[Nummer 290]
Voor de lezers van de redactie
foto Klaas Koppe
‘Een postmoderne sijsjeslijmer’ - zo omschrijft Atte Jongstra zichzelf niet zonder zelfspot in zijn recente essaybundel De tak van Solzburg. Of zijn werk werkelijk als postmodern is te karakteriseren valt te bezien, Jongstra voelt zich literair immers veeleer verwant met auteurs van proza dat zich niet makkelijk onder één noemer laat brengen, schrijvers van proza dat hij betitelt als ‘opengewerkt’. Tot deze ‘opengewerkte familie’ - Jongstra noemt hun namen onder meer in zijn Familieportret - rekent hij auteurs als Sterne, Multatuli, Montaigne, maar ook Dante, Swift, Kabelais, Cervantes, Cortázar en Gogol.
Over ‘opengewerkt proza’ gaat het in dit nummer van BZZLLETIN, en over ‘literatuur in voetnoten’ of over ‘encyclopedische romans’. Over de romans, gedichten, essays en het gelegenheidsproza dus, van Atte Jongstra.