Lucas Hüsgen
De goedzak van de bergen
Al ben je behept met toverkracht, gnoom zijn is een lastige zaak, zeker als je ondergronds woont, en er toch van je wordt verwacht dat je een heel gebergte bestiert. Een knappe jongen ben je ook al niet, verfomfaaid en verweerd. Dat hebben ze je al eens goed ingewreven. Wat moet je met je leven? Wat heb je te verwachten?
Gelukkig komt er soms toch een lief meisje langs. Het meisje heet Dot, maar hoe heet de gnoom? Men houdt er twee namen voor hem op na, waarvan de een de enige echte is en de ander zijn treurniswekkende bijnaam, maar dat is de naam waaronder men hem meestal kent. De enige echte is de oude uit Bohemen: Hriob Zagel, ‘Woeste Bergstorm’.De bijnaam in het Duits beledigt hem, maakt hem toch ook weer tot een gemoedelijke kameraad: Rapenteller, Rübezahl.
Ook een lelijke gnoom is wel eens verliefd, maar een koningsdochter weet niet altijd wat ze met de machtigste der bergen aan moet. Een schone Emma heeft hij in zijn verblijven binnengelokt, maar erg gelukkig is ze niet, hoeveel wonderlijks hij ook bereidt. Dus plant de gnoom een extra portie rapen; van die toverkrachtige die je maar met een staf hoeft aan te raken om ze te laten worden tot wat je maar wil. Emma heeft intussen een knappe minnaar versierd en zint op een list. Ze vraagt haar tedere ontvoerder hoe zij ooit zeker kan zijn dat hij als echtgenoot even teder en geduldig is als hij als minnaar was.
De gnoom laat zich tot een regelrechte beproeving van zijn geduld verleiden. Emma stuurt hem erop uit de rapen op de akker te gaan tellen. Ze wil ze stuk voor stuk als bruidsmeisjes inzetten bij de bruiloft. De gnoom gaat er lustig op af. Hij telt zich suf. Keer op keer vergist hij zich; hij heeft die vrouw aan zijn hoofd. Maar dat lieve prinsesje gaat er intussen met haar minnaar vandoor. Heeft hij dan eindelijk het juiste aantal bij elkaar geteld, blijkt ze verdwenen en resten slechts spleen en mensenhaat. Hij zoekt toevlucht in het binnenste van de aarde. Sindsdien noemt men deze woeste bergstorm die nog altijd alles naar believen op zijn kop kan zetten Rübezahl. Monsterlijk lelijk is hij erin getuind.
Gelukkig kwam jaren later een lief meisje voorbij. In het kinderboek De wonderbaarlijke reizen en avonturen van Kleine Dot van Tamara Ramsay (in 1965 vertaald door Hanny Michaelis) brengt de beto-