Bzzlletin. Jaargang 23
(1993-1994)– [tijdschrift] Bzzlletin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 41]
| |
Henk Harbers
| |
RatjetoeHeinrich Mann wordt in 1871 geboren als oudste zoon van de zeer welgestelde handelskoopman en senator van de stad Lübeck, Thomas Heinrich Mann. Heinrich leert - als degene, die in eerste instantie voorbestemd is om de leiding van de firma over de nemen - de wereld als het ware van bovenaf kennen, vanuit het perspectief van de gegoede burgerij. Dat scherpt vanaf het begin zijn oog voor het belang van economische verhoudingen en speelt waarschijnlijk ook wel een rol in zijn latere opvattingen over de kunstenaar en intellectueel als geestelijk leider. Bij de familie Mann thuis huldigt men de gematigde liberale opvattingen van de revolutie van 1848, maar men heeft ook niets tegen de conservatieve politiek van Bismarck. Heinrich maakt het gymnasium niet af. Zonder diploma begint hij te werken bij boekhandels en uitgeverijen in Dresden en Berlijn. Hij leest veel en laat zich in het begin vooral door de literaire mode leiden. Eerst is hij een aanhanger van de nieuwe naturalistische stromingen en een bewonderaar van het werk van Zola; als er daarna een kentering komt en er een nieuwe, eerder impressionistische en symbolistische literatuur ontstaat, maakt hij deze zwenking moeiteloos mee. In het begin van de jaren negentig wordt hij vooral beïnvloed door Franse ‘l'art pour l'art’-theorieën en door de decadentiekritiek van zowel Paul Bourget als Nietzsche. Hij voelt zich een ‘dilettant’, iemand die met alle geestelijke stromingen kan meedenken en alle levensvormen en -houdingen uitprobeert, maar zich aan geen enkele werkelijk bindt. (Van een dergelijk ‘dilettantisme’, dat meestal met een cultus van het esthetische gepaard gaat, zijn in die tijd de figuren Des Esseintes in Joris-Karl Huysmans' roman À Rebours en Dorian Gray in Oscar Wildes The Picture of Dorian Gray zeer bekende voorbeelden.) Als een soort tegenwicht tegen zo'n geestelijke anarchie verkondigt hij officieel (in het tijdschrift Das Zwanzigste Jahrhundert) een zeer conservatieve levens- en maatschappijopvatting: hij bepleit een maatschappij die gebaseerd is op het traditionele gezin en die volgens de principes van een monarchistische standenstaat hiërarchisch geordend is. Wat Heinrich Mann, vooral in de jaren 1895 en 1896, aan politieke opvattingen ventileert, is een ratjetoe van de conservatieve en reactionaire denkwijzen, zoals die in het keizerlijke Duitsland wijd en zijd verbreid waren. | |
EstheticismeUit later gepubliceerde brieven blijkt echter dat Heinrich Mann zelf maar half aan dat soort ideeën geloofde: het was slechts één mogelijke houding van de estheticistische ‘dilettant’. Al snel laat hij zijn conservatieve houding dan ook varen en rond de eeuwwisseling erkent hij, geheel in overeenstemming met de belangrijkste literaire stromingen van zijn tijd, nog maar één ideaal: de kunst. Vooral onder invloed van Nietzsche hangt hij een | |
[pagina 42]
| |
estheticistisch vitalisme aan, dat zich tegen de bestaande, pas geïndustrialiseerde maatschappij afzet door zijn heil uitsluitend in de kunst te zoeken.
Heinrich Mann in 1903
Het gewone maatschappelijk leven wordt gezien als een platte, materiële belangenstrijd, waar slechts geld een rol speelt, terwijl de vertegenwoordigers van de heersende cultuur en kunst als levensarme, decadente epigonen worden beschouwd. Dat leven stelt Heinrich Mann satirisch aan de kaak in de roman Im Schlaraffenland (1900) en hij probeert een tegenideaal te ontwerpen in de romantrilogie Die Göttinnen (1903), waarin de hoofdpersoon probeert een ongebonden, vitale levenswijze te verenigen met het streven, het eigen leven tot een kunstwerk te maken. Met deze twee romans laat Heinrich Mann later zijn literaire werk beginnen. Zijn conservatieve periode wil hij liever vergeten; pas dit werk, ontstaan tijdens en na langdurige verblijven in Italië, neemt hij serieus. En deze werken betekenen ook inderdaad een soort van eerste doorbraak, in meer dan één betekenis. Een doorbraak voor Heinrich Mann zelf, die hiermee een manier van schrijven heeft gevonden die ten dele de basis voor zijn latere romans en verhalen blijft. Een doorbraak ook in de zin dat deze manier van schrijven als nieuw in de Duitse literatuur van dat moment wordt ervaren en ook - tenminste door een aantal schrijvers en critici - als zodanig wordt erkend. Wat is het nieuwe aan deze romans? Ten eerste de vorm. Het nieuwe en moderne ligt hier op de eerste plaats in de vertelwijze. De Duitse roman van het realisme, maar ook van de naturalistische ‘Moderne’ had veelal een traditionele auctoriële vorm. De verteller becommentarieert het verhaal en stuurt de lezer met zijn opmerkingen en beschrijvingen. Vanaf Im Schlaraffenland ziet Heinrich Mann, het werk van Flaubert voor ogen, vrijwel geheel af van zulke becommentariërende beschrijvingen, hij schrijft personale romans, de lezer ziet voornamelijk door de bril van de romanpersonages en moet zo zelf zijn weg zoeken in de wereld van de roman. Dat Heinrich Mann deze techniek bewust toepast, is heel duidelijk te zien als je de oorspronkelijke versie van zijn eerste roman, In einer Familie uit 1894, legt naast zijn eigen bewerking hiervan uit 1924. (Heinrich Mann was inmiddels beroemd geworden en de uitgeverij Ullstein wilde ook zijn | |
[pagina 43]
| |
eerste roman herdrukken). De bewerking bestaat vooral uit het schrappen van de typisch 19e-eeuwse commentaren van de schrijver bij de vertellende tekst. In 1913 beschrijft de criticus Friedrich Markus Huebner in een artikel over het werk van Heinrich Mann dit vernieuwende aspect van zijn vroege romans nog eens met de volgende woorden: Maar Die Göttinnen gaan als vormprodukt uit boven alles wat de Duitse romankunst tot die tijd gepresteerd had. [...] In plaats van het gebruikelijke mengsel van avontuur en belering (die beide door de mond van de schrijver en zijn uitdrukkelijke stellingname een weloverwogen, artificieel gedocumenteerd leven kregen) ontstaat de romanhandeling nu uit haar eigen schoot van literaire beelden en wordt zo vol van werkelijk spontaan en concreet leven.Ga naar eind1. Maar niet alleen deze personale vertelwijze was nieuw, ook de stijl, het taalgebruik, vooral in Die Göttinnen werden bewonderd. De rijkdom van de taal, het bewust-artificiële ervan, het voor onze hedendaagse oren eerder enigszins overdadig Jugendstil-achtige werd als sensationeel nieuw ervaren. ‘Slechts een stijlkunstenaar weet zulke effecten te bereiken,’ staat er bijvoorbeeld in een recensie van Die Göttinnen uit 1902Ga naar eind2.; en Rilke schrijft in 1907 aan Lou Albert Lazard over het werk van Heinrich Mann: ‘Zo'n schitterende volheid, zo'n verzadiging met leven, dat heeft, geloof ik, tot nu toe in het Duits niet bestaan.’Ga naar eind3. En Gottfried Benn schrijft nog in 1950: De Duitse literatuur van mijn generatie is in een mate van de vroege romans en novelles van Heinrich Mann afhankelijk, zoals in geen land van de wereld ooit een generatie van een levend persoon afhankelijk is geweest. Deze generatie, haar stijl, haar ritme, haar thematiek is niet denkbaar zonder de sensationele invloed van de eerste boeken van Heinrich Mann.Ga naar eind4. Artisticiteit, koele schoonheid, esthetische afkeer van de burgerlijke wereld, dat waren de elementen die voor een kleine groep van enthousiaste lezers het vroege werk van Heinrich Mann tot een belevenis maakten. Maar die waardering bleef - anders dan bij Thomas Mann die met zijn Buddenbrooks in 1901 meteen beroemd werd - beperkt tot een klein elite-publiek dat in de fin-de-siècle-kunst goed thuis was. Van Im Schlaraffenland verschijnen in 1900 en 1901 de eerste en de tweede druk, elk met een oplage van 2000. Daarna wordt het werk niet herdrukt tot 1909.Ga naar eind5. Die Göttinnen verschijnt in 1903 ook in een oplage van 3000 exemplaren en krijgt pas in 1907 een even grote herdruk. | |
MaatschappijkritiekEr is ook nog een ander aspect aan het vernieuwende van de romans van Heinrich Mann, een aspect dat bij zijn lezers en bewonderaars van het eerste uur wat minder aandacht kreeg, maar niettemin voor Manns ontwikkeling bijzonder belangrijk was. Heinrich Mann levert scherpe kritiek op de bestaande maatschappij en de heersende cultuur door satirische beschrijvingen van die maatschappij te geven. In tegenstelling tot de Franse bestond er in de Duitse proza-literatuur van de tweede helft van de negentiende eeuw nauwelijks een traditie van dergelijke satires. Heinrich Mann, al vroeg geschoold in het werk van Balzac, Flaubert, Maupassant en Zola bewandelt hiermee in Duitsland nieuwe wegen - en juist met dit soort werk, culminerend in Der Untertan, zal hij later beroemd worden. Heinrich Mann heeft een scherp oog voor de financieel-economische machtsverhoudingen in het Duitse keizerrijk en laat ook al in zijn eerste romans weinig heel van het semi-intellectuele, semi-artistieke cultuurbedrijf van de haute bourgeoisie. Toch blijft hij rond 1900 nog binnen de heersende culturele context. Hij ziet, als vele anderen, voor het bekritiseerde geen ander alternatief dan de kunst. Hij verenigt, sterk onder invloed van Nietzsche en vergelijkbaar met tendenzen in de Jugendstilbeweging, estheticistische met vitalistische ideeën, hij vereert in zijn heldin, de hertogin van Assy in Die Göttinnen, een sterk en vitaal leven dat zichzelf tot kunstwerk maakt. Zulke opvattingen passen uiteindelijk goed in de | |
[pagina 44]
| |
culturele stromingen van die tijd, en dat werd door een selecte groep van lezers herkend en gewaardeerd. Maar Heinrich Mann blijft niet bij deze ideeën stilstaan. Hij zoekt een uitweg uit de uitsluitend esthetische gedachtenwereld. En nog steeds past hij daarmee in de culturele context van zijn tijd. Al snel na de eeuwwisseling valt er bij veel schrijvers een tendens naar aansluiting bij een groter geheel waar te nemen. De estheticistische ‘dilettanten’-houding wordt in toenemende mate als hol en leeg ervaren en de algemeen verbreide vitalistische ideeën monden uit in het verlangen, op te gaan in een groter, ‘organisch’ levensgeheel. Vaak leidt dat ertoe - zeker in Duitsland - dat schrijvers aansluiting zoeken bij kringen waar irrationalistische opvattingen de basis vormen van uiteindelijk vaak zeer conservatieve of zelfs reactionaire sociale en politieke ideeën.Ga naar eind6. De nadruk wordt gelegd op het irrationele, onbewuste ‘leven’, ten koste van de wetenschappelijke en rationele traditie van de Verlichting (voorbeelden in Duitsland zijn: Julius Langbehns Rembrandtboek, Thomas Manns Betrachtungen eines Unpolitischen en Oswald Spenglers Der Untergang des Abendlandes). Heinrich Mann blijft in zoverre representant van zijn tijd dat ook bij hem zo rond 1905 sprake is van een zich afwenden van het estheticisme, dat hij nu als decadent en vijandig aan het leven veroordeelt. Ook Heinrich Mann zoekt, beïnvloed door Nietzsches denken, aansluiting bij een grote, vitale beweging. Alleen - en dat maakt hem in Duitsland tot een uitzondering - zoekt hij die aansluiting niet bij politiek reactionaire bewegingen, maar juist in de traditie van de Verlichting, die in de Franse Revolutie haar hoogtepunt vindt. Heinrich Mann bestudeert uitvoerig Michelets geschiedenis van de Franse Revolutie, leest opnieuw Rousseau en ziet de Franse Revolutie en Garibaldi's vrijheidsstrijd als lichtende voorbeelden van een eenheid van vitaal leven en rationele idealen. Waar bij anderen Nietzsches vitalisme juist de basis voor irrationalistische en politiek gezien reactionaire opvattingen was, vormt dit vitalisme bij Heinrich Mann de basis voor een hernieuwd pleidooi voor de idealen van de ratio, de ‘Geist’: vrijheid, gelijkheid, gerechtigheid. In 1910 schrijft hij het essay Geist und Tat, waarin hij pleit voor een actieve rol van intellectuelen en kunstenaars, voor een strijd in dienst van de oude idealen van de Franse Revolutie. Heinrich Mann wordt in Duitsland een van de eerste en meest vooraanstaande verdedigers van de democratische en liberale waarden. Hij wordt een fel criticus van het Duitsland onder Wilhelm II, van de oude feodale macht van de jonkers, van de kapitalistische uitbuiting door de grote ondernemers, van de imperialistische politiek van de conservatieve ‘Alldeutschen’. | |
Tweede doorbraakHij schrijft romans als Zwischen den Rassen (1907) en Die kleine Stadt (1909), waarin hij een uitsluitend intellectueel-esthetische houding als koud en leeg, als een symptoom van levenszwakte beschrijft en voor het eerst een alternatief probeert te schetsen: een weliswaar met alle onvolkomenheden van het leven behepte maar in ieder geval ook van leven bruisende strijd voor recht en democratie. Voor literatuur met dergelijke ideeën was er in het politieke en culturele klimaat van het keizerrijk nauwelijks een publiek. In 1909 wil de uitgeverij Insel een flaptekst van Heinrich Mann bij de roman Die kleine Stadt niet drukken omdat er het woord ‘democratie’ in voorkomtGa naar eind7.. Heinrich Mann klaagt in die tijd dat zijn romans worden besproken als boeken ‘van een getalenteerde jonge man’Ga naar eind8.. Tot aan het begin van de Eerste Wereldoorlog worden zijn romans één, hooguit twee keer herdrukt, telkens met een oplage van twee- tot drieduizend. De omvang van zijn lezersschare verandert nauwelijks. Toch kun je vanaf ongeveer 1910 spreken van een langzame tweede doorbraak, weer bij een kleine en selecte groep van schrijvers en critici, een doorbraak nu van de nieuwe boeken die hij schrijft, van het politiek geëngageerde werk. Tussen 1911 en 1914 worden zijn literair-politieke manifesten en essays van 1910/11 in de nieuwe expressionistische tijdschriften en jaarboeken opnieuw afgedrukt; Heinrich Mann wordt met essays als Geist und | |
[pagina 45]
| |
Tat en romans als Die kleine Stadt - die hijzelf het ‘hooglied van de democratie’ noemdeGa naar eind9. - het grote voorbeeld voor de links-liberale groep van ‘Aktivisten’ in de jonge, expressionistische generatie. En naarmate deze generatie meer gehoor kreeg in de literaire wereld, kreeg ook de stem van Heinrich Mann een nieuw en ander gewicht. Nog tijdens de Eerste Wereldoorlog begint zijn echte doorbraak. | |
Mann in Rusland
Keizer Wilhelm II
Het werk van Heinrich Mann werd in Duitsland tot 1914 gelezen en gewaardeerd door telkens een kleine groep van ‘kenners’: door een groep van bewonderaars van het fin-de-siècle-estheticisme rond 1900, door de nieuwe expressionistische generatie vanaf ongeveer 1910. In het buitenland is Heinrich Mann tot 1914 nauwelijks bekend. De roman Im Schlaraffenland was in 1903 in een Franse vertaling verschenen, verder was er niets vertaaldGa naar eind10.. Met één uitzondering: Rusland. In de tijd van 1905 tot 1911 worden verschillende verhalen en romans in het Russisch vertaald. Maar niet alleen dat, er doet zich zelfs een unicum voor: nog voordat er in Duitsland een enigszins complete uitgave van Manns verzamelde werken was verschenen, worden die (tussen 1909 en 1912) al in het Russisch uitgegeven, en zelfs in tweevoud, een keer in negen delen en een keer in zeven delen. In 1915 verschijnt dan Der Untertan in Russische vertaling, drie jaar eerder dan de originele versie in Duitsland. Voor dat laatste wordt in het ene artikel dat zich in de Heinrich-Mann-literatuur bezighoudt met de receptie in RuslandGa naar eind11., een duidelijke verklaring gegeven: deze roman moest in de oorlog de haatgevoelens jegens de Duitsers aanwakkeren. Over de receptie van het werk daarvóór ontbreken echter belangrijke gegevens. Er zijn geen oplage-cijfers bekend en het lezerspubliek is ook niet nader omschreven. Voor de zeer uitzonderlijke bekendheid van Heinrich Mann in Rusland voor 1914 is tot nog toe blijkbaar geen bevredigende verklaring gevonden. | |
Der UntertanToen na het begin van de oorlog de eerste golf van nationale hysterie - waar Heinrich Mann overigens als een van de weinigen niet door bevangen raakte - wegebde en plaats maakte voor inzicht in het zinloos-moordende karakter van die oorlog, werd de politieke basis voor de groep van ‘Aktivisten’ met hun linkse sympathieën en pacifistische ideeën steeds groter. Dat vond zijn weerslag ook in de receptie van het werk van Heinrich Mann. Het begint in 1916, als Kurt Wolff, de grote uitgever van de expressionistische generatie, het hele werk van Heinrich Mann onder zijn hoede neemt. De romans van Heinrich Mann verschijnen nu in goedkope edities en voor het eerst beginnen de oplagecijfers boven de tienduizend te komen. In 1917 | |
[pagina 46]
| |
verschijnt er bij Wolff een tiendelige uitgave van de ‘verzamelde romans en novellen’, waarvoor flink reclame wordt gemaakt. Het grote succes, de doorbraak bij een echt breed publiek, komt dan in 1918, aan het eind van de oorlog, met de publikatie van Der Untertan. Vanaf 1906, dus eigenlijk al ten tijde van zijn overgang van estheticisme naar literair-politiek engagement, was Heinrich Mann begonnen met het maken van notities voor deze roman. Begin juli 1914, ongeveer een maand voor het uitbreken van de oorlog, sluit hij het manuscript af. Delen van de tekst waren van 1911 tot 1913 al in tijdschriften gepubliceerd en vanaf 1 januari 1914 begint de roman in afleveringen te verschijnen in het weekblad Zeit im Bild. Dan wordt het oorlog en de publikatie wordt gestopt. De redactie deelt Heinrich Mann mee dat ‘op dit moment een groot publiek orgaan niet in satirische vorm kritiek kan uitoefenen op de Duitse verhoudingen’. Dit zou, zo stelde de redactie, in de huidige situatie ‘aanstoot geven’ en ook tot ‘censuurproblemen’ leiden.Ga naar eind12. Waarom was het te voorzien dat de publikatie van deze roman zo veel moeilijkheden zou veroorzaken? Omdat hier man en paard genoemd worden. De oorspronkelijke, maar bij de publikatie geschrapte ondertitel luidde: Geschichte der öffentlichen Seele unter Wilhelm II. Hier wordt de Duitse samenleving onder Wilhelm II in haar geheel te kijk gezet als een strikt autoritaire maatschappij die uitsluitend gebaseerd is op materiële gewinzucht en machtswellust, een maatschappij waarin de liberaal-democratische idealen van 1848 geen kans meer hebben. Heinrich Mann vermeldt politieke affaires uit de jaren negentig en gebruikt citaten uit de redes van keizer: dit was herkenbare werkelijkheid. De keizer zelf wordt indirect geportretteerd: in zijn naäper Diederich Hessling, de hoofdpersoon van de roman. De keizer (als representant van zijn tijd) wordt gekarakteriseerd als een komediant, als een zwakkeling, die niet echt van binnenuit een sterke heersende persoonlijkheid is, en die daarom naar buiten des te meer wil laten zien dat hij wel zo'n sterke heerser is. Dat is een analyse met Nietzscheaanse middelen: de komediant is de levensarme decadent, die het sterke leven, waaraan hij graag zou willen deelhebben, alleen maar kan nadoen en zich daarom, uit ressentiment tegenover de echt vitalen, een des te despotischer tiran betoont als hij eenmaal over macht beschikt. Dat type is voor Heinrich Mann het allergevaarlijkste; zo karakteriseert hij hier Wilhelm II, maar zal hij later ook Hitler en Goebbels tekenen. Met dit type wilde hij de Duitse (en dat betekent rond 1900 een Pruisisch-militaire) samenleving karakteriseren, hij wilde hiermee, zoals hij al in 1907 zegt, de ‘Roman des Deutschen’Ga naar eind13. schrijven. En zo is de roman in 1918 ook door velen gelezen. In 1919 noemt Kurt Tucholsky de roman ‘het herbarium van de Duitse man.’Ga naar eind14. Het boek verschijnt direct na de oorlog en binnen enkele weken zijn er ongeveer 80.000 exemplaren verkocht. Met dit boek wordt Heinrich Mann beroemd en het blijft ook zijn bekendste roman (als je even afziet van de verfilming van Professor Unrat), het blijft het boek dat het meest het beeld van Heinrich Mann bepaalt, tot op heden. Wat heeft nu het succes van Der Untertan bepaald? Op de eerste plaats natuurlijk het moment van publikatie in 1918. Het einde van de oorlog, de situatie van de novemberopstand in Duitsland tegen de oude machtselite van adel, grootkapitaal en hoge militairen, was het perfecte moment voor de roman waarin op satirische wijze, maar glashelder en zeer herkenbaar werd beschreven welke ideeën, welke types, welke houdingen onvermijdelijk tot oorlog moesten leiden. En niet alleen het moment was beslissend, gezien ook de grote populariteit van de roman tot nu toe. Heinrich Mann geeft hier met een door Nietzsche gescherpte blik een kijk op de Duitse samenleving die een vergelijking met veel later verschenen sociaal-psychologische studies zoals over de autoritaire persoonlijkheid met glans kan doorstaan.Ga naar eind15. | |
GroteskMaar er zijn meer redenen aan te geven, waarom Der Untertan meer dan vroegere en latere romans het beeld van de schrijver Heinrich Mann heeft bepaald. Dat brengt ons | |
[pagina 47]
| |
bij de literaire vorm. Heinrich Mann werd direct na 1900 bewonderd vanwege zijn hooggestileerde, artificiële proza, een proza dat weinig te maken had met traditioneel-realistische weergave van de werkelijkheid. Zo'n soort realisme heeft Heinrich Mann ook nooit bijzonder gelegen. In een essay uit 1931 over de sociale roman zegt hij: De grote romans zijn altijd en zonder uitzondering overdreven [übersteigert] geweest - ver uitgaande boven de maten en de wetten van de werkelijkheid.Ga naar eind16. Grote romans, aldus Heinrich Mann, geven geen verslag van de werkelijkheid maar gaan over ‘de zin van het leven’ en daarvoor moet je ‘bovenrealistisch [überrealistisch]’ schrijven.Ga naar eind17. Heinrich Manns boeken missen de enigszins behaaglijke, realistische verteltrant die bijvoorbeeld de meeste romans van Thomas Mann kenmerkt. Zijn stijl is sneller, gejaagder, feller gekleurd; de beschreven situaties hebben altijd iets grotesks, het gaat om de grote lijnen, de ideeën; de personen en de situaties worden vaak bijna allegorisch. Dat maakt veel romans van Heinrich Mann niet gemakkelijk ‘leesbaar’, de plot is niet altijd direct duidelijk, niet alle situaties zijn erg ‘waarschijnlijk’, felle contrasten en snelle overgangen geven de toon aan. Uit de receptie van het werk van Heinrich Mann blijkt nu dat juist de romans waarin deze vorm het meest geprononceerd aanwezig is, het minst succesvol zijn geweest. Het zijn de meer traditioneel-realistische romans als Professor Unrat, Der Untertan en de romans over de Franse koning Hendrik de Vierde die uiteindelijk het meest gelezen worden. Natuurlijk herken je in deze werken ook regelmatig de groteske, sterk aangezette wijze van beschrijven, maar het is ingebed in een vrij traditioneel-realistisch verteld verhaal. Heinrich Manns uiteindelijke doorbraak is er een van de inhoud, niet van een nieuwe vorm. Juist een vrij traditionele vorm bevordert de doorbraak bij een groot publiek. | |
Politiek
Marlene Dietrich en Emil Jannings in de film ‘Der blaue Engel’
Natuurlijk zijn er vanaf het begin ook felle negatieve reacties op Der Untertan. Heinrich Mann is zeker vanaf nu de vijand van alles wat in Duitsland politiek rechts en/of nationalistisch is. Maar dat hoort juist bij de door- | |
[pagina 48]
| |
braak van een politiek schrijver, hij wordt waargenomen, er wordt op hem gereageerd. En zo blijft het ook gedurende de Weimarer Republik. Heinrich Mann is een gevestigd auteur geworden; hij is met zijn rond 1910 ontwikkelde ideeën een belangrijk representant van linkse en liberaal-democratische stromingen die de republiek tegen haar talrijke tegenstanders verdedigen. Zijn politieke aanzien in Duitsland bereikt in de laatste jaren van de republiek zijn hoogtepunt. In 1931 wordt hij tot president van de sectie literatuur van de ‘preussische Akademie der Künste’ benoemd. In 1932 stelt Kurt Hiller zelfs voor, Heinrich Mann als kandidaat voor het ambt van rijkspresident te laten optreden. Zijn boeken worden redelijk tot goed verkocht; er komen nieuwe drukken van zijn vroegere werken, zijn nieuwe romans worden meteen in grotere oplagen, van 10.000 tot 30.000, gedrukt. In 1930 komt de verfilming van de roman Professor Unrat (gepubliceerd in 1905) uit. De film met de titel Der blaue Engel wordt, met Marlene Dietrich in haar eerste grote rol, een wereldsucces. Dat bevordert natuurlijk de verkoop van de roman, ook in Duitsland. Voor het overige heeft de sterk gesimplificeerde filmversie nog maar weinig meer te maken met de speciale kwaliteiten van Heinrich Manns literaire werk. | |
FrankrijkIn 1933 vlucht Heinrich Mann uit Duitsland naar Frankrijk. Hier bestaat zijn literaire werk voornamelijk uit het schrijven van zijn omvangrijke en schitterende roman over het leven van de ‘goede koning’ Henri Quatre, die in twee delen, in 1935 en 1938, bij Querido in Amsterdam verschijnt. In deze roman, die meer een ‘historische parabel’ dan echte geschiedschrijving is, krijgt in de persoon van Henri Quatre de positieve figuur gestalte, die levenskracht en ethische idealen verenigt en zo die idealen werkelijkheid kan doen worden en ze kan verdedigen tegen degenen die het uitsluitend om macht te doen is: de verenigde macht van Rome en Habsburg. Belangrijke vertegenwoordigers van deze macht hebben vaak trekken van vooraanstaande Nazi's, zodat het vertelde gebeuren tegelijk steeds verwijst naar de strijd tegen het Duitsland onder Hitler. Het Duitse publiek krijgt deze boeken natuurlijk niet meer onder ogen, pas in de jaren '50 worden ze in Duitsland opnieuw uitgegeven. Heinrich Mann blijft tot 1940 in Frankrijk maar tot die tijd is hij geen vergeten auteur in ballingschap. Al tijdens de Republiek van Weimar had hij veel contacten met politici en schrijvers in Frankrijk. Dat maakt het hem nu gemakkelijk, snel de nodige contacten te leggen om toegang tot tijdschriften en organisaties te krijgen. In Frankrijk voelt hij zich nauwelijks emigrant; zijn nog toegenomen produktie getuigt daarvan: afgezien van de omvangrijke Henri Quatre-roman zo'n 300 essays en redes en regelmatige deelname aan allerlei congressen en bijeenkomsten.Ga naar eind18. Al meteen in 1933 publiceert hij bij Querido in Amsterdam de bundel Der Hass, met essays en satires tegen het Nazi-regime. Verder levert hij bijdragen voor praktisch alle Duitse emigrantentijdschriften, zoals bijvoorbeeld voor ‘Die Sammlung’ die door zijn neef Klaus Mann in Amsterdam wordt uitgegeven. Artikelen in het Frans verschijnen regelmatig in de Dépeche de Toulouse. Al in 1933 wordt Heinrich Mann erevoorzitter van het ‘Schutzverband deutscher Schriftsteller’, hij wordt erelid van de Engelse PEN-club, president van de Duitse vrijheidsbibliotheek in Parijs en van de Duitse PEN-club, in 1935 wordt hij lid van het bestuur van het Wereldcomité tegen oorlog en fascisme (onder voorzitterschap van Romain Rolland) en houdt hij een rede voor de Volkenbond. Heinrich Mann blijft gedurende zijn jaren in Frankrijk in het middelpunt van de belangstelling staan, in de eerste plaats met zijn politieke en essayistische werkzaamheden, maar toch ook als literair schrijver. Vanaf de jaren twintig, na zijn grote doorbraak in Duitsland, verschijnen er vertalingen van zijn verhalen, romans en essays in het Engels, Spaans, Frans, Italiaans, Nederlands, Pools, Russisch, Japans, Zweeds en Tsjechisch. Heinrich Mann is, zeker buiten Frankrijk, niet zo'n beroemdheid als zijn broer Thomas, maar hij wordt gelezen. Zijn grote historische roman over het | |
[pagina 49]
| |
leven van Hendrik de Vierde wordt zelfs, als je naar de vertalingen kijkt, een internationaal succes. | |
AmerikaDat is allemaal in één klap voorbij als hij in 1940 via Spanje uit Frankrijk wegvlucht naar Amerika. Hoewel er in Amerika tussen 1921 en 1939 een zeventiental vertalingen van zijn werk waren verschenen, was hij hier, weer in tegenstelling tot broer Thomas, een onbekend auteur gebleven. Het berichtje in de New York Times bij zijn aankomst samen met Thomas Manns zoon Golo spreekt boekdelen: De bekende Duitse auteur Golo Mann [geenszins een schrijver, H.H.], zoon van de beroemde schrijver Thomas Mann [is] aangekomen; in zijn gezelschap bevond zich ook zijn oom Heinrich, die eveneens schrijver is.Ga naar eind19. De internationale contacten zijn afgebroken, de politieke werkzaamheden worden daarmee sterk gereduceerd, Heinrich Mann leeft in toenemende eenzaamheid. Hij schrijft nog drie romans en zijn memoires, maar aandacht wordt er nauwelijks aan besteed. Het Duitse publiek bestaat voor hem allang niet meer, en er wordt ook nergens meer een werk van hem vertaald. Na 1945 komt hier natuurlijk langzamerhand verandering in - en weer is het de politiek die de receptie bepaalt. Heinrich Manns politieke positie was vanaf 1933 naar links opgeschoven en hij verdedigt, zeker ook op grond van ontbrekende informatie, het regime van Stalin. In de al snel ontstaande koude-oorlogssituatie betekent dit dat er eerst alleen in de Sowjet-zone in Duitsland belangstelling voor zijn werk is. Hier worden al snel, vanaf 1946, zijn romans opnieuw uitgegeven en men probeert hem tot terugkeer naar Oost-Duitsland te bewegen. In 1949 neemt Heinrich Mann de uitnodiging aan om de eerste president van de nieuw op te richten ‘Deutsche Akademie der Künste’ in Oost-Berlijn te worden. Maar kort voor zijn vertrek in 1950 overlijdt hij.
Heinrich Mann in 1940
| |
[pagina 50]
| |
Na 1945Al direct na de oorlog begint de latere DDR met de heruitgave van het werk van Heinrich Mann. Er wordt in Oost-Berlijn een Heinrich-Mann-archief opgezet en in de loop van de jaren vijftig is zijn belangrijkste werk, soms in hoge oplagen, met veel herdrukken, weer verkrijgbaar. In de Bondsrepubliek komen de eerste romans pas rond 1960 uit. De eerste vijftien tot twintig jaar na 1945 kun je nauwelijks van een literaire receptie spreken, het is een puur ideologische aangelegenheid. In het Oosten wordt Heinrich Mann tot communist gestileerd, in het Westen wordt hij tijdens de Adenauer-periode doodgezwegen. Pas aan het eind van de jaren zestig en verder in jaren zeventig, onder invloed van de studentenbeweging en met de herwaardering van politiek engagement in de kunst, wordt zijn werk weer onderwerp van belangstelling van de kritiek en de literatuurwetenschap. Er ontstaat een hausse van Heinrich-Mann-studies en vanaf 1983 verschijnt er zelfs een Heinrich-Mann-jaarboek. Zijn werk begint nu ook in goedkope uitgaven te verschijnen. Op dit moment zijn vrijwel al zijn belangrijke romans, verhalen en essays in pocket verkrijgbaar en de oplagen van de bekendste boeken (Professor Unrat, Der Untertan en in wat mindere mate Henri Quatre) lopen in de honderdduizenden. Heinrich Mann is, althans in Duitsland, een ‘Klassiker’ geworden. Over de receptie buiten Duitsland is voor de tijd na 1945 weinig bekend. In de jaren vijftig en zestig zijn er hier en daar wat vertalingen verschenen of herdrukt. Over de vertalingen uit de laatste twintig jaar zijn mij geen overzichten bekend. Mijn indruk is dat dat aantal in de laatste jaren wel enigszins is toegenomen maar dat in het buitenland Heinrich Mann toch vooral de niet zo bekende broer van Thomas Mann is gebleven. | |
Milde ironieAls een schrijver ‘doorbreekt’, dan betekent dat dat hij wordt gelezen. Of het nu door een selecte groep of door een groot publiek is. Zo'n doorbraak kan van korte duur zijn, de schrijver wordt dan weer vergeten, het werk blijkt niet interessant te zijn voor latere generaties. De vraag hoe dat zo komt, is lang niet altijd gemakkelijk te beantwoorden. Wellicht heeft het te maken met de vraag of een schrijver ook ‘vernieuwend’ was, iets nieuws aan het bestaande toe te voegen heeft. Dat nieuwe kan de vorm zijn, maar ook een inhoud, een nieuw zicht op wat werkelijkheid heet. Heinrich Mann is een bekend en erkend schrijver geworden met een nieuwe inhoud, met een haarscherpe ontleding van maatschappelijke structuren en individuele persoonlijkheden in die maatschappij. Niet voor niets zijn nog steeds Professor Unrat en Der Untertan zijn best verkochte boeken. Hij heeft daarnaast ook een eigen vorm, een eigen stijl ontwikkeld, een vorm waarbij de grotesk-allegorische betekenis van de beschreven situaties vaak belangrijker is dan het realiteitsgehalte en het vertellen van een ‘verhaal’. Die vorm is nooit echt aangeslagen. Kennelijk is het bij proza voor een doorbraak bij een groot publiek toch belangrijk dat er enigszins klassiek een ‘verhaal’ wordt ver teld. Als het nieuwe en vernieuwende van het werk, zoals bij Heinrich Mann, zo zeer in de inhoud ligt en als die inhoud zo zeer politiek van aard is, dan kan het niet verwonderlijk zijn dat de receptie van dat werk sterk door politieke ontwikkelingen beïnvloed wordt. En zolang de politieke situatie in veel landen op de wereld niet echt verandert, zullen Heinrich Manns analyses van een autoritaire maatschappij niet zo snel gedateerd raken. Maar mocht er ooit nog eens een verenigd, democratisch en vredelievend Europa - een van de grote idealen van Heinrich Mann - ontstaan, misschien wordt dan ook wel de ‘andere’ Heinrich Mann ontdekt, de Heinrich Mann die nog steeds op zijn doorbraak wacht: de schrijver van zulke schitterende romans als Die kleine Stadt en Henri Quatre, waarin niet alleen satirisch iets over de hekel wordt gehaald maar waarin met milde ironie het visioen gestalte krijgt van een vervuld leven dat toch met politieke macht weet om te gaan - met alle paradoxen van dien. |
|