| |
| |
| |
Martin McDonagh
Lonesome west
Fragment uit De Leenane Trilogie [vertaling: Peter Verhelst]
Scene 3: Lonesome west
Wat vooraf ging. Valene en Coleman, twee broers, hebben net hun vader ten grave gedragen. Valene perst zijn broer af met de wetenschap dat de dood van hun vader geen ongeluk was. In het eeuwige geruzie van die twee probeert pastoor Welsh toch nog enige Christelijke vrede te bewaren. Dan komt de boodschap dat agent Tom zelfmoord heeft gepleegd.
Enkele uren later. Valene en Welsh komen binnen, lichtjes aangeschoten. Valene neemt zijn fles uit het blik en schenkt zich in. Welsh lonkt naar de fles.
Verschrikkelijk. Vreselijk verschrikkelijk. En ik kon echt niks zeggen. Geen woord.
Wat had je kunnen zeggen dan? Enige wat ze wilden horen was ‘Jullie zoon is helemaal niet dood.’ Zou niet echt geholpen hebben. En zeker niet terwijl die zoon midden in de keuken lag te druipen.
Heb jij ooit iemand zo horen wenen?
Je kon een meer vullen met de tranen van die familie. Of minstens een russewaar.
Een russewaar. Een van die russewaars.
Ja. Russewaar, en die kleinste kon nog het best huilen. Heb hem nooit zo hard horen huilen. Veronderstel dat je zoiets verdient als je de oren van een hond afhakt.
| |
| |
Ik veronderstel dat je zo hard huilt als je enige broer doodgaat.
Ik zou zo niet huilen mocht mijn enige broer doodgaan. Zou een grote taart halen en veel volk uitnodigen.
Komaan. Als het je enige broer is, waar je niet mee om kan. Hoe kunnen we in godsnaam rekenen op vrede in de wereld als...
Vrede mijn reet en hou daar nu maar mee op. Zit altijd te janken over dat soort dingen als je teveel gedronken hebt.
Valene zit aan tafel met glas en fles.
Een verlaten meer was dat voor een man om zich daar van kant te brengen. Alleen al het denken eraan maakt me verdrietig. Thomas die daar zit, helemaal alleen, alleen met zijn gedachten. Het koude meer dat voor hem ligt, en hij maar afwegen wat het beste is, een leven vol eenzaamheid dat hem daar naartoe bracht, maar ook een leven met hoogtepunten. Elk leven heeft hoogtepunten, zelfs al bestaan die maar uit... het zien van een rivier, of rondreizen, of kijken naar voetbal op tv...
Of de hoop bemind te worden. En Thomas die dat alles afwoog op de ene hand, en daarna die dood in koud water op die andere hand afwoog, en dat water verkoos. Eerst vind je het zinloos, een verspilling. Je was drieëndertig, je was gezond en je had vrienden, er waren veel meer idioten dan jij op de wereld, Thomas...
Dat meisje dat geboren werd zonder lippen in Noorwegen.
Heb ik nooit iets over gehoord.
Er was eens een meisje in Noorwegen, en die werd geboren zonder lippen.
| |
| |
Ja. Ja. Maar dan denk je, als de wereld een fijne plek is om te verblijven, waar waren zijn vrienden dan toen hij ze nodig had in die fijne wereld? Toen hij ze het meest nodig had, alleen maar om te zeggen ‘Kom daar vandaan, sufferd, we zouden je missen, je bent het waard. Zo stom als je bent.’ Waar waren zijn vrienden? Waar was ik? In een café.
(pauze)
Aan het rotten in de hel, dat is wat hij nu aan het doen is. Volgens de katholieke Kerk toch, zoals elke zelfmoordenaar. Geen mededogen. Geen genade voor hem.
Is dat echt zo? Elke zelfmoordenaar?
Volgens onze bende wel, ja.
Wist ik helemaal niet. Dat is een nieuwe.
Ja, je kunt een dozijn mensen om zeep brengen, je kunt er twee dozijn vermoorden. Als je maar spijt hebt achteraf, kun je nog naar de hemel. Maar als je jezelf van kant brengt, nee. Recht naar de hel.
Dat klinkt behoorlijk streng.
(pauze)
Dus Thomas zit nu in de hel, ja? Jezus.
(pauze)
Ik vraag me af of hij die van Alias Smith en Jones al ontmoet heeft. Die moet ondertussen al behoorlijk oud geworden zijn. Waarschijnlijk herkent Thomas hen niet eens. Als hij Alias Smith en Jones tenminste ooit gezien heeft.
Jij zou echt geen druppel overlaten. Ik heb een verschrikkelijke dorst.
Heb maar één druppel meer over en die heb ik zelf nodig.
Je hebt nog een halve fles.
En mocht ik iets hebben zou ik die bijhouden, maar ik heb er geen en kunnen p'stoors eigenlijk zomaar drinken? Nee, zouden ze niet moeten doen, of zeker niet op de nacht dat...
| |
| |
Gij zult delen en delen zoals in de bijbel staat. En ergens anders staat er...
Niet op de nacht dat je er een uit de kudde hebt laten vallen om zichzelf van kant te laten brengen, was de zin die ik in gedachten had.
Vriendelijk is dat, ja. Heb ik dat echt nodig, nu?
(mompelend)
Probeer een arme luis zijn drinken niet af te nemen, met dat loon van iemand als jij.
Valene komt overeind, stopt de fles terug in de koekendoos, kleeft die zorgvuldig dicht, neuriënd.
Is dat een rare geur hier in je huis, of niet?
Als je iets te zeggen hebt over de geur van in mijn huis, kun je verdwijnen, ja?
Eerst mijn drank proberen af te luizen en daarna zeggen dat mijn huis stinkt. Dat is nog de beste van allemaal, ja.
(pauze)
Ten slotte kwam je broer ons nog helpen, al was hij te laat. Maar het was wel behoorlijk fout van hem om de moeder te vragen of er vol-au-vents zouden zijn.
Was inderdaad op het randje.
En zij daar maar zitten huilen en hij maar blijven vragen, altijd maar opnieuw: ‘Zullen jullie vol-au-vents eten, mevrouw, zullen jullie dat doen?
Mocht hij gedronken hebben, had je nog een excuus gehad, maar dat had hij niet gedaan. Het was ronduit gemeen.
(lachend)
Hoewel het wel grappig was, ja.
Waar is hij trouwens? Dacht dat hij met ons meegekomen was.
| |
| |
Hij moest zijn schoenveters knopen.
(pauze, heeft het plots door)
Hij heeft helemaal geen schoenveters. Hij heeft alleen maar pantoffels.
(pauze)
Waar zijn mijn Maagd Maria's?
Hij leunt over het vuur, legt er zijn hand op om te kijken of de beeldjes erachter zijn gevallen. Hij verbrandt zijn hand en trekt die terug, gillend:
Wat is er? Liet jij je vuur aanstaan?
Verbluft opent Valene het vuur met een handdoek. Rook. Hij neemt de borrelende kom met gesmolten plastic eruit, misselijk, zet het op tafel en neemt er behoedzaam een half gesmolten beeldje uit met de handdoek.
Al je beeldjes zijn gesmolten.
Ik vermoord die kuthond. Ik vermoord die kuthond.
Ik wed dat het je broer was.
Dat is alles wat er van over is. Ik vermoord die kuthond.
Valene neemt het geweer van de muur en loopt verwilderd rond in de kamer. Welsh springt op en probeert hem te bedaren.
Ik blaas zijn kop eraf. Die kuttekop eraf. Ik heb hem gezegd het vuur niet aan te raken en ik heb hem gezegd mijn beeldjes niet aan te raken en wat doet hij? Hij kookt mijn beeldjes in mijn vuur.
(kijkt in de kom)
Die hier was gezegend door de paus. Die hier heb ik van mijn mama gekregen. Allemaal kapot. Allemaal. Allemaal alleen maar ronddrijvende hoofdjes.
Je kunt je broer niet doodschieten voor onbezielde objecten. Geef mij dat geweer nu.
Onbezielde objecten? Mijn beeldjes van heiligen? En jij noemt jezelf een priester? Geen wonder dat jij de pispaal
| |
| |
bent van de katholieke Kerk. En daarvoor moet je al heel wat inspanningen doen, ventje.
Geef dat hier, zeg ik. Je eigen vlees en bloed, daar heb jij het over.
Mijn eigen vlees en bloed, zo is dat, en waarom niet? Als hij zonder gestraft te worden zijn eigen vlees en bloed mag vermoorden, waarom zou ik dat dan niet mogen?
Waar heb je het over? Je broer die je vader doodschoot, dat was een ongeluk en dat weet je maar al te goed.
Een ongeluk mijn reet. Jij bent echt de enige hier in dit kutdorp die gelooft dat het een ongeluk was. Was mijn vader niet de hele tijd aan het zeiken over het haar van mijn broer en was het niet mijn broer die door zijn dak ging en mijn vader aan zijn haren meesleurde en zijn hersens uit die schedel blies, net zoals hij had beloofd vanaf zijn achtste jaar toen mijn vader zijn dino in twee stukken brak?
Coleman komt binnen door de voordeur.
Ik hield van die dino. Hij had gloeiende ogen.
Valene keert zich naar zijn broer en neemt het geweer. Welsh trekt zich jammerend terug, handen aan het hoofd. Coleman wandelt nonchalant naar de tafel en gaat zitten.
Dat kan niet. Dat is onmogelijk
Kijk naar die sukkelaar. Hij ziet er echt niet...
Hou je kop dicht. Geen grote muil na al die misdaden van jou...
Zeg dat je je vader niet met opzet gedood hebt. Asjeblieft.
Dit gaat niet over onze vader. Dit gaat hier over mij en mijn kutbeeldjes.
Zo zie je wat zijn prioriteiten zijn.
| |
| |
Mijn beeldjes smelten is tegen God!
Je vaders kop eraf schieten ook, excuseer.
En dan nog met de gaskraan helemaal open.
Zeg het dan, zeg het dan, alsjeblieft. Zeg me dat je je vader niet met opzet hebt gedood. Zeg het me...
Kan het iets rustiger. ja?
(pauze)
Natuurlijk heb ik mijn vader met opzet neergeschoten.
Welsh blijft maar jammeren.
Ik pik geen kritiek, van niemand. ‘Je haar ziet eruit als dat van een verzopen kat.’ Ik had net mijn haar gekamd en er was helemaal niks verkeerd mee. En ik weet maar al te goed dat je vader neerschieten tegen Gods wetten is, maar er zijn nu eenmaal beledigingen die niet goed te praten zijn.
En beeldjes koken is de ergste overtreding van Gods wetten, en zeker als het beeldjes zijn van de Maagd Maria.
Absoluut correct, en ik kan je nog iets vertellen over Gods wetten, voor je een kogel door mijn kop jaagt...
(tegen Welsh)
Hé, janker, ben je aan het luisteren?
Ik ben aan het luisteren, Ik ben aan het luisteren...
Iets anders dat tegen Gods wetten is. Je broer die in de stoel zit, druipend van de hersens van zijn vader en maar beloven dat hij iedereen zal vertellen dat het een ongeluk was en niks dan een ongeluk.
Zolang ik maar teken dat alles wat op mijn naam stond in het testament...
Zijn huis en zijn grond en zijn tafels en stoelen en het
| |
| |
beetje geld dat weggegooid wordt om een strontvuur te kopen en dat alleen maar om het bloed onder mijn nagels te halen. Jij kut...
Zeg maar dag tegen de wereld, jij kuthond...
Valene ontgrendelt het geweer dat tegen het hoofd van Coleman staat.
Ik zei, zeg dag tegen de wereld, kuthond.
Dag tegen de wereld, kuthond.
Valene haalt de trekker over. Een holle klik. Nogmaals trekker overhalen. Nog een klik. Een derde keer. Nog een klik. Coleman stopt handen in zak en haalt de kogels eruit.
Denk jij echt dat ik zo stom ben?
(tegen Welsh)
Gezien, Vader? Mijn eigen broer die mij door mijn hoofd zou schieten.
Geef mij die kutkogels nu.
Ik zeg: geef mij die kogels.
Valene probeert de kogels uit Colemans vuist te peuteren. Coleman lacht. Valene grijpt zijn broer bij de nek en beiden rollen ze over de vloer. Welsh kijkt totaal verbijsterd toe. Hij krijgt de kom in het oog en terwijl het gewriemel aanhoudt, laat hij zijn vuisten traag in de kokende vloeistof zakken. Met opeengeklemde kaken en zonder te ademen. Hij slaagt er een tiental seconden in om niet te schreeuwen, terwijl hij zijn vuisten in de kom houdt, maar dan vangt een gil aan die een tiental seconden blijft duren. De broers houden op met vechten,
| |
| |
gaan staan en proberen hem te helpen.
Welsh trekt zijn armen uit de kom. De armen zijn vuurrood en rauw. Hij houdt zijn gegil binnen, kijkt wanhopig over de geschokte Valene en Coleman heen, kegelt de kom van de tafel en banjert naar buiten, de vuisten voor de borst van de pijn.
Valene en Coleman kijken hem verbluft na.
Zot. Verwacht hij echt dat wij die zooi opruimen?
Valene steekt hoofd door de deur en roept:
Verwacht je echt dat wij die zooi opruimen?
(pauze)
Wat was zijn antwoord?
Een zot en niks anders dan een zot.
(pauze)
Ah, het is jouw kutvloer. Jij ruimt op.
Zie je mijn mooie kogels, broer?
Coleman gooit kogels in Valene's gezicht, gaat dan naar zijn kamer.
Colemans deur knalt dicht. Valene trekt grimas, wacht, krabt aan zijn ballen en laat zijn vingers kraken.
|
|