Delfschen Helicon ofte grooten Hollandschen nachtegael(1720)–Anoniem Delfschen Helicon ofte grooten Hollandschen nachtegael– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Nieuw Liedeken. Stemme: Gisteren avont was ik, &c. OCh waer zijt gy Coridon Waer sal ick u vinde, Of schuylt gy voor de Son Onder dese Linde: Of zijt gy om u pleysier, 't Vee alleenig weyden, Och had ik mijn Herder hier Ik soud' hem met my leyden. Of zijt gy ten boschwaert in By de Herders knaepjes: En laet dus u Herderin, Dwalen met haer schaepjes: Die nu roept met groot getier, Waer mag 't Boefje blijven, Och had ik mijn Herder hier: 'k Sou wel vreugt bedrijven. Of zijt gy by een Fonteyn, Om u dorst te lissen; Of zijt gy by een Sant-leyn, By de Wildernisse; Of heeft u een vreesselijk dier Uyt de wey gedreven; Och had ik mijn Herder hier, Ik soud' in vreugde leven. Nogtans soo zijt gy vermaert, Voor den kloecksten Herder, Die de dieren wreed van aert Verjoegt en sloegt verder; Die voor Beer of wilde stier, Nimmeermeer sal vresen: Och had ick mijn Herder hier, Ik sou wel vrolijk wesen. Nu roep ik om hulp de goon Wilt my hulp betoonen: En gy groote Venus Soon, Komt ik sal 't u loonen, Stooker van het minne-vier, Wilt de boodschap vragen: Och had ik mijn Herder hier, Ik sou dan niet meer klagen. Gaet dan vlijtig na het dal Dat gy daer siet leggen, Gy kendt wel mijn Herders stal: Gaet en wilt hem seggen; Dat ik hem in dit quartier, Nog wat sal vertoeven: Och had ik mijn Herder hier, Ik sou geen Bood' behoeven. Vorige Volgende