‘paars’ omdat zij eerst via het Spaans dacht aan ‘vino’, waarna zij heeft vertaald naar het Papiamento ‘biña’ en ten slotte koos zij voor de vertaling van ‘biña’ in het Nederlands (paars) die zij aangeboden heeft gekregen op school. Hierbij heeft de meertalige kennis, ervaring en motivatie van het kind ertoe bijgedragen dat zij, door gebruik te maken van de (o.a. talige) middelen die zij tot haar beschikking heeft (resources), effectief kan communiceren. Zij heeft duidelijk niet alleen gesteund op één enkele taal, maar op alle drie. In feite hebben de talen samengewerkt en haar geholpen om te komen tot een oplossing. In een onderwijscontext zou de leerkracht haar door middel van translanguaging verder kunnen begeleiden, mits de leerkracht de juiste bril draagt. De leerkracht zou dan begrijpen waarom het kind op paars uitkomt en kunnen expliciteren door bijvoorbeeld op het bord ‘wijn’ in verschillende talen op te schrijven (wijn, wine, vino, biña). Daarna zou de leerkracht ook het woord ‘paars’ in het Papiamento nader kunnen bespreken (in het Papiamento zeggen wij ‘biña’ zowel voor de kleur als voor de drank; op Curacao wordt niet ‘biña’ gebruikt, maar ‘lila’). Door op deze manier met taal om te gaan, wordt het metalinguïstisch bewustzijn van de kinderen ook verder ontwikkeld, wat de (school)taalvaardigheid positief beïnvloedt (Jensen).
(2) Transcriptie van fragment uit de video
Moeder: ‘En.. wat doet de wolf dan?’
Kind: ‘Spring op de cama en eet Roodkapje’
Moeder: ‘en eet Roodkapje op’
Uit dit fragment valt o.a. op te merken dat het kind onverstoord het woord ‘cama’ gebruikt voor ‘bed’ in het Nederlands. Waarschijnlijk kon zij op dat moment niet op het woord ‘bed’ komen, maar zag dat niet als een drempel om door te gaan met het verhaal. Zij taalt weer, en door dit te doen, wordt er op een natuurlijke manier ruimte gecreëerd (voor de leerkracht) om in te zoomen op de taalaspecten die misschien extra aandacht behoeven. De rol van de leerkracht is hierbij essentieel, aangezien hij/zij het kind direct feedback kan geven, door voorbeelden te geven en nadere uitleg te verschaffen. In het fragment had een leerkracht bijvoorbeeld op de volgende manier kunnen reageren: ‘de wolf springt op het bed en eet Roodkapje op’. Hierbij wordt de zin dus herhaald, maar nu door middel het goede voorbeeld, zonder expliciet te verbeteren (dus niet verbeteren door te zeggen ‘niet cama, maar bed’).
Met bovenstaande voorbeelden is getracht op concrete wijze de translanguagingdidactiek te illustreren. Om translanguaging effectief te kunnen toepassen is een nieuwe visie op taal en taalleren een voorwaarde. Deze visie wordt momenteel ingevoerd in het