Arjen Duinker
Enkele woorden bij ‘XXIV’ van Pessoa/Caeiro
XXIV
Wat wij zien van de dingen zijn de dingen.
Waarom zouden wij het één zien als er iets anders was?
Waarom zouden zien en horen ons vergissen zijn
Als zien en horen zien en horen zijn?
Essentieel is kunnen zien,
Kunnen zien zonder te denken,
Kunnen zien wanneer men ziet,
En niet denken wanneer men ziet
Noch zien wanneer men denkt.
Maar dat (wee ons, met onze aangeklede zielen!),
Dat vereist diepgaande studie,
Eist een leerschool in verlering
En opsluiting in de vrijheid van dat klooster
Waarvan dichters zeggen dat de sterren de eeuwige nonnen zijn
En de bloemen de overtuigde boetelingen van één dag,
Maar waar uiteindelijk de sterren niets dan sterren zijn
En de bloemen niets dan bloemen,
Reden waarom wij ze sterren en bloemen noemen.
(8?.3.1914)