Casper gaat, zonder dat dat wil zeggen dat die de baas is. Hobbes is loyaal en eigengereid tegelijk. Hij heeft zijn eigen ideeën over de zaken waarin Casper zich verliest en maakt de lezer daar op nuchtere toon deelgenoot van.
Over de relatie tussen Casper en Hobbes valt veel te zeggen. Komt Hobbes alleen tot leven als Casper alleen is? Of is hij slechts het produkt van Caspers fantasie? In ieder geval is Hobbes een wezenlijk onderdeel van Caspers wereld. Dat is de wereld van een kind en daarin zijn schijn en werkelijkheid nogal anders dan in de wereld van volwassenen. In Casper en Hobbes wordt die kinderwereld magistraal uitgebeeld. De strip kan wat dat betreft wedijveren met de psychologische studie Children's Games in Street and Playground (1985) van Opie en Opie. Drijvende kracht achter de strip is de tomeloze fantasie van Casper. Die fantasie wordt gebruikt om te laten zien hoe Casper de wereld van de volwassenen ervaart en daar, zonder dat te beseffen, commentaar op levert. Daarbij is Hobbes onmisbaar. In zekere zin is hij het die zegt wat Casper denkt.
Hobbes is op zijn best in de licht-ironische teksten waarmee hij de activiteiten van Casper begeleidt. Hij fungeert in zekere zin als Caspers geweten en beschikt over de antwoorden op diens grote levensvragen. Niet dat Casper last heeft van zijn geweten. Een verantwoordelijke voor zijn gedrag vindt hij meestal wel buiten zichzelf, niet zelden in de figuur van Hobbes.
Voor zijn ouders heeft Casper regelmatig verrassingen in petto. Verassingen van uiteenlopende en niet altijd even plezierige aard, waaronder de boedel nogal eens te lijden heeft. Die ouders blijven daar verrassend rustig onder. Zijn vader pakt hem wel eens terug meteen sarcastisch antwoord wanneer een vader-totzoon gesprek van hem wordt verlangd. Een enkele keer uiten pa en ma iets van hun twijfel. Zo schijnt er ooit sprake geweest te zijn van een hond in plaats van een kind.
Buurmeisje Susie vindt Casper vooral een stinkend vervelende etterkop. Susie is in alle opzichten Caspers tegenpool. Meisje, braaf, leergierig. Susie denkt met afgrijzen terug aan het werkstuk dat ze ooit samen moesten maken. Ze ziet elke dag op tegen de lunch, als Casper haar weer met smaak vertelt welk verrassend beleg hij ditmaal op zijn brood heeft.
Voor Caspers juf is de zaak duidelijk. Dit is een typisch voorbeeld van ‘lui’, ‘ongedisciplineerd’ en ‘straffe hand’. Maar juf heeft nog maar een paar jaar te gaan tot haar pensioen. Hoe lang Rosalyn, de oppas, het volhoudt, is moeilijk te zeggen. Een avond Casper levert haar een aardig zakcentje op (en regelmatig opslag), maar is slopend voor de gezondheid. Slechts één persoon is Casper de baas. Althans fysiek. Intellectueel troeft Casper Moe af, en het spijt hem niet dat hem dat een soms extra pak slaag oplevert.