Onno Kosters
Edward Dorn, Westerndichter
Edward Dorn (Villa Grove, Illinois 1929) studeerde aan de experimentele universiteit Black Mountain College, waar de dichter Charles Olson van 1951 tot 1956 rector was. Olson, auteur van de Maximus Poems (waar hij tot zijn dood in 1970 aan werkte) en het invloedrijke poëticale essay ‘Projective Verse’, werd de grondlegger van de Black Mountain stroming. Naast Olson zelf zijn Gary Snyder en Robert Creeley er de belang rijkste literaire vertegenwoordigers van geworden. Andere aan het College verbonden kunstenaars waren de componist John Cage, de schilder Josef Albers, danser/choreograaf Merce Cunningham en Buckminster Fuller, een niet onomstreden filosoof en essayist. In ‘Projective Verse’ (1950) ontvouwt Olson de richting waarin de nieuwe poëzie zou moeten gaan: in plaats van te vertrouwen op de versvormen en tradities uit het (recente) verleden moet de dichter zich in de vrije natuur bevinden en openstaan voor de invloeden daaruit. Zo kan worden gekomen tot uiterst associatieve, geïmproviseerde teksten, tot wat Olson noemt ‘Field Composition’, waarin vorm en inhoud onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Ten slotte moet de natuurlijke ademhaling het ritme van de gedichten bepalen.
Edward Dorn mag dan worden geassocieerd met de Black Mountain stroming, maar alleen, volgens eigen zeggen, omdat hij aan het College heeft gestudeerd. Die houding is kenmerkend; Dorns stem laat een sterk onaf hankelijk geluid horen en zijn poëzie is inderdaad niet gemakkelijk in een hokje te plaatsen. Wel is een regelmatig terugkerend thema het Amerikaanse meer of minder Wilde Westen (zie alleen al titels als Gunslinger, Way West, Hands Up!, High West Rendezvous), waaronder een scala aan motieven, beelden en ideeën valt. De cowboy of vaquero, de prairie, de indiaan, de frontier, huifkarren, revolverhelden, ze worden in Dorns oeuvre opgevoerd als helden uit een ver verleden, die in de moderne Amerikaanse psyche nog immer een rol spelen. Nergens is er overigens sprake van onversneden nostalgie naar de goede oude Wild West tijd; zo er al iets van een daadwerkelijk verlangen naar het verleden uit spreekt, is het naar de relatieve onschuld van de Apaches of naar de tijd dat het landschap, de natuur nog ‘onschuldig’ was, onaangetast door de hand van de blanke veroveraar. Ondanks de serieuze thematiek blijft de toon van Dorns poëzie meestal licht en ironisch. Dorns belangrijkste werk is waarschijnlijk de cyclus Gunslinger, geschreven en in delen gepubliceerd tussen 1968 en 1972. (Het hier vertaalde fragment is af komstig uit Slinger, een selectie uit Gunslinger). Het een komisch Western epos waarin de onversaagde eponymische hoofdpersoon allerlei (arche)types ontmoet, aan de hand waarvan het moderne Amerika wordt blootgelegd.
Dorns thematiek, de vrije versvorm alsmede zijn typografische experimenten en de wijze waarop enkele van zijn bundels zijn geïllustreerd zorgen ervoor dat zijn werk een sterk avantgardistische indruk maakt. Naast het fragment uit Slinger is de keuze van de vertalingen gevallen op een aantal vroege korte gedichten en op de openingsgedichten uit Recollections of Gran Apacheria. Het fragment uit Slinger is hier en daar aangevuld met vertalingen van varianten die ik in latere (deel)publicaties van het werk tegenkwam: Dorns werk is nooit af, altijd onderweg, een bewegende frontier, op weg naar het Westen.
Vaquero
in een steenrode maan. De kap
van zijn lange kop blauw als rook, de holster
staat roerloos de kwetsbare cowboy.
Zijn vlakke handen gekruist.
Zijn polsen wit, gedreven.
Tegen de donkere avond een huis
met een blauwe schoorsteenkap,
Yi Yi, de cowboy zijn ogen
blauw als rook. De kap van de hemel