[Nummer 286]
Voor de lezers
van de redactie
Zoon van een landarbeider, monteur, autodidact, administrateur, krantenman, vertaler, auteur, Nobelprijswinnaar, de vorig jaar november tachtig geworden Portugees José Saramago (1922) heeft een rijk en bewogen leven achter de rug. Het grootste deel daarvan speelde zich af onder een dictatoriaal regime. De neerslag van zijn levenservaring is terug te vinden in een geëngageerd oeuvre waarin met name de roman Het evangelie volgens Jezus Christus, een herinterpretatie van de bijbelteksten uit het Nieuwe Testament, rumoer veroorzaakte om het vermeende blasfemisch karakter ervan. Vertaler Harrie Lemmens analyseerde het boek in het nummer over Verlossers (282, juli 2002). Nu dan een Bzzlletin die geheel aan hem en zijn werk is gewijd.
José Saramago is in Nederland vooral bekend als romancier. Maar dat is slechts één kant van zijn auteurschap. Hij schreef ook poëzie, toneelwerk, essays en columns, hield tussen 1993 en 1997 een dagboek bij (Cadernos del Lanzarote) en liet van zijn onafhankelijke manier van denken en zijn politiek linksgezindheid blijken in tal van redevoeringen. In dit nummer wordt hij in een aantal van deze genres voor het eerst in Nederland gepresenteerd. Naast een voorpublicatie van het eerste hoofdstuk uit zijn nieuwste roman O Homem Duplicado die eind dit jaar bij uitgeverij J.M. Meulenhoff verschijnt, zijn dat zijn autobiografie geschreven voor de persmap van de Nobel-stichting, columns waarin hij in zijn familiegeschiedenis duikt, de in Porto Alegre (Brazilië) voorgelezen speech waarin hij zich tegen de moderne maatschappelijke onverschilligheid keert, een effect van de economische globalisering. Daarnaast is er een substantieel fragment uit zijn toneelstuk In Nomine Dei over de godsdienstoorlog in de dertiger jaren van de zestiende eeuw, geschreven op verzoek van de stad Münster, en bevat dit nummer een selectie uit zijn dagboekaantekeningen. Het vertaalwerk is steeds van de hand van Harrie Lemmens.
Zijn inmiddels in het Nederlands vertaalde romans worden in essays besproken die ingaan op de diverse aspecten van zijn vertelkunst, zijn virtuoze stijl en politieke houding. Zo gaat Dirk de Schutter in op de dubbelzinnigheid van het woord en de betekenis van het cliché in zijn taalgebruik, situeert Cyrille Offermans de roman Memoriaal van het klooster in de traditie van de Barok en de pervertering van het christelijk beginsel. Brigitte Adriaensen laat zien hoe in weer een andere historische roman van hem, Het beleg van Lissabon, sociale rechtvaardigheid, gelijkheid en liefde een drie-eenheid vormen. Yves van Kempen analyseert zijn twee allegorische romans De stad der blinden en Alle namen waarin Saramago aanzien geeft aan de onaanzienlijken. Geert van Istendael demonstreert hoe politieke positiekeuze en vertelkunst elkaar vinden in Het schijnbestaan, en Maartje de Kort neemt het door haar vertaalde boek Het stenen vlot, door de auteur ooit getypeerd als Portugals wrok jegens het historische dédain van Europa, nog eens onder de loep.
Wie in deze reeks Het jaar van de dood van Ricardo Reis mist, verwijzen we naar het essay dat Yves van Kempen daarover schreef in het Pessoa-nummer van Bzzlletin (278, juli 2001).