van Rorschach-plaatjes. Het duister deprimeert me. Ik krijg het gevoel dat iedereen op me let, het is niet waar, natuurlijk niet, maar het gevoel wordt sterker.
De eerste keer. Een blaadje papier waarop staat V.V. Inquiry. Wilt u deze vragen met ja of nee beantwoorden? Vraag 12. Heeft u een zwaar gevoel in handen en voeten? Ja. Vraag 40. Voelen uw handen en voeten licht aan? Ja. Een gevoel van loodzwaar zweven. Ik probeer mijn gedachten te ordenen, maar dat wordt steeds moeilijker. Iemand praat tegen me, ik versta de laatste woorden maar het zegt me niets want ik ben de rest van de zin vergeten. Wilt u het nog eens wat wou ik nou ook weer zeggen de chaos wordt volkomen maak me nou niet in de war ik had een antwoord vijf woorden ik ben er drie kwijt wat zeg je niet zo snel u maakt me in de war ik kijk naar uw mond ik hoor niets ik hoor woorden de mond is weg jullie doen het erom niets laten merken want anders wilt u mij het tapijt beweegt wil je een vuurtje wat het tapijt beweegt ik ben niet gek het beweegt niet ik denk het alleen slim bedacht van ze hou ze in de gaten voortdurend niets laten merken wat kijken ze alles is vreemd ze hebben de kamer van vorm veranderd ik heb het gezien ik weet alles van het tapijt sigaret is uit uit wat vuur lachend gezicht tapijt vuurtje ik heb ze door niets laten merken ze willen iets
Hoe voel je je nu? Gewoon. Niets bijzonders? Nee.
Ik schuif mijn stoel wat achteruit want het tapijt komt op me af. De deur gaat open, maar ik draai mij bijtijds om. Ik zit alleen in de kamer van Johan. Ik kijk naar hem. Hij is samengesteld uit horizontale stroken die onderling van plaats verschuiven, nu wordt hij vloeibaar. Ik kijk naar hem en ik word vloeibaar. Oneindig traag drijven we in cirkelvormige bewegingen naar het plafond, waar we als kosmische kwallen blijven zweven en in volmaakte harmonie een worden met de ruimte.
Ik zit met mijn ogen dicht en zie de ruimte. Door de ruimte bewegen zich nooit geziene vormen en kleuren. Ik zie de grootheid en het falen van Klee. Ik bezit het vermogen alles te omvatten. Ik kijk en begrijp, ik ga op in het kijken, er is geen ik meer, er is alleen maar zijn.
Ben je er weer? Stukje bij beetje herkrijg ik de beschikking over mijn faculteiten, ik kom omhoog uit de maalstroom, als een parachutist in een vertraagde film daal ik op de aarde neer. Een grijze aarde.
Maar de herinnering blijft leven. De herinnering aan een wereld, waar de