Vreemde opbouw
Dat het boek ànders is, wordt al duidelijk door de wat vreemde opbouw in plooien, skatsjok en sessies, in plaats van hoofdstukken. Deze speelse vorm, maar zeker ook de luchtige verteltoon en het springen van de hak op de tak zorgen ervoor dat in het boek grote vaart zit, hoewel er niet veel gebeurt. Op een manier die zeker niet saai, stoffig of slaapverwekkend is, passeren de meest uiteenlopende onderwerpen de revue. Maar wie denkt dat het boek ook geschreven is in zo'n grote vaart vergist zich: het blijkt woord voor woord met de grootste zorgvuldigheid samengesteld en elk uitstapje, elk bijvoeglijk naamwoord - hoe onnodig of overbodig het op het eerste gezicht ook lijkt - heeft weer een betekenis.
Zo komen door het boek heen de meest uiteenlopende dieren voor, die volgens de vertelster poot aan poot dansen. Met name schapen komen vaak voor: Rachel betekent volgens het Bijbels woordenboek ooi; er worden schaapjes geteld, er wordt gesproken over een moederschaap en na een afdwaling lezen we: ‘revenons à nos moutons’. En nu we weten wat Rachel betekent, is het misschien ook wel leuk om te weten dat Rok de naam is van een reusachtig grote vogel in de sprookjes van Duizend-en-een nacht - een vogel, zoals onder andere de distelvink, de koekoek, de gans, de zwaluw en de merel, die ook allemaal in dit rokje gevangen zitten.
Mij viel ook een grote hoeveelheid Russische elementen op: het gedicht ‘Jeugd’ van Tsvetajeva, de term skatsjok, het gerecht Charlottka (charlotte russe), de naam Nadja en de troetelnaam van Rachels oom, Czaritza. Ook Griekse elementen ontbreken niet: Pallas