Frank Koenegracht
Leiden, 7-5-021
Zeer geachte heer Schotanus,
Hartelijk dank voor uw lovende woorden over mijn tekenkunst. Wat ik - in uw woorden - ‘heb’ met Pessoa is niet zo gemakkelijk uit te leggen. Eigenlijk wordt het door de tekening uitgelegd en zo ‘legt de uitleg zichzelf weg’, zoals Bert Schierbeek graag zei.
In de eerste plaats is Pessoa een zeer groot dichter, de grootste van de vorige eeuw, en bij kunstenaars van dit formaat voel je je niet beïnvloed, je wordt het doodgewoon. Alle verzet is potsierlijk.
Als iemand tegen mij zou zeggen - maar ik ken zulke mensen niet - ‘die Pessoa waar jij het alsmaar over hebt, daar vind ik niets aan, daar heb ik niets mee’ dan voel ik de neiging tot zinloos geweld en als dat voorbij is, overheerst het gevoel: in dat geval ben jij geen dichter. Graag geef ik toe dat dit een reflex is, maar het is nu eenmaal zo. Dit mateloze gevoel van intuïtieve evidentie wordt door Pessoa opgeroepen.
Daar komt nog bij dat het mij persoonlijk heeft verbaasd dat pas begin van de jaren tachtig de invloed van Pessoa zo duidelijk werd. Immers, Pessoa werd in Frankrijk al vertaald sinds 1958 en in 1960 verscheen bij Gallimard de gehele Caeiro, vertaald door Armand Guibert. In 1960 verscheen ook een deel van de beroemde ‘édition Seghers’ no. 73 over Pessoa. Deze uitgave heb ik met de grootste moeite antiquarisch nog weten te verwerven. Het gedicht dat ik heb vertaald stond in een Pinguin Modern Poets editie van 1974, maar ik kocht het in 1982.
Ik heb hierover wel een theorie. Die theorie is dat de bevrijding door Pessoa bij de Europese dichters de bevrijding was van de langzamerhand overal in doorgedrongen terreur van de ‘taligheid’ die zogenaamd was vereist volgens de meeste critici, en dus een einde maakte aan de idee dat een gedicht een anekdote bevat, humor heeft, of zelfs een zeker prozagehalte heeft, verdacht is, of erger nog: faciei is (zie het verwijt van Forum aan Elsschot).
Ik hoop daarom dat de dichter Ponge vanwege de herontdekking van Pessoa nooit meer onder zijn stukje zeep vandaan komt.
Tot slot nog iets persoonlijks. Die ‘rustiger toon en langere zinnen’ die u bij mij constateert, komen door het voorlezen voor de radio van mijn gedichten - voordat ik ze publiceer. Dit effect is geheel te danken aan Wim Noordhoek van de VPRO-radio.
Met collegiale groet,
Frank Koenegracht