Tweetalig onderwijs (TTO), meertaligheid en Nederlands als vreemde taal (NVT) in de Caribische context
Marjan de Visser-Lemstra, University of Aruba en Taalunie
Het concept tto
Wereldwijd bestaan er allerlei varianten van tto, tweetalig onderwijs, bilingual education; denk aan China, Hongkong, Japan, Canada, België en het Midden-Oosten. Ook in Nederland bestaat dit onderwijsconcept al sinds het eind van de jaren tachtig van de vorige eeuw en het wordt als de meest succesvolle onderwijsvernieuwing van de laatste 30 jaar beschouwd. Het succes van tto in Nederland is mede te danken aan het feit dat deze vernieuwing niet van bovenaf werd ingevoerd, maar juist vanuit de scholen zelf kwam.
Tto, tweetalig onderwijs, de naam zegt het al, is onderwijs in twee talen. Taalvaardigheid is dan ook een belangrijk speerpunt van tto. Functioneel taalgebruik van de vreemde taal staat centraal. Belangrijk instrument voor de taalverwerving is de didactiek, CLIL, Content and Language Integrated Learning. De taalverwerving vindt dan ook niet alleen in de taallessen plaats maar ook in het vak. De CLIL-didactiek is essentieel omdat taal en inhoud samengebracht worden op een manier dat ze elkaar versterken. Leerlingen worden bewust gevolgd zowel op inhoudsaspecten als op taalaspecten.
Tto omvat in Nederland echter veel meer dan onderwijs in twee talen. Naast taalvaardigheid zijn er nog twee pijlers geformuleerd waarop tto is gestoeld: wereldburgerschap en persoonsontwikkeling. Door alle drie aspecten altijd mee te nemen in het onderwijs, groeit de leerling: niet alleen in taalvaardigheid naar een hoog niveau, maar ook tot een ‘global citizen’, een kritische wereldburger die taalvaardig is, kan reflecteren, onderzoekend, creatief en weerbaar is en eigenaarschap voelt over het eigen leerproces. (Voor de exacte invulling van de drie pijlers zie Nuffic 2.0).