Voorwoord
Zwerver en scheepsarts. Een twintigste-eeuwse Vliegende Hollander. Onverbeterlijk romanticus en poète maudit.
Jan Jacob Slauerhoff dus. Zijn honderdste geboortedag, 14 september, is aanleiding voor enige festiviteiten rond ‘Nederlands enige dichter van internationale faam’. Zo verschijnen er (her) uitgaven van zijn verzamelde gedichten en van zijn dagboeken - een bewijs dat het werk van de ‘dichter van het verlangen’ nog steeds lezers trekt. Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam wijdt onder de titel Slauerhoff; dichter op zee een tentoonstelling aan Slauerhoffs reizen als scheepsarts, reizen die hem, zoals bekend, brachten naar Afrika en Zuid-Amerika, naar de Oriënt en naar Nederlands-Indië, China en Japan, naar havensteden als Macao, Hong Kong, Tandjong Priok en Shanghai, steden en landstreken die hij in zijn gedichten en verhalen bezong.
BZZLLETIN besteedt in dit Slauerhoff-nummer, behalve aan Slauerhoffs proza en poëzie, aandacht aan enkele tot nu toe minder belichte aspecten van diens leven en werk, zoals aan de praktijk van een scheepsarts in de tijd dat Slauerhoff op schepen als de ‘Gelria’ naar het Verre Oosten voer, en aan de sporen die Slauerhoff naliet in Nederlands-Indië én in Friesland. Slauerhoff-biograaf Wim Hazeu maakt enkele kritische kanttekeningen bij de bezorging van een van Slauerhoffs gedichten en Cees Nooteboom zet, ter inleiding op dit nummer, Slauerhoff neer in diens ‘internationale’ gestalte, als een geestverwant van dichters als Rimbaud en - vooral - van die andere grote Portugese dichter, Fernando Pessoa.