| |
| |
| |
Taalbeleid op Aruba: actuele ontwikkelingen. Op weg naar zinvol en uitdagend onderwijs waarin de leerling centraal staat
Regine Croes
Het onderwijs aan leerlingen die in een meertalige context leven, moet per definitie meertalige ontwikkelkansen bieden. Hierbij is het belangrijk uit te gaan van het gebruik van die talen in de dagelijkse context van de leerlingen en in de specifieke contexten waar de leerlingen voor opgeleid worden - zoals hun werk of hun verdere studie. Het is dus belangrijk eerst stil te staan bij deze context.
Aruba heeft twee officiële talen: het Papiamento en het Nederlands. Deze officiële talen worden door respectievelijk 68% en 6% van de bevolking thuis gesproken. Een kwart van de bevolking spreekt dus thuis niet één van de twee officiële talen. Naast het Papiamento en het Nederlands, spreekt 14% van de bevolkingthuis het Spaans en 7% van de bevolking thuis het Engels.
Hoewel het Engels op Aruba geen officiële status heeft, zijn kinderen al van jongs af aan in contact met het Engels door de media, zijn er steeds meer mogelijkheden om een betaalbare vervolgstudie te kiezen in het Engels en heeft het Engels een prominente plaats binnen het bedrijfsleven.
| |
Nieuwe ontwikkelingen in het taalbeleid op Aruba
Op Aruba is sinds 2009 begonnen met de invoering van een nieuw taalbeleid voor het primair onderwijs. Het nieuwe taalbeleid houdt in dat de leerlingen vanaf de kleuterschool tot de zesde klas de vier talen Papiamento, Nederlands, Engels en Spaans als vak krijgen aangeboden en dat het Papiamento de instructietaal is tot en met de vierde klas. Vanaf de vijfde klas wordt overgeschakeld op het Nederlands als instructietaal.
Er is als implementatiestrategie gekozen om eerst samen met twee pilot-kleuterscholen en twee pilot-basisscholen de voorwaarden te ontwikkelen en op basis daarvan het taalmodel verder in te voeren in alle andere scholen voor primair onderwijs.
Het pilotproject met de naam Proyecto Scol Multilingual is ondertussen met het eerste cohort aangekomen in de vierde klas van de basisschool. Het laatste jaar dus voordat de overgang naar het gebruik van het Nederlands als instructietaal in de vijfde klas zal plaatsvinden.
| |
| |
Schematisch ziet het Arubaanse taalmodel voor het primair onderwijs er zo uit:
| |
Onderwijsverzorgingsstructuur
Hoewel het aantal van twee pilotscholen klein lijkt, werken binnen het pilotproject alle ondersteunende organisaties op macro-, meso-, micro- en nanoniveau samen aan de ontwikkelingentransformatie van de voorwaarden om het nieuwe taalmodel in de praktijk te bewerkstelligen: leerkrachten, schoolmanagementteams, interne begeleiders, ouders, schoolbesturen, onderwijsbegeleiders, het multidisciplinair centrum dat leerproblemen onderzoekt, leerplanen leermiddelenontwikkelaars, taalkundigen, toetsconstructiedeskundigen, lerarenopleiders en -nascholers, inspecteurs, de Minister van Onderwijs en haar bureau, het Parlement, onderwijs-juristen, onderwijsonderzoekers, de pr-afdelingen, de ICT-ontwikkelaars, en zo kunnen we doorgaan. Wat nu op kleine schaal wordt ontwikkeld heeft grote gevolgen voor alle betrokkenen. In de transformatie die op alle niveaus plaatsvindt, worden tegelijkertijd verschillende nieuwe innovatieve duurzame oplossingen ontwikkeld om de onderwijsondersteuning te verbeteren en de onderwijsresultaten te optimaliseren.
| |
| |
| |
Nieuwe didactieken om de transitie van de ene naar de andere instructietaal te faciliteren
Om de leerlingen te ondersteunen bij de overgang van de ene instructietaal naar de andere, zijn aanzetten gedaan om via nieuwe didactieken als de Content Based Approach en Translanguaging een opbouw te maken naar het gebruik van het Nederlands als instructietaal. Bij de talen is dat gedaan door deze thematisch te verbinden aan de thema's van de zaakvakken. Daarnaast is begonnen om tijdens de zaakvakken, naast het Papiamento, de drie andere talen te gebruiken om informatie te zoeken en om simpele producten te maken, zoals een poster, een flyer of een korte samenvattende tekst. Zo wordt dus gebruik gemaakt van zowel Vakgericht Taalonderwijs als Taalgericht Vakonderwijs of met een modernere benaming de Content and Language Integrated Learning (CLIL).
| |
Vakkenintegratie
Met vier talen op het rooster en geen extra schooltijd, moesten er creatieve oplossingen worden gevonden om de effectieve onderwijstijd te optimaliseren. Om de doelen van alle vakken te halen binnen dezelfde schooltijd, bleek het ook effectiever om het curriculum thematisch te integreren. Aangezien de meeste onderwijsmaterialen toch lokaal moesten worden ontwikkeld of aangepast, werd dit als kans aangegrepen om zoveel mogelijk alle vakken op elkaar aan te laten sluiten binnen dezelfde thematische leerlijn. Binnen de zaakvakken wordt gebruik gemaakt van bronnen en producten in alle vier de talen. In dit meertalige instructiemodel wordt de assumptie dat onderwijs moet plaatsvinden in uitsluitend één taal, ter discussie gesteld.
| |
Professionalisering van leerkrachten
Voor de professionalisering van leerkrachten is enige tijd gezocht naar een goede balans tussen de behoefte van de leerkrachten per implementatiefase, de voor het programma noodzakelijke nieuwe competenties en de concrete toepassing op de werkvloer van die competenties. Er is een nieuwe professionaliseringsstructuur ingevoerd waarbij studiedagen worden gekoppeld aan een aansluitend coachings- en reflectietraject. Ook is begonnen met de ondersteuning op de werkvloer door instructional coaches die zelf bevoegd zijn om in het primaire onderwijs les te geven. Hierdoor kunnen zij niet alleen coachen, maar ook team-teachen om het professionaliseringstraject van de leerkrachten concreet te ondersteunen.
| |
Competentieprofiel
Hoewel het professionaliseringstraject voor de pilotscholen nu is verbeterd, is er nog steeds een grote behoefte aan een nieuw eenduidig competentieprofiel voor de leerkracht waar zowel de school- | |
| |
besturen, de leerkrachten als het professionaliseringsinstituut van uit kunnen gaan. Samen met het Instituto Pedagogico Arubano (IPA) wordt gewerkt aan dit nieuwe competentieprofiel voor de leerkracht dat de basis moet gaan vormen voor nieuwe wetgeving, nieuwe assessmentsystemen en het vernieuwen en verder vormgeven van het pre-service en in-service professionaliseringsaanbod.
| |
Methodevoorziening
Voor de voorziening in lesmateriaal voor het vak Papiamento wordt al jaren intensief samengewerkt met de Fundashon pa Planifikashon di Idioma (FPI) op Curaçao. Zo zijn de methoden Trampolin, Salto en Fiesta di Idioma bewerkt en opnieuw uitgegeven onder de namen Rampa, Baile di Letter en Festival di Idioma. Deze laatste methode is nog in ontwikkeling.
Voor het vak Nederlands zijn de op Aruba geproduceerde methodes Taalpret voor de kleuterscholen en Taalsprong voor de eerste en tweede klas in de eindfase voor de publicatie. Voor de derde tot en met de zesde klas is het de bedoeling om de ontwikkeling van de methode Taalsprong voort te zetten. Echter voor dit project is het startschot nog niet gegeven. In de tussentijd wordt gewerkt met een aanpassing van de methode Taalleesland.
Voor de vakken Spaans en Engels is enige vertraging opgelopen bij de ontwikkeling van materialen. Inmiddels is voor het vak Spaans de methode Brinca beschikbaar voor de kleuterscholen en wordt de methode Brincamos ontwikkeld voor de basisscholen. Voor het vak Engels is een eerste map gemaakt met lessuggesties.
Voor het vak Rekenen is voor de klassen 1 tot en met 4 de laatste versie van de methode Alles Telt vertaald, gecontextualiseerd en aangepast aan de Arubaanse kerndoelen. De Papiamentstalige versie is uitgekomen onder de naam Conta cu Mi.
Naast de talen en rekenen is voor het technisch schrijven gekozen om de methode Pennenstreken te vertalen, te contextualiseren en aan te laten sluiten bij de leerlijn van Baile di Letter. De Papiamentstalige schrijfmethode heet Tribi Skirbi.
| |
Open Educational Resources
Het ontwikkelen en implementeren van gedrukt materiaal is een van de duurste en minst duurzame voorwaarden voor de implementatie van het meertalige taalbeleid. Zowel de salarissen van gespecialiseerde leermiddelenontwikkelaars als het drukken van het onderwijsmateriaal vergen een grote financiële investering, terwijl het gedrukte materiaal tegen de tijd dat het op school is aangekomen en het daar wordt geïmplementeerd, alweer toe is aan revisie. Om een duurzamere oplossing te ontwikkelen voor de leermiddelenvoorziening worden de mogelijkheden uitgeprobeerd om over te gaan op gratis beschikbare digitale leeromgevingen. Daarbij sluiten
| |
| |
we aan bij de internationale trend om steeds meer kennis en onderwijsmaterialen gratis beschikbaar te stellen. Zo wordt het voor een klein eiland als het onze toch mogelijk om op een veel goedkopere manier geschikte onderwijsmaterialen te kiezen, te vertalen en aan te passen aan de lokale context en behoeften. Dit vergt wel een nauwe samenwerking met de invoering van moderne ICT-voorzieningen voor alle klassen.
| |
De ontwikkeling van het Papiamento als academische taal in relatie tot het Nederlands
Een andere voorwaarde voor het gebruik van het Papiamento als instructietaal op scholen is de ontwikkeling van het Papiamento als academische taal. Veel academische termen zijn op dit moment zowel bij ouders als bij leerkrachten en kinderen bekend in hetzij het Nederlands (door het onderwijs) of het Engels (door de media). Dit leidt tot discussies over het adopteren van deze termen in het Papiamento of nieuwe termen te ontwikkelen in het Papiamento die zich voornamelijk baseren op het Spaans, omdat deze meer ‘klinken als Papiamento’.
De discussie draait dan om het accepteren van geadopteerde termen als onderdeel van het Papiamentse lexicon of om het blijven zien van deze woorden als ‘indringers’ in de taal en dus als elementen die vervangen moeten worden met ‘puurdere’ varianten. Ook hier zal in de presentatie van collega Merlynne Williams uitgebreider op in worden gegaan.
| |
Translanguaging
Het feit dat vaktermen in verschillende talen vaak overeenkomen omdat vooral dit soort concepten vaak van elkaar geleend worden, maakt het interessant voor de leerling die in een meertalige context opgroeit om belangrijke concepten meertalig aangeboden te krijgen.
Hierbij speelt het Papiamento een aparte rol, omdat juist deze concepten vaak in het Papiamento zelf goed aansluiten bij een of meerdere van de drie andere talen. Wiskundige concepten die in het Papiamento synoniemen hebben zoals rechthoek (met het accent op -hoek) en rectangulo, driehoek en triangulo, maken de connectie met het Engels en het Spaans heel makkelijk (in dit voorbeeld rectangle, rectángulo of triangle, triángulo).
Taalkundige concepten als verbo (verb, verbo, werkwoord) of preposicion (preposition, preposición, voorzetsel) zijn makkelijker te onthouden als je ze gelijk meertalig aanbiedt. Geschiedkundige concepten als historia (history, historia, geschiedenis), pre-historia (prehistory, prehistoria, prehistorie of voorgeschiedenis) en prehistorico (prehistoric, prehistórico, prehistorisch) zijn zo ook makkelijker te onthouden voor kinderen. Het aanbieden van belangrijke
| |
| |
concepten in relatie tot elkaar helpt kinderen deze concepten goed te laten verankeren en een stevige conceptuele basis te vormen voor het begrijpen van het betrokken vakgebied.
| |
Betrokkenheid van de ouders en de samenleving
In de afgelopen jaren is voor de ouders van de leerlingen in de pilotscholen een traject ontwikkeld waarin ze zelf geschoold worden en tips krijgen hoe de taalontwikkeling van hun kinderen te ondersteunen. Ze werken daarbij op een ludieke manier ook aan hun eigen taalontwikkeling.
Naast de ouders, is ook een begin gemaakt om instanties op Aruba te betrekken bij de ontwikkeling van relevante thematische onderwijsmaterialen voor de zaakvakken in het Papiamento. Dit omdat niet alleen de onderwijstalen moeten aansluiten bij de kinderen, maar ook de inhoud van de zaakvakken gecontextualiseerd en gemoderniseerd dient te worden. Hiervoor is veel kennis aanwezig bij specifieke instanties die zich op het gebied van de verschillende thema's bezig houden.
| |
Evaluatie, toetsing, overgangsnormen, rapporten
Bij de invoering van het nieuwe taalbeleid in de pilotscholen is de bestaande traditionele toetscultuur een groot en hardnekkig struikelblok gebleken. Samen met de schoolbesturen en de scholen en middels professionaliseringstrajecten is in het afgelopen schooljaar gewerkt aan nieuwe schooltoetsen, normeringen, indelingen op het rapport en overgangsnormen die overeenstemmen met de doelen, rollen en functies van de talen binnen het meertalige onderwijsprogramma.
| |
Nationale toetsen
Op nationaal niveau is het ook vrij complex gebleken om de resultaten van de leerlingen in de meertalige school te kunnen vergelijken met die van de leerlingen in andere scholen.
Dit omdat er tot op dit moment geen nationale kerndoelen zijn vastgesteld voor de talen waartegen de resultaten kunnen worden afgezet. Er is daarom binnen het project begonnen met de ontwikkeling van een nationale meertalige taaltoets die de taalontwikkeling van de leerlingen conform de kerndoelen aan het eind van de tweede en aan het eind van de zesde klas meet.
Deze test moet dan de traditionele eentalige taaltoets gaan vervangen en zal zich richten op zowel receptieve als productieve taalvaardigheden in alle vier de talen.
Meer over de ontwikkeling van deze test komt in een aparte presentatie van collega Merlynne Williams van het Centro di Investigacion y Desaroyo di Enseñansa (CIDE) aan bod.
| |
| |
| |
Kwalitatieve data van leerlingresultaten
Hoewel er tot nu toe nog niet veel kwantitatieve data zijn van de leerlingresultaten komt uit observaties en vraaggesprekken met leerkracht en ouders naar voren dat de leerlingen in de pilotscholen het leuk vinden en er trots op zijn dat ze vier talen leren en een positieve attitude tonen ten aanzien van deze talen. Ze laten een groot enthousiasme zien voor het lezen en het schrijven en leerkrachten verbazen zich over het niveau waarop deze leerlingen hun gedachten uitdrukken. Ook de transfer van hun leesvaardigheid in het Papiamento naar het Nederlands, het Engels en het Spaans is voor alle betrokkenen inclusief de taalkundigen boven verwachting verlopen. Op basis van deze snelle transfer is besloten al eerder te beginnen met de systematische instructie van het lezen in het Nederlands. Ondanks de aanvankelijke uitdaging om beide spellingssystemen uit elkaar te houden, bleken kinderen in de tweede helft van de tweede klas het verschil te beheersen. Na een drietal jaren ervaring met het alfabetiseringsproces in het Papiamento en de transfer naar het Nederlands, het Engels en het Spaans, kunnen we nu concluderen dat zo lang de kinderen begrijpen wat ze lezen het leesproces zelf en de transfer van de leesvaardigheid van de eerste taal naar de andere talen sneller gaat dan in eerste instantie werd verwacht.
| |
Diversificatie van het taalbeleid voor het primair onderwijs
Nu het moment van de verdere invoering van het nieuwe taalmodel er aan komt heeft de Minister van Onderwijs van Aruba een commissie de opdracht gegeven om de mogelijkheden uit te zoeken dat schoolbesturen en scholen voor primair onderwijs op basis van hun leerlingenpopulatie ook zouden kunnen kiezen voor hetzij het Nederlands of het Engels als alternatieve onderwijsinstructietalen. De commissie zal begin december haar advies hieromtrent uitbrengen.
| |
Onderwijsinstructietaal in het voortgezet onderwijs
Ook in het voortgezet onderwijs wil de Minister van Onderwijs graag het Engels als instructietaal aanbieden als alternatief traject. Hiervoor zal onder andere een Tweetalig Onderwijstraject (TTO) starten in het vwo en wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de onderwijsstructuur op Aruba uit te breiden met een International Baccalaureatetraject in het Engels. Deze nieuwe alternatieve trajecten zouden dan een uitbreiding zijn, naast de bestaande Nederlandse onderwijsstructuur.
| |
Gedifferentieerde taaltoetsen
Met het uitbreiden van de onderwijsstructuur in het voortgezet onderwijs met andere alternatieven naast het traditionele Nederlandse onderwijssysteem, moeten garanties ingebouwd worden dat
| |
| |
leerlingen nog steeds door kunnen studeren op het niveau, in de taal en in het land dat hun voorkeur geniet. Er moeten dus mogelijkheden worden aangeboden om hun talenkennis - los van het onderwijssysteem waarin ze hebben gestudeerd - te kunnen toetsen en vast te kunnen stellen. Dit kan gedaan worden door toetsen aan te bieden die leiden tot internationaal erkende certificaten zoals het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT), de TOEFL-test, de International English Language Testing System (IELTS) van de Cambridge University of een van de Diploma de Español como Lengua Extranjera (DELE) die aangeboden worden door het Instituto Cervantes.
| |
Conclusie
Met het presenteren van het taalbeleid van Aruba willen we de Caribische Associatie van Neerlandici uitnodigen om samen verder te werken aan een beter en gedifferentieerder onderwijs voor de leerlingen in het Caribisch gebied waarbij het leren van het Nederlands als Vreemde Taal een aangename en nuttige ervaring zal zijn voor de leerlingen en de kennismaking met de gevarieerde, multiculturele Nederlandstalige literatuur in relatie tot de meertalige en multiculturele samenleving waarin ze leven, een persoonlijke verrijking voor ze zal zijn.
Regine Croes Aruba
Lila Gobardhan-Rambocus Suriname
|
|