Bzzlletin. Jaargang 23
(1993-1994)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
Brieven van CélineOp 9 december 1931 stuurt L.F. Céline een brief aan uitgeverij Gallimard, waarin hij mededeelt dat hij ‘een soort Roman’ heeft voltooid. Hij vraagt of men het manuscript wil lezen. Vanaf die datum ontstaat er een briefwisseling tussen de auteur en de uitgeverij die om minstens twee redenen interessant is: nauwkeurig is te volgen waarom uitgeverij Gallimard een potentiële Prix Goncourt-winnaar aan haar neus voorbij zag gaan, en met name in Célines ‘korte samenvatting’ van zijn manuscript is hier en daar al de specifieke toon en een aantal kenmerkende thema's terug te vinden. Een briefwisseling tussen een debutant en een uitgeverij die zijn boek niet zou publiceren.
L.F. Céline, juni 1957 (foto: Pages/Paris Match)
| |
[pagina 10]
| |
1. Aan uitgeverij N.R.F.Ga naar voetnoot1.9.12.[1931]
Geachte heer,
Recentelijk heb ik de laatste hand gelegd aan een werk, een soort Roman, waarvan het schrijven verscheidene jaren heeft gevergd.Ga naar voetnoot2. Mijn indruk is dat om het te laten uitgeven, zelfs ‘voor eigen rekening’, het moment niet ongunstiger zou kunnen zijn...Ga naar voetnoot3. Toch zou u mij verplichten als u mij liet weten of u het mogelijk acht mijn manuscript te laten lezen, men weet maar nooit! ... Ik heb u vroeger al eens een manuscript doen toekomen getiteld L'Église, dat u mij hebt teruggestuurd met het verzoek of ik u iets anders zou kunnen voorleggen...Ga naar voetnoot4. Omdat ik hier de hele dag druk bezet benGa naar voetnoot5., wil ik u vragen mij te schrijven waar ik mijn manuscript met zo min mogelijk tijdverlies kan afgeven. Mits u uiteraard van mening bent dat het niet volstrekt nutteloos is het te lezen. Ik verbl[ijf] met veel hoogachting
Louis Destouches Dr. med. Gemeentelijke polikliniek. Clichy.Seine | |
[pagina 11]
| |
2. Aan Louis DestouchesGa naar voetnoot6.Parijs, 14 december 1931
Dr. Louis Destouches Gemeentelijke polikliniek Clichy (Seine)
Geachte heer,
Uw brief van 9 december 1931 heb ik ontvangen.Ga naar voetnoot7. Het is mij onmogelijk u met betrekking tot het vermelde manuscript te antwoorden zonder het te kennen. Wilt u het mij doen toekomen op mijn werkadres. Rue Sébastien Bottin 5? Dan zal ik het lezen en zo snel mogelijk reageren. Gezien de groeiende stroom manuscripten zou ik u willen vragen, uw zending vergezeld te doen gaan van een zo nauwkeurig en volledig mogelijke samenvatting van uw werk. Het betreft hier een algemene maatregel, waartoe ik mij genoodzaakt heb gezien om het mezelf gemakkelijker te maken de manuscripten te ordenen en ze over de verschillende lectoren te verdelen. Het kwam namelijk nogal eens voor dat een gespecialiseerde lector een boek las waarvoor hij geen beoordelingscompetentie had, waardoor een tweede lezing noodzakelijk werd en de beantwoording vertraging opliep. Indien u mij uw samenvatting doet toekomen, voor mij slechts bedoeld om de manuscripten aan de geschikte personen te kunnen voorleggen, kunt u er daarmee voor zorgen dat uw manuscript sneller en met meer kennis van zaken zal worden gelezen. Ik verblijf, hoogachtend,
L[ouis] ChevassonGa naar voetnoot8. namens Gaston Gallimard.
P.S. - Ik zou u eveneens erkentelijk zijn als u mij in het bezit stelde van de tekst die het boek eventueel zou kunnen begeleiden (biografische en bibliografische gegevens), vergezeld van een korte presentatie van het werk aan de lezer. | |
[pagina 12]
| |
3. Aan uitgeverij N.R.F.Ga naar voetnoot9.[kort vóór 14 april 1932]
Geachte h[ee]r,
Ik zend u mijn manuscript Reis naar het einde van de nacht (5 jaar op gezwoegd). U zou mij buitengewoon verplichten indien u mij zo spoedig mogelijk liet weten of u ervoor voelt het te publiceren en onder welke voorwaarden.
U vraagt mij een samenvatting van dit boek te geven. Daarmee vergt u wel een bizarre inspanning van me en ik had daar nog nooit aan gedacht.Ga naar voetnoot10. Dan is nu het moment zult u zeggen. Ik weet niet goed waarom maar ik voel me daartoe volkomen onbekwaam. (Min of meer als de duikers op de film die je tot aan de pier weer uit het water omhoog ziet schieten...) Toch ga ik het proberen, maar zonder opsmuk. Ik denk niet dat mijn samenvatting u erg voor mijn werk zal innemen.
In feite is deze ‘Reis naar het einde van de nacht’ een geromantiseerd verhaal, van een vrij specifieke vorm waarvan ik in de literatuur in het algemeen niet veel voorbeelden zou kunnen aanwijzen. Ik heb het niet zo gewild. Het is zo. Het is meer een soort literair-emotieve symfonie dan een echte roman. Het gevaar dat het genre bedreigt is dat het gaat vervelen. In mijn ogen is dat schrijfsel van mij niet vervelend. Emotief gezien komt het verhaal in de buurt van wat met behulp van muziek wordt bereikt of zou moeten worden bereikt.Ga naar voetnoot11. Voortdurend beweegt het zich in het grensgebied van emoties en woorden, vrome voorstellingen, behalve in de momenten dat de accenten worden gelegd, die meedogenloos precies zijn. Vandaar tal van verstrooiende elementen die zich geleidelijk bij het thema voegen en het ten slotte doen zingen als in een muzikale compositie. Dat alles blijft bijzonder pretentieus en meer dan ridicuul als het werk is mislukt. Het oordeel is aan u. Volgens mij is het geslaagd. Zo zijn voor mijn gevoel de mensen en de dingen. Jammer voor ze.
De intrige is gecompliceerd en tegelijk onnozel. Er is ook overeenkomst met het genre van de opera. (Niet bepaald een aanbeveling!) In de trant van het grote fresco van het lyrische populisme, het communisme met een ziel, guitig dus, levendig.
Het verhaal neemt een aanvang op de Place Clichy in het begin van de oorlog, en eindigt vijftien jaar later op de kermis van Clichy. 700 bladzijdenGa naar voetnoot12. van reizen door de wereld, de mensen en de nacht, en de liefde, de liefde vooral die ik opjaag, toetakel, en die daar moeizaam, lamlendig, geveld uit te voorschijn komt... Misdaad, vervoering, dostojevskisme, van alles en nog wat is erin te vinden, tot lering en vermaak. De feiten. Mijn vriend Robinson, vagelijk arbeider, gaat de oorlog in, (ik denk de oorlog in zijn plaats)Ga naar voetnoot13. op een onduidelijke manier weet hij zich aan de gevechten te onttrekken... | |
[pagina 13]
| |
Hij reist naar tropisch Afrika... daarna naar Amerika... beschrijvingen... beschrijvingen... gewaarwordingen... Overal en altijd is hij niet op zijn gemak (romantiek, moderne weemoed...) Uitgeteld komt hij weer terug in Frankrijk... Hij [is] het zat om te reizen, overal te worden uitgebuit en te creperen van de honger en van de verboden. Het is een moderne proletariër. Hij besluit een bejaarde dame koud te maken om nu eens voorgoed te kunnen beschikken over een kapitaaltje, dat wil zeggen een aanzet tot vrijheid. De eerste keer lukt het hem niet met die oude dame. Hij verwondt zichzelf. Hij wordt tijdelijk blind. Omdat de familie van de oude dame met hem onder één hoedje speelt, worden ze samen naar Zuid-Frankrijk gestuurd om de zaak te sussen. De oude vrouw verzorgt hem nu zelfs. Daar in het Zuiden zetten ze samen een merkwaardig bedrijfje op. Ze laten mummies zien in een kelder (Dat brengt geld in het laatje). Robinson krijgt weer een helder zicht op de zaken. Ook verlooft hij zich met een meisje uit Toulouse. Hij rolt het geregelde leven in. Om dat leven helemaal geregeld te maken heeft hij nog een klein kapitaaltje nodig. Opnieuw komt hij op de gedachte de bejaarde dame om zeep te helpen. En deze keer lukt het. Ze is morsdood. Nu wacht hem en zijn toekomstige vrouw dus een erfenis. Het burgergeluk ligt in het verschiet. Maar iets weerhoudt hem ervan zich te nestelen in dat burgergeluk, in de liefde en de materiële zekerheid. Iets! Ah! Ah! Dat iets is heel de roman! Opgelet! Hij ontvlucht zijn verloofde en het geluk. Zij laat hem niet met rust. Ze maakt scènes, de ene scène na de andere. Jaloeziescènes. Zij is de oeroude vrouw ten overstaan van een nieuw soort man... Ze doodt hem...
Dit alles wordt perfect gebracht. Voor niets ter wereld zou ik willen dat dit onderwerp me werd afgepikt. Dit is brood voor een hele eeuw literatuur. Dit is de Prix Concourt 1932 op een presenteerblaadje voor de Gelukkige uitgever die de hand kan leggen op een werk dat zijn weerga niet kentGa naar voetnoot14., op dit kapitale moment van de menselijke natuur... Met vriendelijke groet
Louis Destouches | |
[pagina 14]
| |
4. Aan Louis DestouchesGa naar voetnoot15.14 april 1932 Dr. Louis Destouches Gemeentelijke polikliniek Clichy (Seine)
eachte heer,
‘REIS NAAR HET EINDE VAN DE NACHT’
6127
eer [Louis ChevassonGa naar voetnoot16.] | |
[pagina 15]
| |
5. Aan uitgeverij N.R.F.Ga naar voetnoot17.25.4 [1932]
Geachte heer,
Het zou mij bijzonder aangenaam zijn als ik zo spoedig mogelijk uitsluitsel kreeg over het lot van mijn manuscript Reis naar het einde van de nacht - nr 6127 Ik heb geen verschrikkelijke haast maar toch zou ik graag uw beslissing weten op een zodanig tijdstip dat ik het in geval van afwijzing nog vóór de vakantie aan een andere uitgever kan voorleggen.Ga naar voetnoot18. Ik verblijf met de meeste hoogachting
Destouches | |
[pagina 16]
| |
6. Aan Louis DestouchesGa naar voetnoot19.Parijs, 29 april 1932
De heer Destouches Rue Fanny 10 Parijs
Geachte heer,
Uw brief van 25 april heb ik ontvangen. Uw manuscript getiteld ‘REIS NAAR HET EINDE VAN DE NACHT’ wordt op dit moment gelezen. Onze medewerker die de taak heeft het te bestuderen heeft me nog niet in kennis gesteld van zijn oordeel, maar zal dat naar ik hoop spoedig doen en onmiddellijk daarna zal ik u mijn antwoord doen toekomen. Ik verblijf, met vriendelijke groet,
Gaston GallimardGa naar voetnoot20.. | |
[pagina 17]
| |
7. Aan uitgeverij N.R.F.Ga naar voetnoot21.13. [juni 1932]
Geachte heer,
Het is nu twee maanden geledenGa naar voetnoot22. dat ik mijn manuscript Reis naar het einde van de nacht nr 6127 aan u heb voorgelegd en ik vraag me af of ik het weer kan ophalen dan wel of u nog geen kans hebt gezien het te laten lezen. Hoogachtend
Louis Destouches. | |
[pagina 18]
| |
8. Aan Louis DestouchesGa naar voetnoot23.Parijs, 13 juni 1932.
De heer Louis Destouches Rue Lepic 98 Parijs.
Geachte heer,
Uw brief van 13 juni heb ik ontvangen. Uw manuscript getiteld ‘REIS NAAR HET EINDE VAN DE NACHT’ wordt op dit moment gelezen. Onze medewerker die de taak heeft het te bestuderen heeft me nog niet in kennis gesteld van zijn oordeel, maar zal dat naar ik hoop spoedig doen en onmiddellijk daarna zal ik u mijn antwoord doen toekomen. Ik verblijf, met hoogachting,
Gaston Gallimard.Ga naar voetnoot24. | |
[pagina 19]
| |
9. Aan uitgeverij N.R.F.Ga naar voetnoot25.29. [juni 1932]
Geachte heer.
Tweeëneenhalve maand hebt u nu ter lezing mijn manuscript ‘Reis naar het einde van de nacht’. Ik zou u zeer erkentelijk zijn als u het mij retour zond. Aangezien ik geen antwoord van u kreeg, ben ik op het voorstel van een andere uitgever ingegaan.Ga naar voetnoot26. Met veel hoogachting
L.F. Destouches | |
[pagina 20]
| |
10. Aan Louis DestouchesGa naar voetnoot27.Parijs, 2 juli 1932.
Stadstelegram De heer Louis Destouches Rue Lepic 98 Parijs.
Geachte heer, Onze lector de heer Benjamin CrémieuxGa naar voetnoot28. heeft ons met veel lof bericht over uw manuscript getiteld ‘REIS NAAR HET EINDE VAN DE NACHT’. Toch zou hij u nog enige bedenkingen willen voorleggen en u graag willen spreken.Ga naar voetnoot29. Zou het u mogelijk zijn hem aanstaande donderdag tussen 6 en 7 uur te ontmoeten op zijn kantoor, bij de persdienst van het Ministerie van Buitenlandse ZakenGa naar voetnoot30., of hem welke andere dag dan ook omstreeks dat tijdstip op te bellen? Met de meeste hoogachting,
Louis Chevasson. | |
[pagina 21]
| |
11. Aan Benjamin CrémieuxGa naar voetnoot31.2 [juli 1932]
Rue Lepic 98
Geachte heer, Weest u ervan overtuigd dat ik zeer gevoelig ben voor het lovende oordeel dat u de N.R.F. hebt gegeven over het manuscript van ‘Reis naar het einde van de nacht’ en het zou mij een groot genoegen zijn goede nota te kunnen nemen van de bedenkingen die u aan mij wilt voorleggen maar ik moet morgen beslist weg naar Marseille waar ik tot de 25ste van deze maand zal blijven.Ga naar voetnoot32. Wilt u zo vriendelijk zijn mij te laten weten of u mij na mijn terugkeer tussen de 25ste en 2 augustus kunt ontvangen?Ga naar voetnoot33. Daarna vertrek ik naar Bretagne. Ik verblijf met de meeste hoogachting.
L.D. Dr. L. Destouches Poste restante Marseille | |
[pagina 22]
| |
12. Aan Louis DestouchesGa naar voetnoot34.Parijs, 7 juli 1932. De heer Louis Destouches Rue Lepic 98 Parijs.
Geachte heer,
De heer Benjamin Crémieux vond het bijzonder spijtig dat hij vóór uw vertrek geen gesprek meer met u heeft kunnen voeren over uw manuscript. Wat hij u graag wilde zeggen is dat dit werk ten zeerste onze interesse had gewekt. Sommige gedeelten zijn dan ook voortreffelijk, maar jammer genoeg staan ze wat weggedrukt tussen andere, enigszins monotone gedeelten die de lezer dreigen te gaan vervelen. Hij zou u derhalve willen adviseren uw manuscript minder zwaar te maken door het schrappen van de passages die het lezen iets moeizaams geven en afbreuk doen aan een uiterst sympathiek en op veel plaatsen opmerkelijk boek. De waardering van onze Leescommissie voor uw manuscript was unaniem en mocht u bereid zijn erin te gaan snoeien, zoals wij hopen dat u zult doen, dan willen wij met genoegen overwegen het te publiceren.Ga naar voetnoot35. Ik teken, met de meeste hoogachting,
Louis Chevasson.
[vert.: Jeanne Holierhoek] | |
[pagina 23]
| |
illustratie Paul Tuijnman
|
|