Bzzlletin. Jaargang 24
(1994-1995)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |||||||
Paul J. Smith en Nic. van der Toorn
| |||||||
[pagina 53]
| |||||||
lezerspubliek en de wijze van presentatie (moeten we denken aan een ‘stillees’- of aan een voorleessituatie?) bestaat onzekerheid (zie over deze problematiek Van Kampen & Pleij, 1983 en Smith, 1992). Het literaire succes van de Pantagruéline Prognostication is zeer groot. Reeds in de jaren vijftig van de 16e eeuw werd het vertaald in de Nederlanden. Zo staat er op de Index van 1570 een titel vermeld, Prognosticatie van Pantagruel. Gandavi by Cauwel 54 (d.w.z.: gedrukt te Gent door Jan Cauweel in 1554), waarvan de tekst helaas niet bewaard is gebleven. De eerste overgeleverde vertaling verscheen in 1562 onder de titel Nieuwe prognosticatie ende wonderlijcke calculatie van den toecomenden jaren, seer wonderlijck ende vremt om lesen. Ghecalculeert by M. Lieripe alias Gheldeloos. Om eventuele problemen met de censuur te vermijden is uit de titel elke verwijzing naar Rabelais of zijn personage Pantagruel verdwenen. De Nederlanden hebben met deze vertaling een primeur: pas in 1572 verscheen de bekende Duitse bewerking van de Pantagruéline Prognostication van de hand van Johann Fischart onder de titel Aller Practik Grossmutter. In 1591 verscheen A Wonderfull, strange and miraculous, Astrologicall Prognostication, een anonieme, Engelse bewerking die wel toegeschreven is aan Thomas Nashe (zie Brown, 1933). Na de Lieripe is de Pantagruéline Prognostication nog vertaald door Claudio Gallitalo (pseudoniem van N.J. Wieringa) en door hem gepubliceerd in zijn integrale Rabelaisvertaling uit 1682: Alle de Geestige Werken van Mr. Francois Rabelais, Geneesheer. De laatste Nederlandse bewerking die we gevonden hebben stamt uit 1730; het gaat hier om een passage uit de libertijnse roman De verliefde reyziger door Vrankryk en Italien door de literator Simon van Leeuwen, die de tekst van de Pantagruéline Prognostication bijna integraal in vertaling opneemt (Smith, 1989). Onze vertaling van de Pantagruéline Prognostication is daarmee, voorzover wij weten, na meer dan twee eeuwen, de eerste modern-Nederlandse vertaling. Wij hebben als basistekst de uitgave van 1542 genomen, zoals deze bezorgd is door Screech (1974). | |||||||
Geciteerde literatuur:
| |||||||
[pagina 54]
| |||||||
Zekere, waarachtige en onfeilbare Pantagruelijnse jaarvoorspellingvoor het eeuwige jaar laatstelijk opgesteld ten behoeve en ter lering van warhoofden en aardsbeuzelaars
DOOR MEESTER ALCOFRIBASGa naar voetnoot1
meesterschenker van voornoemde Pantagruel
Van het Gulden GetalGa naar voetnoot2 non diciturGa naar voetnoot3; dat kan ik namelijk voor dit jaar niet vinden, hoe ik ook gerekend heb. Het zij zo. Verte foliumGa naar voetnoot4 | |||||||
[pagina 55]
| |||||||
Heil en vrede in Jezus Christus zij met de welwillende lezerOverwegende dat er geen einde komt aan de dwalingen begaan vanwege tal van Leuvense Jaarvoorspellingen die onder het genot van een glas wijn geschreven zijn, heb ik er thans een voor u berekend, de zekerste en de waarachtigste ooit vertoond, zoals de ervaring u zal leren. Uit de woorden van de Koninklijke ProfeetGa naar voetnoot5 tot God: ‘Gij richt te gronde de leugensprekers’ (Psalm V), blijkt immers dat het bepaald geen lichte zonde is om welbewust te liegen en arme zielen die branden van nieuwsgierigheid te misleiden. En nieuwsgierig zijn met name de Fransen altijd al geweest, zoals Julius Caesar in zijn CommentarenGa naar voetnoot6 schrijft en Jean de GravotGa naar voetnoot7 in de Gallische Mythologieën. Dagelijks zien wij dit nog overal in Frankrijk, waar reizigers meteen bij hun aankomst worden bestookt met vragen als: ‘Heeft u nog nieuws? Zijn er nog berichten? En van wie? Wat doet er zoal de ronde?’ En ze zijn hier zo op gespitst, dat ze vertoornd worden op hen die van verre komen zonder volop nieuws mee te brengen, en hen dan uitmaken voor uilskuikens en idioten. Zo gebrand als ze zijn op nieuws, zo klakkeloos geloven ze ook wat hun verteld wordt. Zou het daarom geen goed idee zijn geloofwaardige lieden aan te stellen bij de ingang van het Koninkrijk, wier taak slechts zou bestaan uit het onderzoeken van het gebrachte nieuws en het bepalen van de waarheid daarvan? Wel wis en zeker! Dit heeft mijn goede meester Pantagruel dan ook zo ingesteld over heel Utopia en DipsodiaGa naar voetnoot8. Derhalve is het hem erg goed vergaan en er heerst zoveel welvaart in zijn rijk, dat het niet op kan en ze de wijn over de aarde moeten laten weglopen, als er zich van elders geen versterking van drinkers en vrolijke snaken aandient. Om dus tegemoet te komen aan de nieuwsgierigheid van alle goede gezellen, heb ik alle hemelse archiefstukken gewend en gekeerd, de kwartierstanden der maan berekend, overwogen al wat ooit alle Astrofielen, Wolkenbeschouwers, Windenlezers, Hemelbestormers, Regenmeesters uitgedokterd hebben, en over dit alles ruggespraak gehouden met EmpedoclesGa naar voetnoot9, die zich in uw goede gunst aanbeveelt. En het gehele Tu autemGa naar voetnoot10 heb ik hier in enkele hoofdstukken opgetekend, en ik verzeker u dat ik daarover slechts zeg wat ik denk, en slechts denk wat ik zeg, en dat het wis en waarachtig niet anders is dan wat u er thans over zult lezen. Al wat anderen daar nog over te vertellen hebben, dient duchtig door de zeef gehaald te worden. En of dat nu wel of niet uitkomt, het blijft toeval. Voor één ding waarschuw ik u: als u dit alles niet gelooft, dan levert u mij een gemene streek, waarvoor u hier of elders ernstig gestraft zult worden. Uw schouders zullen overgoten worden met een sausje van bullepees, en haal als oesters nog maar eens flink adem, want het zal er behoorlijk heet aan toe gaan, als de ovenwachter tenminste niet in slaap valt. Welaan, snuit je neus, kindertjes, en u, oude slaapkoppen, zet uw bril maar recht en weeg deze woorden op een goudschaaltje. | |||||||
[pagina 56]
| |||||||
Hoofdstuk IOver de regering en de heer van dit jaarWat die dwaze astrologen uit Leuven, Neurenberg, Tübingen en Lyon u ook verkondigen mogen, geloof slechts dat er dit jaar geen andere heerser van het heelal is dan God de Schepper, wiens Goddelijk woord alles regeert en beheert en alle dingen hun eigen aard, karakter en bestaan geeft, en zonder wiens handhaving en bestiering alle dingen in een oogwenk teniet gedaan zouden worden, zoals ze ook uit het niets door hem in hun wezen geschapen zijn. Want uit hem komt, tot hem strekt en door hem voltrekt zich elk wezen en elk goed, elk leven en elke beweging, zoals gezegd wordt door de verkondiger van het Evangelie, de Heilige Paulus in Romeinen XI. De heerser van dit jaar en van alle andere is dus, volgens onze oprechte conclusie, de almachtige God. Noch Saturnus, noch Mars, noch Jupiter, noch enige andere planeet, en zeker niet de engelen, de heiligen, de mensen of de duivels bezitten enige deugd, daadkracht of invloed, als God hun die niet uit Zijn welwillendheid verleent. Zoals AvicennaGa naar voetnoot11 zegt: ‘bijoorzaken blijven zonder enige uitwerking of gevolg, als de grondoorzaak er geen invloed op uitoefent’. En het klopt toch, wat hij zegt, dat manneke? | |||||||
Hoofdstuk IIOver de verduisteringen van dit jaarDit jaar zullen er zoveel verduisteringen van zon en maan zijn dat ik bang ben (en niet ten onrechte) dat we met onze beurzenGa naar voetnoot12 niet veel meer zullen klaar maken en onze zinnen ontregeld raken. Saturnus zal teruglopend zijn, Venus rechtlopend, Mercurius onstandvastig. En tal van andere planeten zullen zich niet schikken naar uw wil. Dit jaar zullen dus de krabben zijwaarts lopen, en de touwslagers achteruit, de stoeltjes de banken bestijgen, de braadspitten de haardijzers en de mutsen de hoeden; vele jonge bruidegoms zullen hun kruid al snel verschoten hebben; de vlooien zullen overwegend zwart zijn; tijdens de vasten zal het spek op de vlucht slaan voor de bonen; de buik zal vooruit steken; het achterwerk zal als eerste plaats nemen; men zal geen boon kunnen vinden in het driekoningenbrood, evenmin als azen in de trits; de dobbelsteen, hoe men hem ook toespreekt, zal niet het gewenste aantal ogen tonen en het gevraagde geluk zal zich niet vaak voordoen; de dieren zullen op verscheidene plaatsen spreken. Vastenavond zal zijn proces winnenGa naar voetnoot13: de ene helft van de wereld zal zich vermommen om de andere helft te bedriegen, en als gekken zullen ze uitzinnig door de straten rennen; nooit zag men een dergelijke wanorde in de Natuur. En er zullen dit jaar meer dan 27 zonderlinge woorden het licht zien, als PriscianusGa naar voetnoot14 ze niet weet te beteugelen. Zonder Gods hulp zullen we veel moeilijkheden krijgen; als Hij daarentegen voor ons is, zal niets ons kunnen schaden, zoals de hemelse astroloog zei die ten hemel opgenomen is (Romeinen VIII): Si Deus pro nobis, quis contra nos?Ga naar voetnoot15 Werkelijk, nemo, DomineGa naar voetnoot16, want Hij is te goed en te machtig. Prijs hier Zijn heilige naam, opdat Hij de uwe zegent. | |||||||
[pagina 57]
| |||||||
Hoofdstuk IIIOver de ziekten van dit jaarDit jaar zullen de blinden maar weinig zien, de doven tamelijk slecht horen, de stommen nauwelijks spreken, de rijken het iets beter hebben dan de armen en de gezonden beter dan de zieken. Vele schapen, runderen, varkens, ganzen, kippen en eenden zullen sterven, maar er zal niet zo'n wrede sterfte heersen onder de apen en de dromedarissen. Ouderdom zal dit jaar ongeneselijk zijn vanwege de voorbije jaren. De pleurislijders krijgen flinke pijn aan hun ribbekast. De loslijvigen zullen vaak naar het privaat moeten. De catarren zullen dit jaar vanuit de hersenen naar de lagere ledematen afdalen. Pijn aan de ogen zal het gezichtsvermogen niet bepaald ten goede komen. In Biscaye zullen de oren kort zijn en zeldzamer dan gewoonlijkGa naar voetnoot17. En vrijwel overal zal er een heel afschuwlijke en geduchte, kwaadaardige, perverse, verschrikkelijke en nare ziekte heersen, waar de wereld van versteld zal staan en waarmee menigeen zich geen raad zal weten en waaraan men heel vaak denkt te kunnen ontkomen door te dagdromen en te filosoferen over de Steen der Wijzen en de ezelsoren van Midas. Ik beef van angst als ik daaraan denk: want ik zeg u dat die ziekte epidemisch zal zijn, en Averroës (Colliget VII)Ga naar voetnoot18 noemt haar: geldgebrek. En gezien de komeet van het vorig jaarGa naar voetnoot19 en het teruglopen van Saturnus, zal er in het gasthuis een grote, geheel onder de slijm en korsten zittende schelm sterven, bij wiens dood er een afschuwlijke strijd zal uitbreken tussen katten en ratten, tussen honden en hazen, tussen valken en eenden, tussen monniken en eierenGa naar voetnoot20. | |||||||
Hoofdstuk IVOver de vruchten en gewassenUit de berekeningen van AlbumaserGa naar voetnoot21 in het boek Over de grote conjunctie en ook elders maak ik op dat dit jaar erg vruchtbaar zal zijn, met een overvloed van allerlei zaken voor hen die er warmpjes bij zitten. Maar de hop in Picardië zal enigszins te lijden hebben van de kou; de haver zal de paarden erg goed doen; er zal nauwelijks meer spek zijn dan varkens; vanwege het klimmen van de Vissen zal het een goed slakkenjaar zijn. Mercurius bedreigt enigszins de peterselie; desondanks zal deze redelijk geprijsd zijn. Kommerkruid en treurroos zullen weliger tieren dan gewoonlijk, tesamen met een overvloed aan muilperen. Nooit zag men zoveel granen, wijnen, vruchten en groenten, als tenminste de wensen van de armen verhoord worden. | |||||||
[pagina 58]
| |||||||
Hoofdstuk VOver de gesteltenis van zeker slag mensenEr is geen grotere dwaasheid ter wereld te denken dat de sterren er eerder zijn voor koningen, pausen en hoge heren dan voor armen en zieken; alsof er nieuwe sterren geschapen zouden zijn sinds de Zondvloed of de tijd van Romulus of PharamondGa naar voetnoot22, de grondvesters van de nieuwe vorstenhuizen. Dat zouden zelfs Triboulet en CailhetteGa naar voetnoot23 niet durven beweren, die toch befaamde en geleerde lieden waren. Even dwaas is het te zeggen dat die zelfde Triboulet in de ark van Noach heeft gezeten en tot het koningsgeslacht van Castilië heeft behoord en dat Caillette bloedverwante van Priamus is geweest. Dergelijke waanideeën komen slechts voort uit gebrek aan waar katholiek geloof. In de wetenschap dus dat de sterren zich even weinig bekommeren om koningen als om schooiers, om rijken als om armoedzaaiers, laat ik vorsten en rijken over aan andere dwaze voorspellers, en zal ik het hebben over mensen van lage stand. Allereerst over mensen die onder invloed staan van Saturnus, zoals geldelozenGa naar voetnoot24, afgunstigen, dromers, kwaaddenkers, achterdochtigen, mollenvangers, woekeraars, renteafkopers, zwikkers, leerlooiers, pannenbakkers, klokkengieters, makelaars in geldzaken, piklappers, zwartgalligen: zij krijgen dit jaar niet wat ze graag zouden willen; zij hebben het op de KruisvindingGa naar voetnoot25 gemunt, zij zullen hun parels niet voor de zwijnen gooien en vaak lijden aan schraapzucht vanwege jeuk in de beurs. Onder invloed van Jupiter, zoals schijnheiligen, huichelaars, gemuilde monniken, aflaatkramers, brevierschrijvers, scribenten, copiïsten, bulschrijvers, datarieverleners, chicaneurs, kapoetsdragers, monniken, hermieten, hypocrieten, poeslieverds, schijnheiligen, fijnbaarden, draaikonten, prulschrijvers, opscheppers, linkmiegels, griffieklerken, beeldsnijders, heiligenbakkers, rozenkransrijgers, perkamentbekladders, notarissen, ijdeltuiten, venters, procurators: zij zullen verkeren al naar gelang hun geld. De sterfte onder de geestelijken zal zo groot zijn, dat er prebenden te over zijn, zodat sommigen er wel twee, drie, vier of nog meer krijgen. Schijnheiligheid zal haar aloude reputatie verloren zien gaan, want de wereld heeft thans meer weg van een schurk dan een zot, zoals AvenzagelGa naar voetnoot26 zei. Onder invloed van Mars, zoals beulen, moordenaars, avonturiers, rovers, gerechtsdienaren, rechter-commissarissen, schutters, dienstkloppers, kiezentrekkers, ballensnijders, kappersknechten, slagers, valsemunters, wonderdokters, almanakschrijvers en maranen, Godloochenaars, lucifersmakers, stokebranden, schoorsteenvegers, veldwachters, kolenbranders, alchemisten, ketellappers, vleesbraders, spekslagers, handelaars in prullegoed, klokkeluiders, lantaarnopstekers, scharensliepen: zij zullen dit jaar een aardige slag kunnen slaan; maar sommigen onder hen zullen onverwachts zelf ook klappen oplopen. Van bovengenoemden wordt er dit jaar één opgeknoopt, zodat hij de voorbijgangers met hangende pootjes gedag kan zwaaien. | |||||||
[pagina 59]
| |||||||
Onder invloed van de Zon, zoals drinkers, drankneuzen, vetbuiken, bierbrouwers, schovenbinders, sjouwers, maaiers, dakdekkers, lastdragers, inpakkers, herders, ossedrijvers, koeherders, varkenshoeders, vogelaars, tuinknechten, landarbeiders, keuterboeren, gasthuisklanten, armoedzaaiers, mutsenstomers, kousenstoppers, schooiers, koukleumen, klaplopers, in het algemeen allen die geen hemd aan hun lijf hebben: zij zullen gezond en opgewekt zijn en de kiezen wel van elkaar krijgen als ze bruiloft vieren. Onder invloed van Venus, zoals hoeren, madams, fatten, mietjes, dandy's, pokdaligen, sjankerlijders, hoerenlopers, losbollen, schuinsmarcheerders, rendez-voushoudsters, nomina mulierum desinentia in -ster, utGa naar voetnoot27 linnenbleekster, pleitbezorgster, herbergierster, strijkster, uitdraagster: zij zullen dit jaar van zich doen spreken; maar bij het treden van de Zon in de Kreeft en andere tekens, moeten zij zich hoeden voor syfilis, sjanker, druipers, bobbeltjes in de onderbuik etc. De nonnetjes zullen moeilijk zwanger raken zonder mannelijke ingreep. Maar weinig maagden zullen het zog in de borst voelen toeschieten. Onder invloed van Mercurius, zoals bedriegers, gauwerds, gladakkers, kwakzalvers, rovers, molenaars, straatslijpers, meesters in de kunsten, canonisten, inbrekers, voddenrapers, rijmelaars, goochelaars, valsspelers, keukenlatinisten, rebusmakers, papierscheppers, kaartenmakers, nietsnutten, zeeschuimers: zij zullen zich vaak opgewekter voordoen dan zij in werkelijkheid zijn, soms lachen terwijl hun hoofd daar niet naar staat en sterk geneigd zijn bankroet te gaan wanneer zij meer geld op zak hebben dan zij nodig hebben. Onder invloed van de Maan, zoals berglanders, jachtmeesters, jagers, havikafrichters, valkeniers, ijlbodes, zoutzieders, maanzieken, dwazen, leeghoofden, kregelkoppen, lichtzinnigen, koppelaars, boodschappers, lakeien, bediendes, tappers, soldaten, binnenschippers, matrozen, stalknechten, sjacheraars: zij zullen dit jaar van geen ophouden weten. Er zullen echter dit jaar minder Duitse bierbuiken op pelgrimstocht naar Santiago-de-Compostella gaan dan in het jaar 1524Ga naar voetnoot28. Mont-Saint-Michel-gangers zullen in groten getale af dalen van de bergen in Savooie en Auvergne; maar de Boogschutter bedreigt ze met blaren op de hielen. | |||||||
Hoofdstuk VIOver de gesteltenis van sommige landenHet edele Franse koninkrijk zal dit jaar bloeien en zegevieren dat het alom een lieve lust is, zozeer dat vreemde volkeren er zich graag zullen vestigen. Ieder zal zich vermaken met feestjes en partijtjes en allerlei andere geneugten; nooit zag men er zoveel heerlijke wijnen. Volop knollen in de Limousin, kastanjes in de Périgord en de Dauphiné, olijven in de Languedoc, zand in Sables d'Olonne, vissen in de zee, sterren in de hemel, zout in Brouage; een overvloed aan graan, groente, fruit, tuingewas, boter en andere zuivel. Geen pest, oorlog of tegenspoed, geen greintje armoede, zorg of zwartgalligheid; en die goede oude dubbeldukaten, rozenobels, engeltjes, realen en Lam-Gods-munten zullen nog steeds geldig zijn, samen met volop serafijnen en zonnedaalders. Echter, tegen midzomer dient men bedacht te zijn op de komst van zwarte vlooien en muggen uit La DevinièreGa naar voetnoot29. Adeo nihil est ex omni parte beatumGa naar voetnoot30. Ze zullen evenwel beteugeld kunnen worden door ze 's avonds ten dis te nodigen. Italië, Rome, Napels, Sicilië blijven liggen waar ze vorig jaar al lagen. Ze zullen in diep gepeins verzonken zijn tegen het einde van de Vastentijd, en soms dagdromen tegen de noen. | |||||||
[pagina 60]
| |||||||
Duitsland, Zwitserland, Saksen, Straatsburg, Antwerpen etc. zullen goed gedijen als het hun niet tegenzit; de aflaatkramers dienen er op hun tellen te passen, en dit jaar zullen er niet veel zielemissen besteld worden. Spanje, Castilië, Portugal, Aragon zullen onderhevig zijn aan plotselinge veranderingen en jong en oud zullen er zeer bevreesd zijn voor de dood; en daarom willen zij er warmpjes bij zitten en vaak hun centjes tellen, als ze die tenminste hebben. Engeland, Schotland en de Hanzesteden zullen tamelijk slechte Pantagruelisten zijn. Wijn zou hun even goed doen als bier, mits het een eerlijke en smakelijk wijn is. Zij azen erop hun slag te slaan in de laatste ronde, - aan de speeltafel, maar ook aan de dis. Sint Ninian van Schotland zal evenveel, zo niet meer wonderen verrichten. Maar door de kaarsjes die voor hem opgestoken worden zal hij echt geen steek beter kunnen zien, tenzij de klimmende Ram met zijn bek mekt en zijn horen gaat verlorenGa naar voetnoot31. Moskovieten, Indiërs, Perzen en Troglodieten zullen vaak lijden aan bloedgang, omdat ze zich niet willen laten bespringen door de Papisten, gezien de klimmende bol van de Boogschutter. Bohemers, Joden, Egyptenaren zullen dit jaar merken dat hun verwachtingen niet de bodem in geslagen worden, ze worden wrang door Venus bedreigd met keelaandoeningen; maar zij zullen dansen naar de pijpen van de VlinderkoningGa naar voetnoot32. Huichelmonniken, Wanordebroeders, Nachtduivels, Kannibalen zullen flink gekweld worden door steekvliegen, en het klok- en hamerspel maar weinig beoefenen, als de guajak ze tenminste nog niet van de syfilis heeft afgeholpen. Oostenrijk, Hongarije, Turkije, waarlijk, beste luitjes, ik zou niet weten hoe het hun zal vergaan, en het kan mij ook weinig schelen, gezien de kordate intrede van de zon in de Steenbok: en als u er wel meer van weet, spreek er dan met geen woord over, maar wacht de komst van Vadertje Tijd af. | |||||||
Hoofdstuk VIIOver de vier jaargetijden en allereerst over de lenteIn dit hele jaar zal er slechts één maan zijn, die dan nog niet eens nieuw is ook; dat zult u flink betreuren, u die niet in God gelooft, die Zijn heilig en Goddelijk woord evenals hen die het eerbiedigen, belaagt. Loop naar de drommel! Nooit zal er een andere maan zijn dan die welke God schiep bij de wording van de wereld en welke, vanwege datzelfde heilige Woord, aan het uitspansel gesteld is om te schijnen en 's nachts de mensen te leiden. Nogal wiedes dat ik hieruit niet wil afleiden dat zij de aarde en haar bewoners niet meer of minder licht zal geven, al naargelang haar afstand tot de zon groter of kleiner is. Hoe zit dat dan? Zo is het nu eenmaal. En u hoeft ook niet meer te bidden dat God haar behoede voor de huilende wolven, want zij zullen er dit jaar niet bij kunnen, dat verzeker ik u. Trouwens, u zult in het voorjaar anderhalf maal zoveel bloemen aantreffen als in de drie andere jaargetijden tesamen. En degene die in deze tijd liever geld vergaart dan spinnen verzamelt over het hele jaar, is zo gek nog niet. De grijpvogels en gidsen uit de bergen van Savooie, Dauphiné en het hoge Noorden, waar eeuwige sneeuw ligt, zullen er dit seizoen bekaaid vanaf komen en geen voorjaar kennen, aldus Avicenna die zegt dat het pas lente is als de sneeuw in het gebergte smelt. Geloof die nieuwsbode maar. In mijn tijd berekende men de Lente wanneer de zon in de eerste graad van de Ram treedt. Als men dat thans anders berekent, dan geef ik het op. En doe ik er het zwijgen toe. | |||||||
[pagina 61]
| |||||||
Hoofdstuk VIIIOver de zomerIk weet niet welke wind er zal waaien in de zomer; maar ik weet wel dat het warm zal worden en er zeewind zal heersen. Als het echter anders uitpakt, dan moet men daarom God niet loochenen. Want hij is wijzer dan wij, en kent onze behoeften veel beter dan wij zelf. Dat verzeker ik u op mijn woord van eer, wat HalyGa naar voetnoot33 en zijn kliek hierover ook gezegd mogen hebben. Het is een goede zaak opgewekt te zijn en zich te laven aan koele drank, hoewel sommigen beweerd hebben dat er niets zo tegengesteld is aan de dorst. Daar ben ik het mee eens. Derhalve, contraria contrariis curanturGa naar voetnoot34. | |||||||
Hoofdstuk IXOver de herfstIn de herfst zal de wijnoogst plaatsvinden, of daarvoor of daarna, dat is mij om het even, als we maar genoeg wijn te drinken krijgen. Het is het aangewezen jaargetijde voor het uitdrukken van gedachten, want wie denkt een wind te laten, doet het daarbij even zo vrolijk in zijn broek. Degenen die beloofd hebben te vasten totdat er sterren aan de hemel staan, kunnen zich thans met mijn toestemming en goedkeuring te goed doen. Dan hebben ze wel lang moeten wachten, want die sterren staan er al minstens zestienduizend en ik weet niet hoeveel dagen; ik verzeker u dat ze goed vastzitten. En u hoeft voortaan niet meer te hopen dat u een blauwe slaapmuts zult krijgen bij het vallen van de hemel, want tijdens uw leven zal hij niet naar beneden komen, op mijn woord van eer. Schijnheiligen, huichelaars, aflaatkramers, dodenmiscelebranten en soortgelijke kletsmeiers zullen uit hun hol te voorschijn kruipen. Wees dus op uw hoed, zo u wilt. Pas ook op met vis die vergeven is van de graten. En God behoede u voor vergevingGa naar voetnoot35. | |||||||
Hoofdstuk XOver de winterNaar mijn bescheiden mening zijn degenen die in dit jaargetijde hun warme winterkleren van de hand doen om hout daarvoor terug te kopen niet erg verstandig. Zo handelden de Ouden toch ook niet, zoals AvenzouarGa naar voetnoot36 getuigt. Als het regent, maak daar dan geen drama van, uw weg zal er alleen maar minder stoffig door zijn. Zorg ervoor er warmpjes bij te zitten. Wees beducht voor loopneuzen. Drink van het beste, in de hoop op beter, en schijt voortaan niet meer in uw bed. Kippetjes, o kippetjes, staan jullie nestjes op zolder?Ga naar voetnoot37
[vertaald door Paul J. Smith en Nic. van der Toorn] |
|