Surinaams-Nederlands, hoever afwijken?
Welmoed Ventura
Mijn presentatie in het kader van de CARAN-bijeenkomst is gericht op de afwijkingen die voorkomen in het Surinaams-Nederlands en op de vraag in hoeverre je die officieel zou willen maken. Daarbij wordt de wetenschappelijke benadering van natuurlijk taalgebruik belicht, omdat veranderingen plaatsvinden in het dagelijks taalgebruik. Die veranderingen sijpelen af en toe door in het formele taalgebruik, zowel schriftelijk als mondeling. Surinaamse kranten vertonen deze afwijkingen mondjesmaat en in de vergaderingen van De Nationale Assemblee zijn ze vaak te horen. Bij die afwijkingen gaat het niet altijd om verschillen die vanuit de standaardtaal zoals die in de officiële bronnen en lesboeken staat fout worden gerekend. Bijvoorbeeld, het naar achteren plaatsen in de zin van bepalingen (hij houdt niet daarvan, ze waren het niet eens daarmee). Dit is volgens de Algemene Nederlandse Spraakkunst een voorkeur die ook in het Vlaams voorkomt. In sommige gevallen wijkt het wel van de standaard af (ik behoor niet tot de kerndocenten meer). Daarnaast zijn er afwijkingen in voegwoorden (ik weet niet als dat goed is) die soms gemeengoed zijn geworden. De Europese redacteur of leraar zou dit soort afwijkingen doorstrepen.
In het dagelijkse taalgebruik zijn er veel afwijkingen die nog wel echt vanuit de standaardtaal opvallen als fout, en die ook echt fout worden gerekend door leraren en redacteuren. Daaronder vallen afwijkingen en verwarringen in grammaticaal geslacht (het meisje die, het organisatie, het kantoor wat) en problemen met inversie (gisteren hij kwam thuis).
De vraag bij de afwijkingen die zodanig zijn ingeburgerd dat ze niet erg opvallen, is of deze mogelijk als formeel SN moeten worden geaccepteerd. Als men daaraan begint, rijst meteen de vraag hoever een land moet of kan gaan in het formeel toestaan van afwijkingen in de officiële taal, terwijl die taal elders ook als standaardtaal voorkomt. Daarvoor is het van belang de reden in het oog te houden voor de handhaving van het Nederlands als officiële taal. Een daarvan is scholing en wetenschap, een taal hebben die aansluit op universitair niveau. Een voorbeeld van vergaande afwijking van het Nederlands is het Afrikaans, dat geheel zijn eigen weg is gegaan.
In de discussies over het taalgebruik en de plaats van de Nederlandse taal in het onderwijs viel het op dat het SN in Suriname meer waardering krijgt dan het Nederlands op de eilanden. Het is