Hermeten
Het was 1986 en Joost zou debuteren met de roman De houdgreep. Hij was in die tijd bijzonder opgewonden (net als ik, overigens, want ik zou in dat jaar debuteren met Toverdraad van dagverdrijf) en zijn opwinding werd niet alleen veroorzaakt door schrijfdrift, scheppingsdrang, ambitie en de kans op succes, maar ook door woede. Joost was boos op de hermetische dichters.
Waarom? Was het een fixatie? Zocht hij iets om zijn, al aanwezige, woede op te richten? Vertegenwoordigden ‘de hermeten’ iets waar Joost niet tegen kon, een mentaliteit, een houding? Ik ben geen psychoanalist en ik zou het ook niet willen worden. Maar één ding weet ik wel: Joost komt uit Alkmaar. En in Alkmaar is alles te vinden, behalve ‘de ruimte van het volledige leven’.
Joost werd Amsterdammer. Dat gaf hem de vrijheid en die vrijheid wilde hij misschien weerspiegeld zien in de taal.
De eerlijkheid gebiedt mij om hier te melden dat Joost Zwagerman niet de eerste was die opstond tegen ‘de hermeten’. Het was, volgens mij, Maarten Doorman, die in zijn gedichten voor het eerst de strijd aanging met ‘witheid’, ‘stilstand’ en ‘verstilling’. Een jaar later kwam Zwagerman met de gedichtenbundel Langs de doofpot. Doorman had geen aanleg voor publiciteit, hij bleef anoniem. Joost wist intuïtief hoe je publiciteit kon krijgen en het duurde dan ook niet lang voordat hij een leidersrol kreeg aangewezen in deze kwestie. (In de tv-serie Dallas zegt Jock Ewing op een gegeven moment: ‘Macht is niet iets wat je krijgt, macht moet je nemen.’)
‘De doofpot’, dat was, zoals Joost zei, het afvoergat, het thema, van de ‘hermeten’. Ze stopten het leven in de doofpot, ze stopten Amsterdam, de jongheid, de ambitie in de doofpot en ze waren zo handig dat ze hun verstarde houding tegenover alles wat leefde ook in de doofpot stopten.
Joost en ik zijn nu wat ouder. We weten allebei dat we noch gelijk, noch ongelijk hadden. Maar het is toch de hardnekkige overtuiging van zijn gelijk geweest die de toon van Zwagermans eerste gedichten heeft bepaald.