[Nummer 225]
Voorwoord
Vanaf haar debuut in 1983 vond Charlotte Mutsaers met haar werk waardering bij een selecte groep critici. Won in haar eerste boeken het beeld het vooralsnog van het woord, met De Markiezin en de essaybundel Kersebloed bewees Mutsaers zich in woord net zo overtuigend-eigenzinnig als zij dat in beeld bad gedaan. Met haar meest recente roman, Rachels rokje, brak zij door naar een groter (lezers)publiek. Dat die roman, ondanks een unaniem gunstige ontvangst bij lezers en literaire critici, niet is genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs kan uiteraard alleen maar inbonden dat Mutsaers een belangrijker prijs wacht...
Het werk van Charlotte Mutsaers onttrekt zich aan een enkelvoudige analyse; in zijn frivool en weerbarstig-ongrijpbaar voorkomen getuigt het van een ongeremd plezier in het omsingelen van de woorden, alleen om ze even hard weer uit die omsingeling te laten ontsnappen. Dat dit ‘plezier van de tekst’ aanstekelijk werkt, daarvan getuigen naar onze stellige mening de (zeer) diverse bijdragen in dit nummer van BZZLLETIN.
De redactie