aantreft. Je moet en zult het antwoord vinden, maar ja... van de ene dag op de andere blijkt die behoefte eenvoudigweg naar de achtergrond gedrongen. Ongemerkt. Dan heb je al een poosje iets anders aan je hoofd, zoals het schrijven van enige teksten voor een catalogus bij een tentoonstelling in het Hoofdstedelijk Museum. En, als avondlijk divertissement, het verzamelen van gegevens voor een bibliografie van Armando. Nadat de bewuste expositie in Amsterdam was geopend, heb ik, in afwachting van de heuglijke gebeurtenissen die zouden gaan komen, de tijd een paar weken gedood met het kijken naar achterstallige videobanden, zoals het eerste televisiegesprek met J.J. Voskuil, een stuk of wat documentaires, onder meer over het Stasi-verraad van de dichter Sascha Anderson, de speelfilm Het schaduwrijk van Kees Hin en K. Schippers die tezamen met de romans Vluchtige verhuizing en Poeder en wind een soort drieluik over het verlangen naar de jeugd opspant, en - niet te vergeten - Hellzapoppin, helaas nagesynchroniseerd in het Duits. Tussen dit alles door aanschouwde ik ook nog twee geleende documentaires. Een van beide had ik lang geleden, halverwege de jaren zeventig, al eens op televisie gezien: Armando en het gevecht, gemaakt door het duo van Het schaduwrijk. Ik hoorde hoe K. Schippers onmiddellijk in het begin van deze documentaire voor het onvolprezen NOS-programma Beeldspraak, bij een rush van marcherende soldaten in de garnizoenstad Amersfoort, een slordigheidje in zijn commentaarlijn begaat: hij schat de geboorte van Armando abusievelijk twee jaar te vroeg. Maar vervolgens werd ik geheel en al gevangen door de kijk van K. Schippers op het kunstenaarschap van Armando. Terwijl ik een reeks beelden van boomresten in het Veluwse zand kreeg voorgetoverd, inderhaast verlaten plekken, zo leek het wel, luisterde ik naar Schippers'
commentaar: ‘In Armando's poëzie gaat het dikwijls om resten, om het landschap na de strijd. Dat biedt een kans om ook in een andere omgeving te zoeken naar sporen die achterbleven na bepaalde handelingen. Kan Armando's persoonlijke idee ook elders van toepassing zijn. Of anders: waar is niet iets gebeurd, kun je zoeken naar een afdruk, de sfeer van bijna verdwenen gebeurtenissen? En het gebeurt elke dag’. Ik zag de documentaire beelden op de televisie traag aan mij voorbijgaan: een gevangeniscel, beslapen bedden, een verkreukeld kussen, een etensbord na de maaltijd, kringels van gebruikte glazen op een wit tafellaken, een wolkenpartij... langzaam overvloeiend in de contouren van een duinlandschap. Een tekening van Armando. Ik drukte de pauzeknop in. Dit waren dus allemaal overblijfselen en niets anders,-zelfs de herinnering aan het samenhang tussen de lijnvoering van Armando en de kringels van K. Schippers, ergens in mijn hoofd. Ach, dat ik daar niet eerder op was opgekomen! In gedachten verzonken, staarde ik naar het beeld op de televisie. Het duinlandschap trilde.