Robert-Henk Zuidinga
Taal in de letteren
Gonorroea komt van het Griekse gonorroia (zaadvloeiing) en AIDS is het acroniem van acquired immune deficiency syndrome, maar syfilis heeft een literaire origine: het medisch leerdicht Syphilis sive de morbo Gallico (‘Syphilis of over de Franse ziekte’) van Girolamo Fracastoro, uit de zestiende eeuw. Hoofdpersoon is de herder Syphilus, wiens naam is opgebouwd uit het Latijnse sus (‘zwijn’) en het Griekse philos (‘vriend van’, dat we kennen uit woorden als heterofiel, pedofiel e.d.).
De ziekte die Syphilus' naam kreeg, brak in 1495 uit onder de Franse soldaten in Napels. De benaming ‘hij die het met zwijnen doet’ zal dus wel slaan op wie zich met die Franse bezetters afgaf. In het Engels heet syfilis nog altijd the French disease en komt ‘Frans’ in een groot aantal uitdrukkingen met een seksuele connotatie voor, zoals: French embassy (Franse ambassade: homobordeel), French marbles (Franse knikkers: teelballen), French postcard (pornografische afbeelding), French letter (condoom), French trick (orale seks) en French kiss (tongzoen).
Naast syfilis is er, voor zo ver mij bekend, nog één lichamelijke ziekte of afwijking die zijn naam dankt aan een literair werk of personage. Mensen met een groeistoornis worden sinds een aantal jaren ‘kleine mensen’ genoemd, maar werden lang met lilliputter aangeduid. Ze werden zo vergeleken met de - wel èrg kleine - bewoners (zij maten slechts ééntwaalfde van een mens - van het eiland Lilliput, een van de landen die Gulliver aandoet in Jonathan Swifts Gullivers Travels (1726).
Maar geestelijke stoornissen met een literaire etymologie zijn er des te meer. Het sadisme heet naar Donatien Alphonse François Marquis de Sade (1740-1814), die in zijn romans, bijvoorbeeld De 120 dagen van Sodom, het seksuele genot beschreef dat voortkwam uit het martelen en kwellen van de geliefde. Het tegenovergestelde, masochisme, is vernoemd naar de Oostenrijkse auteur Leopold von Sacher Masoch (1836-1895), in wiens roman Venus im Pelz (1870) het hoogste genot juist wordt bereikt door pijn en vernedering te ondergaan. (Ik wil niet beweren dat sadisme en masochisme per definitie psychische afwijkingen zijn, ik wijs slechts op hun literaire etymologie.)
Tot de meest bekende hoort zeker ook het Oedipus-complex, de door Freud geformuleerde drang bij opgroeiende jongens om seksuele omgang met hun moeder te hebben en hun vader te vermoorden. De naam verwijst naar Oedipus, hoofdpersoon in een drama van Sophokles, die - overigens zonder dat te weten - zijn vader Laïus doodt en met zijn moeder Jocaste trouwt.
Minder gangbaar is dat er ook een vergelijkbare drang bij vrouwen bestaat, het Elektracomplex. Elektra is de dochter van Agamemnon en Clytemnestra; laatstgenoemde brengt, samen met haar minnaar Aegistus, Agamemnon om het leven. Jaren later zet Elektra haar broer Orestes ertoe aan moeder en minnaar te vermoorden. Het verhaal werd verteld door o.m. Aeschylus, Euripides en wederom Sophocles, en Richard Strauss maakte er een opera van.
Maar er zijn ook minder bekende literairmentale aandoeningen. Het Othello-syndroom, bijvoorbeeld. Dat is volgens het Woordenboek van de psychologie ‘een ernstige, morbide vorm van jaloezie, vergezeld van waanvoorstellingen over ontrouw van de echtgenoot/note’. Bron voor deze naam is de hoofdpersoon in Shakespeares stuk Othello, de Moor van Venetië (1604). Die laat zich door anderen aanpraten dat zijn vrouw Desdemona hem ontrouw is, maar als hij erachter komt dat dat niet waar is, heeft hij haar al vermoord. Het onderwerp werd door Verdi en Rossini gebruikt voor opera's.
Giovanni Giacomo Casanova de Seingalt (1725-1798), bedrieger, gokker en vooral vrouwenverleider, wordt niet als literair auteur beschouwd, maar op basis van zijn Mémoires (12 delen) kwam de Amerikaan Peter Trachtenberg tot het Casanova-complex. In zijn boek Het Casanova-complex. De dwangmatige