Bzzlletin. Jaargang 32
(2003-2004)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
2‘Ik heb hem er nooit in zien spugen,’ heet het van de man die met graagte inneemt. De foute drinker, die spuugt er wel degelijk in - bij voorkeur in andermans glas, zodat hij het zich kan toeëigenen. | |
3De drinker en de drank. Al lijken ze het doorgaans, van een afstand, goed met elkaar te kunnen vinden, ze hebben het niet gemakkelijk met elkaar. De drinker is conservatief, de drank progressief. Geen drinker wil starnakelzat worden. Hij wil de roes, die na een beperkt aantal glazen in hem is neergedaald, vasthouden zoals die is, en hij doet dat door de bereikte euforie te conserveren - met een volgend glas. Hij vernist, verguldt als het ware zijn roes met een glas dat al niet meer tot die roes bijdraagt. In dit laatste glas, dat nota bene telkens door een nieuw vervangen wordt, meent de drinker een soort pas op de plaats te maken: de begeerde gelukzalige stemming is bereikt, hij hoeft deze alleen maar in volmaakte staat te houden. Dat levert een fatale symbiose tussen drinker en drank op, want de drank, die op het agressieve af progressief is, sleept de drinker (tegen diens wil, hoewel hij volledige doorgang heeft verleend) mee naar een volgende, veel oncontroleerbaarder fase van alcoholische intoxicatie. Ook daar blijft de drinker, onafgebroken innemend, met grote betrokkenheid bezig | |
[pagina 30]
| |
zijn oorspronkelijke roes te conserveren. Tegen het eind van de nacht heeft de progressieve drank hem, de conservatief, door alle kamers van de oppositie geloodst, tot waar de drinker niets meer te zeggen heeft en serviel en honds en verdoofd elke door zijn tegenstander gewenste paraaf zet. | |
4‘We dronken met de geveinsde onwennigheid van happers.’ Zelden heeft iemand het misleidende drinken van doorgewinterde alcoholisten beter gekarakteriseerd dan hier Gerard Reve. | |
5‘It provokes the desire/but it takes away the performance’ zegt de poortwachter in Macbeth over drank en sex. Daar staat tegenover dat de volgende dag zowel the desire als the performance profiteert van de kater. De decadentste drinkers zijn dan ook niet verslaafd aan de drank, maar aan de vergiftiging 's anderendaags. Telkens weer te mogen genezen van de impotentie de avond tevoren... De wastafel als voetstuk van de liefde. Een cocktail van kots en gal als afrodisiacum. | |
6Drank maakt weer lief wat kapot is. | |
7‘Geniet, maar drink met mate.’ In de bioscoop roept bij deze ideële reclameslogan altijd wel iemand: ‘Drink!...maar geniet met mate.’ Het kan niet verhullen dat we met z'n allen in Bevoogdarije wonen. Jodium aan het zout toevoegen, tegen struma - in Betuttelonië is massamedicatie heel gewoon, zoals elders de kraan juist weer wordt dichtgedraaid, nou ja, niet helemaal | |
[pagina 31]
| |
natuurlijk, want op de overgebleven druppels kan ruim accijns geheven worden. In Patriarchistan mag daarom iedereen die het zich financieel kan veroorloven zichzelf dood drinken. Zo plaatst men een prijs op z'n eigen hoofd. | |
8Voor 't eerst sinds lang ging ik na schooltijd bij mijn grootouders langs. Oma stond aan tafel wasgoed te vouwen, haar manier van strijken zonder bout. ‘Opa niet thuis?’ ‘Weggegaan zonder iets te zeggen. Je kent hem toch.’ Nadat ik een tijdje had zitten kijken naar haar boze gezicht, viel er een schaduw door de kamer. Voor de tuindeuren stond mijn grootvader voorovergebogen naar binnen te kijken, met een gekromde hand tussen zijn ogen en de ruit. Toen hij doorhad dat ik hem zag (oma had niets door), trok hij zijn zakdoek tevoorschijn en depte daarmee, wijzend op zijn vrouw, zijn ogen, het gezicht tot een huilgrimas vertrekkend. Met de andere hand verborg hij iets achter zijn rug - een 45-toerenplaatje in een grauw hoesje. Eenmaal binnen plaatste hij de grote koffergrammofoon op tafel tussen de stapels handgestreken wasgoed. Hij drukte mijn tegenstribbelende grootmoeder - ‘He, Frans, hou op met die flauwekul’ - neer op een stoel, en gaf haar een zakdoek in de hand. Toen zette hij het plaatje op. Oma schikte zich naar het onvermijdelijke: bozig sloeg ze haar mollige armpjes over elkaar, en wachtte af. De naald greep krassend in de eerste groef.
Mag ik van u een lift, meneer?
'k Zal er zo dankbaar voor zijn...
In de eerste twee regels, gezongen door de Zangeres Zonder Naam, zat het hele vervolg al: de brute verkrachting, het vernederend uit de auto gezet worden... Oma hoefde de apotheose niet af te wachten om haar tranen als kogelronde bolletjes langs haar wangetjes te laten rollen. Ik was terug aan dezelfde tafel, maar dan zo'n acht jaar eerder. Een jongere Zangeres Zonder Naam, met nog slepender en snijdender stem.
Ach, vader lief, toe, drink niet meer.
De hele familie rond de koffergrammofoon. Mijn moeder met een gezicht vol haat. Oma zacht meezingend, met wiegelend hoofd. Mijn vader verontschuldigend grijnzend - naar mij. Het was zo'n bête grijns dat ik het excuus niet begreep. Ik legde de schuld bij mezelf. Ik had de hele nacht wakker gelegen onder zijn obscene gebral. Roerloos. 1k had hem moeten bepraten... | |
[pagina 32]
| |
bezwerend toezingen desnoods... iets doen...
Ik vroeg het al
zo menige keer.
Boven dat huiselijke tafereel rees mijn grootvader op, in grimmige triomf: hij had het er niet bij laten zitten. Via de Zangeres Zonder Naam plantte hij het mes van de waarheid in zijn schoonzoons hart... geen ontkomen aan... Zo werd alcoholisme hier bestreden. Wie niet horen wilde, moest maar voelen. | |
9Op de index van nederwiettelers en coffeeshopboeren: Les paradis artificiels van Baudelaire. De wijn wint het van de hasj. | |
10‘Alles zoop en naaide’ (Remco Campert). Al vele duizenden jaren, ja - niet met ingang van de Bevrijding van 1945 pas. Toch lijkt alcoholisme me pas echt een collectieve kwaal van de twintigste eeuw. Tot de beste boeken die in dat tijdvak over drankzucht verschenen zijn, behoren John Barleycorn van Jack London (destijds in het Nederlands vertaald als Jantje Gerstekorrel), The Lost Weekend van Charles Jackson, Under the Volcano van Malcolm Lowry, The Ginger Man van Donleavy, Moskou op sterk water van Venedikt Jerofejev, en - nou, vooruit, mijn licht maar eens onder de korenmaat uit: Advocaat van de hanen van A.F.Th. van der Heijden, dat op z'n beurt weer geprofiteerd heeft van The Lost Weekend, de eerste grote roman over een kwartaaldrinker (door de klinische blik bijna een romanessay). | |
11De alcoholische periode die John Lennon, na door zijn taaier wordende muze Yoko Ono buiten de deur te zijn gezet, in Californië doorbracht met zijn secretaresse en met zijn collega's Harry Nilsson en Keith Moon, noemde hij achteraf zijn ‘lost weekend’. | |
[pagina 33]
| |
12Bij café De Zwart dook op een avond de Rus Viktor Jerofejev op, schrijver van de internationale bestseller Een schoonheid uit Moskou. Hij vertelde dat hij ooit, in de Sovjettijd nog, als jonge schrijver met niet meer dan één gepubliceerde novelle op zijn naam een uitnodiging van de Nederlandse ambassade had ontvangen, voor een diner. Zonder de geringste notie waaraan hij de invitatie te danken kon hebben, ging hij erheen. Bij het dessert nam de ambassadeur het woord, met een klein boek in de hand. Het was hem een eer en een genoegen, zo zei hij, om de auteur het eerste exemplaar aan te bieden van de Nederlandse vertaling van diens roman Moskva-Petuski, bij uitgeverij Van Oorschot verschenen als Moskou op sterk water. Viktor Jerofejev maakte, met een ongelukkig gezicht, afwerende gebaren - een houding die door de ambassadeur werd uitgelegd als vrees om voor het auteurschap van het boek uit te komen. De ambassadeur wees naar de hoeken van het vertrek, waar zich afluisterapparatuur van de KGB kon bevinden, en schudde nadrukkelijk het hoofd: u vergist zich, meneer Jerofejev, wij worden hier niet afgeluisterd. Hij deed nog een paar pogingen om het boek plechtig en met de juiste bewoordingen te overhandigen, maar Viktor bleef, steeds wanhopiger, gebaren dat hij het boek niet wilde. Uiteindelijk, zelf wanhopig geworden door de angst van de jonge schrijver voor de Sovjetautoriteiten, drukte de ambassadeur Viktor Jerofejev het boek eenvoudigweg in de hand, zonder verder nog een woord, en keerde terug naar de koffie. En zo zat Viktor Jerofejev dan te bladeren in het boek van zijn collega Venedikt Jerofejev, die niet eens familie van hem was. Hij vroeg zich af hoe het ging met zijn ongelukkige kunstbroeder, die om zich verstaanbaar te kunnen maken een microfoontje tegen een stervormig litteken op de plaats van zijn strottenhoofd moest houden, en nu bezig was zich verder dood te drinken. | |
13Om het in termen van esthetica uit te drukken: alcoholisme als ziekte is pure vorm, zonder inhoud. Drankzucht is louter oppervlakte, zonder diepte. Preciezer: bij alcoholisme gaat de vorm aan de inhoud vooraf. De vorm brengt de inhoud voort. Of, met een snuif Aristoteles, de vorm is de inhoud, zoals de diepte voelbaar wordt aan de oppervlakte. Dwangmatig drinken ontstaat doorgaans onafhankelijk van problemen, en | |
[pagina 34]
| |
is dus van oorsprong een lege bezigheid, die zich gaandeweg vult met problematiek. Het drinken is de voorbereiding op het probleem. Doorgaan met drinken heeft een dubbele functie: het probleem verdrinken en nieuw leven inblazen. | |
14Niet voor niets vergelijkt Ernst Quispel uit Advocaat van de hanen de opbouw van een drinkavond met die van een kunstwerk. Drinken is te vergelijken met kunst: lege vorm volstromend met betekenis, problematiek, drama, tragiek, angst, dood, seksuele doem. Je hoeft alleen maar van een heldere, rimpelloze vijver een omgeroerde modderpoel te maken. | |
15De oorsprong van mijn drankzucht, als dat geen te groot woord is, is genetisch: mijn grootvader dronk, mijn vader dronk. De bijkomende, ‘sturende’ (environmental, zeggen de Amerikanen) oorzaak was: mijn vader op zijn eigen terrein te willen verslaan. | |
16Intussen blijft de vraag: waarom een door de evolutie zo moeizaam verworven, onbegrijpelijk verfijnd instrument als het brein zo moedwillig toegetakeld met bijtend spul uit de fles? Waarom rooien wij met zoveel minachting de Boom van Kennis die in ons groeit? Dat overbelichte brein - aanvaarden wij het diep in ons hart niet? Stelt het te hoge eisen aan ons? | |
17In alcoholische kwesties zijn cirkels altijd mooi vicieus. Drinken leidt tot | |
[pagina 35]
| |
overgewicht, dat nachtelijk gesnurk in de hand werkt. Alcohol heeft een spierverslappende werking, waardoor het ‘weke’ vlees achterin de mondholte (huig, keelamandelresten) de neiging heeft op de ademtocht van de slaper te gaan ‘klapperen’, met als gevolg: harder gesnurk. Extreem snurken kan leiden tot apneu: het tijdens de slaap inhouden van de adem gedurende 10 tot 30 seconden, en dat zo'n 40 keer per uur. Als de bedgenote door het snurkgeluid nog niet haar toevlucht tot de logeerkamer heeft gezocht, zal zij het zeker doen bij de stikspasmen die de ademloze snurker vertoont: die zijn angstaanjagend. Bijkomende risico's: hoge bloeddruk, hartinfarct, hersenbloeding. Voor de apneulijder betekent de slaap een niet aflatend gevecht om adem, wat voert tot grote vermoeidheid overdag; men valt in slaap achter het stuur. In plaats van een wandeling te maken tegen de zwaarlijvigheid, kiest men voor een siësta van minimaal twee uur. Men wordt zwaarder, gaat harder snurken, de apneu verergert; het drinkgedrag wordt cynischer. De echtgenote keert niet terug in de slaapkamer. De eenzame ronker zoekt meer en meer troost bij de fles, het enige wezen in zijn omgeving dat hem nog een ziel te bieden heeft. En zo voort en zo verder. | |
18De vriend die ik na het feest op mijn divan aantrof, slaperig tutterend aan een fles wodka. ‘Wat doe je?’ ‘Ik drink mezelf nuchter.’ | |
19Er is, wetenschappelijk en ontbijtkundig, altijd veel te doen geweest over alcoholische onthoudingsverschijnselen in de vorm van tremoren. (‘Tremus’ in potjeslatijn. ‘De beverd’ in drinkersbargoens.) Een remedie is de zogeheten Jordaanmethode. De kastelein knoopt bij de hevig bevende stamgast, die als eerste klant van de dag op een kruk is geklommen, de stropdas los, windt deze met het smalle uiteinde om de linkerpols van de patiënt, legt de das in diens nek en geeft de man het brede uiteinde in de rechterhand. Het is nu alleen nog zaak de trillende vingers van de linkerhand om het gevulde | |
[pagina 36]
| |
borrelglaasje te boetseren - en zie, de patiënt kan zelf, via deze eenvoudige takelinstallatie, de eerste consumptie van de dag zonder al te veel volumeverlies naar zijn lippen hijsen. Dit 3 à 4 keer herhalen, en de drinker zal op eigen kracht, zonder inschakeling van een hijsinstallatie, verder kunnen innemen; zijn dag is gered. ‘Tumblers vol met pareldroppen/Lallend, schallend vochtfestijn.’ Ik hou het op wat de legendarische drinker Malcolm Lowry zei: ‘Waarom beven mijn handen niet als er niemand in de kamer is?’ | |
20Dialoog. ‘Nog eentje. Tegen de maden.’ (Allard Schröder) ‘A last one for the road. Then slowly moviamo a casa.’ (Jean-Paul Franssens) | |
[pagina 37]
| |
Ignacy Witkiewicz (1885-1939), Portret van Nena Stachurska (12 oktober 1929)
Peyote-ogen Pastel op papier, getekend onder de invloed van de drug. |
|