, zo oplettend om nooit eenige gunst van andere Dames te vertellen, als bekwaam om dezelve van u te verwerven, dorst gy altoos in vertrouwen, in het gemeenzaamste vertrouwen met hem spreeken en handelen; Gy neemt thans Bagatelletjes in uwen dienst; Ik erken zy zyn handig en gemaklyk, gy kunt 'er alles van krygen, gy behoeft 'er u nooit voor te ontzien, nooit voor te bloozen; Maar zegt my Mevrouwen, zyn zy met onzen Frisard te gelyken? Wel
| |
| |
verre van daar, gedienstig en geheim; handig en vrymoedig; galant en bevallig, was hy tot alle diensten gereed; Nooit hebt gy hem iets vergeefsch verzogt, nooit zelfs gedagt, 't welk hy niet gereed was tot uw vermaak te doen.
Dus konde het niet missen, of hy moest, met zulke uitmuntende begaafdheeden, fortuin maaken in de wereld. Hy wierdt dan.... Maar wat zal ik de aanmerkelyke gebeurtenissen van onzen Held verkondigen! Gy zelve weet die; Even bekwaam om te vertellen, als te krullen, even vaardig van tong als handen, heeft hy 'er uwe opstygingen menigmaalen meê verdreven, uwe kwynende uuren dikwils door gekort.
O onherstelbaare slag dan in dezen ontydigen dood; o rist van bevalligheeden en vermaaken met dezen eenen Man verlooren! Narcissus zo bekoord van uwe eige Charmes! Narcissus zo wel gekapt, uw hoofd is al zyn luister kwyt, uwe verdiensten houden op, uwe glorie is gedoofd, en gy zult geene harten meer overwinnen kunnen: Als eene andere Samson zat alle uwe kragt in uwe hairlokken, en die kragt, helaas! is, door het overlyden van Frisard, gebrooken. Vergruis nu uwen Spiegel, weleer den getrouwen tolk uwer waarde, thans den haatelyken vertooner van een ledig harsenvat.
Hoe die waart gy dan, hoe dier zyn wy allen, myn Heeren, aan onzen Held verpligt! Zonder dat wy eenige kundigheeden eenig oordeel, eenige verdiensten behoefden te hebben, heeft hy ons over eene styve, plompe, Nederlandsche jeugd, met al hunne verdiensten, doen zegepraalen; Vrees niet, doorlugtige schim! voor eene gebrekkige erkentenis, wy zullen uwe weldaaden nooit vergeeten; uw geheugenis is voor eeuwig in onze harten geprent, uw roem zal nimmer sterven. Ja M.T. Hebben Helden, door hunne zegeryke wapenen, Volkeren verwonnen; Hy heeft ons de harten der schoonen doen 't onderbrengen; Hebben zy den overwonnenen hunne volstrekte willekeuren voorgeschreeven; Hy heeft over alle onze gebruiken, en Nederlandsche Deftigheid gezegepraald, en zyne Parysche wetten met een onweêrspreekelyk gezag door- | |
| |
gedrongen. Vindingryk vernuft, alle dagen wist hy nieuwe modes uit te denken, en de schranderste wysgeer heeft zyne lang overpeinsde denkbeelden nimmer in zulk eene verscheidenheid tevens en order geschikt, als hy duizend en duizend hairtjes wist te plooijen.
Dog ik houde u te lang op M.T. Gy zyt zo veel inspanning niet gewoon, en, hoe veel belang gy in myne redevoering neemt, uwe aandagt egter, te veel gevergd, zou naar de Assemblee, de Schouwburg, of Opera overvliegen; Ik zoude u dus verliezen, en myne onbescheide yver zou weinig eer doen aan de gedagtenis van onzen Held; wy zyn voor het Toilet begonnen, laat ons derwaards wederkeeren, en eindigen met den hartelyken wensch, dat het medelydend Parys ons eerlang een anderen Frisard mooge overzenden, om het verlies van Dezen, zo veel moogelyk, te vergoeden.
Deze Vertoogen worden uitgegeven, te Amsterdam, by de Boekverkoopers K. van Tongerlo en F. Houttuyn, en zyn, ieder Maandag, by dezelven te bekomen; en, wyders, te Dordrecht by A. Blussé, Haarlem J. Bosch, Delft E.v.d. Smout, 's Gravenhage E. Boucquet en Comp., Leiden P.v.d. Eik, Rotterdam R. Arrenberg, Middelburg P. Gillissen, Utrecht G.v.d. Veer, Leeuwarden H.A. de Chalmot, Franeker J. Brouwer, Harlingen F.v.d. Plaats, Sneek Zylstra, en Groningen J. Crebas.
|
|