Des coninx summe
(1907)–Anoniem Coninx Summe, Des– Auteursrecht onbekend
[pagina 217]
| |
Des Coninx Summe.
| |
[pagina 219]
| |
1. Hier beghint een seer merkelic boec,Ga naar margenoot+ dat gheheten is Die Coninx Summe.aant.Sonderlinghe lieve ende seer gheminde neve ende broeder in Jhesu Cristo!Ga naar voetnoot1)
Want ic broeder Ian van RodeGa naar voetnoot2), convaers der cartuser oerde tot Seelem, grote begheerte hebbe tot uwer ewigher salicheit, sonderlinghe dat ghi na den gheboden gods u leven leyden mochtet, so en heb ic mi niet een luttel arbeyts laten verdrieten ende heb u overGa naar margenoot+ ghe-||set uten fransoyse in duutsche, int iaer ons heren dusent vierhondert ende achteGa naar voetnoot3), een boec dat een groet clerc van der predicaer oerden den coninc Philips van Vrancrijc makede in den iaer ons heren .MCC. ende .LXXIX., ende heet in francsoyse ‘Summe le Roye’, dat is in duytsche ‘des Coninx Summe’. Ende heet een summe, want veel goeder materiën te samen vergadert sijnGa naar voetnoot4) tot eenre summen eens reckeliken levensGa naar voetnoot5), ende heet des Coninx Summe, wantse den coninc van Vrancrike ghemaectGa naar voetnoot6) was, als voorscreven is; of, geestelike te verstaen, so macht des Coninx Summe vanGa naar margenoot+ Hemelrijc heten, want || het leert ons hoe wi onse rekeninghe maken sullen teghen den groten rekendachGa naar voetnoot7) daermen summam summarumGa naar voetnoot8) voor den groten Coninc brenghen moet. | |
2.aant.Onder alle boeke die ic ghehoert hebbe so dunct mi dit enen leken mensche also nutten boec wesen in te lesen, die gaern naden gheboden gods leven soude, als ic ye ghelas; want het tracteertGa naar voetnoot9) van den tyen geboden; dan vanden .XII. articulen des kersten gheloves; dan vanden seven sacramenten der heyligher kerken; dan vanden seven dootsonden, diemen die hoeft sonden heet, mittenGa naar margenoot+ sonden die daer uut spruten, da-||ghelix of dootliken; dan, hoe een mensche sel leren sterven eer hi stervet, op dat hi dan mach connen sterven als hi sterven moet; hoe een mensche die sonden | |
[pagina 220]
| |
sel leren verdriven ende die duechden vercrighen; dan van den achte salichedenGa naar voetnoot1); dan dat pater noster mit sijnre glosen, hoe wi inden seven beden des pater nosters bidden om die .VII. gaven des heilighen gheestes; dan dat ondersceyt vanden seven gaven, hoe si heten ende hoe si uut roden mitten wortelen uten gaerde des herten die .VII. hoeftsonden ende planten daer weder in die .VII.Ga naar margenoot+ principael duechdenGa naar voetnoot2), die con||trarie sijn den .VII. hoeftsonden voorscreven; dan van .VII. ander duechden, daer die drie eerste of heten godlikeGa naar voetnoot3) duechden ende dander vier cardinaelsche duechden; ende dan brenghettetGa naar voetnoot4) alte suverliken overeen die seven principale duechdenGa naar voetnoot5) voorscreven mitten .VII. gaven des heilighen geestes, daertGa naar voetnoot6) also veel goeder materiën ende suverliker roert dat icker niet al gherepeterenGa naar voetnoot7) en kan, ende daer beslutet dat eynde mede. Mer wantmen die francsoyse woerde niet al properliken in duutsche en kan ghesettenGa naar voetnoot8) also si staenGa naar voetnoot9), want het een ander maniere vanGa naar margenoot+ spreken heeftGa naar voetnoot10) dan dat duutsche doet,|| als ghi wel weet, so heb ic onderwilen mere woerde daer toe gheset, onderwilen min, mer ic hope dat ic den sinne ende die grote materie heel ghelaten hebbeGa naar voetnoot11). | |
3.aant.Ic begheer dat ghi u leven na rade des boecs ordineren wilt, want al dattet leert nutte is enen kerstenen mensche te weten, want hi daer vele of is sculdich te weten, wil hi die ghebode gods houden, die een yghelic sculdich is te houden die sinne ende witGa naar voetnoot12) hevet ende tot sinen iaren comen is, wil hi der verdoemenissen ontgaen. Ic en darre mi niet onderwijnden enighe capittele te delen in desenGa naar margenoot+ boeke of|| enyghe tafele te maken, want die goede man diet makede, die hevet slecht sonder prologo ende sonder tafele gheset ende beghinnet slecht aldusGa naar voetnoot13); ‘Le primir conmandement que dieux commanda est chest etc.’ ‘Dat eerste ghebot, dat god gheboet, is dit’. Daer om wil ict also oec beghinnen in den name des eengheboren soen gods ende der reynre maghet MariënGa naar voetnoot14), Jhesus Cristus, onse lieve here, die gheloeft, ghedanct, gheëert ende ghebenedijt moet sijn, ewelijc ende ymmermeer! AmenGa naar voetnoot15). |
|