Voorwoord
Hoewel er traditioneel gezien een duidelijke scheiding bestaat tussen alfa- en bètawetenschappen is er in sommige specifieke gevallen toch wel degelijk sprake van overlapping. BZZLLETIN probeert met dit nummer met verschillende, naar aard en inhoud zeer onderscheiden artikelen, enige van de overlappingen tussen literatuur en wiskunde, tussen letters en cijfers in beeld te brengen. In dit nummer dus bijdragen over wiskundigen die schrijven of schreven en over schrijvers die ook wiskunde bedrijven of bedreven hebben.
Kern van dit nummer is een uitzonderlijke tekst van de Hongaarse filosoof Imre Toth. Deze tekst - een collage van uitspraken van wiskundigen, filosofen, theologen en literatoren - kan gelezen worden als een dispuut over een van de basisaannamen van de Euclidische meetkunde, maar is vooral een erudiet en tegelijk humorvol pleidooi voor de vrijheid van het menselijk denken, en - als tekst - een voorbeeld van een vruchtbare wederzijdse beïnvloeding van literair en wiskundig intellect. De collages bij deze tekst - genaakt volgens hetzelfde collageprincipe - zijn eveneens van Imre Toth.
Verder in dit nummer: de laatste aflevering van Interieur van Margot de Jager & Annelies Passchier en een voorpublicatie uit een nieuw boek van Sybren Polet, De hoge hoed der historie, dat in het najaar van 1999 verschijnt.