| |
| |
| |
Theo Olof
Variaties op een thema
Op de terloops aan iemands brein ontglipte vraag‘Wat betekent Mozart voor u?’ is mijn eerste reactie vanzelfsprekend:‘Kan iemand dat wat schelen?’ Vraagt men een slak wat de Mount Everest, een rups wat de Eiffeltoren voor hem of haar betekent? Een natuurverschijnsel als Mozart, daar denkt men toch niet over na, dat ondergaat men. Men luistert naar zijn muziek, men speelt zijn muziek, men is verbijsterd, gelouterd, ontroerd.
Wat betekent Mozart voor mij?
Als die vraag eenmaal in al mijn vezels is doorgedrongen, dan dwingt zij toch tot nadenken, tot een poging tot bewustwording. Duizendmaal gehoorde kreten schieten doelloos door mijn brein: ‘hemels - geniaal - onbegrijpelijk - subliem.’
Allemaal juist, allemaal waar, allemaal goed en wel, maar wat betekent Mozart voor mij?
Doorgaans maakt men belachelijk wat het verstand te boven gaat. Bij Mozart zou dat bespottelijk zijn. Evenals trouwens het onderdompelen in een klef moeras van superlatieven. Vanaf deze plaats wil ik dan ook eerst een postume hulde brengen aan de onlangs overleden Wolfgang Hildesheimer, die het langzamerhand onder genoemde stroperige massa verdwenen ware beeld van Mozart weer grotendeels wist schoon te vegen. Mozart betekent voor mij een samenspel van zoveel onevenwichtige facetten, dat ik mijn toevlucht moet zoeken in een aantal variaties op het thema.
Daar waar nuchtere redeneringen te kort schieten - toch al niet mijn sterkste kant - brengen variaties bij mij een algehele mobilisatie teweeg van sluimerende fantasieën. Hoe, bijvoorbeeld, kon een Mozart ontstaan?
‘Welke rol chromosomen, genen, atomen, moleculen, neutronen, het weer en Onze Lieve Heer hebben gespeeld bij het tot stand komen van dit wonder, dit muzikale genie, zal eeuwig een raadsel blijven.’
| |
Variatie 1
Grotendeels onwetend van wat zich binnen zijn ondernavelse afspeelde, maakte omstreeks april 1755 ene Johann Georg Leopold Mozart aanstalten om in de echtelijke sponde zijn speels tegenstribbelende echtgenote Maria Anna, geborene Pertl, te bekennen, zoals dat in de Bijbel genoemd wordt.
Hoe ook kon deze Salzburgse hofmuzikant bevroeden dat in zijn binnenste de in staat van grote opwinding verkerende, samengepropte legioenen spermatozoa hunne koppetjes bij elkaar hadden gestoken en, terwijl hun staartjes steeds ongeduldiger heen en weer zwiepten, bij acclamatie hadden besloten om er ditmaal‘iets bijzonders van te maken’? De winnaar, die even later juichend bezit nam van Maria Anna Mozart geborene Pertl's eitje, hield woord en op 27 januari 1756 baarde moeder Mozart een zoon, die door de gelukkige ouders Johannes Chrysostomus Wolfgang Theophil werd gedoopt, maar die desondanks sinds jaar en dag over de gehele wereld kortweg‘Mozart’ heet. Welke rol chromosomen, genen, atomen, moleculen, neutronen, het weer en Onze Lieve Heer hebben gespeeld bij het tot stand komen
| |
| |
van dit wonder, dit muzikale genie, zal eeuwig een raadsel blijven.
Zoals de mens Mozart ook grotendeels een raadsel blijft. Een mysterie, dat betekent Mozart voor mij, en niet voor mij alleen.
Met mysteries moet men leren leven.
‘Hoe dieper men in het werk doordringt, hoe meer men de idiote behoefte in zich voelt opkomen om voor elke noot zijn petje af te nemen.’
| |
Variatie 2. Allegro furioso e impaziente.
Eerlijk is eerlijk. Tijdens mijn violistische wonderkindjaren zei Mozart mij niet veel. Zijn sonaten en vioolconcerten vond ik niet spannend en inspannend genoeg, zij vroegen niet om technisch briljante hoogstandjes, al vond ik zijn thema's, zijn‘melodietjes’ best leuk; die lagen gemakkelijk in het gehoor en bleven spelenderwijs in het geheugen hangen. Over de gehele linie genomen echter, vond ik Mozart nogal saai om te studeren. Daar kwam nog bij dat elk vals nootje zo hoorbaar was, dat elk ritmisch schommelinkje onmiddellijk door iedereen werd opgemerkt. Dat vond ik vervelend.
Door de jaren heen echter zijn wij naar elkaar toegegroeid, Mozart en ik, zodat ik nu met de hand op mijn hart kan verklaren dat er al heel lang een innige verstandhouding bestaat tussen ons beiden. Muzikaal gesproken kan dit van mijn kant wellicht nog beter als‘haat-liefde’ worden bestempeld. Omdat mijn vertolkingen, hoe geslaagd soms ook, naar mijn eigen gevoel nooit die hoogte, die allesomvattende perfectie bereiken die mij voor ogen staat. En die Mozart toekomt.
Mozart studeren betekent‘bloed, zweet en tranen’. Ik zie mijn broeders in de kunst instemmend knikken. Aan u, geachte lezer, wil ik trachten in een paar woorden duidelijk te maken wat ik bedoel.
Niet voor niets wordt op elk vioolconcours, op elke auditie voor een vioolplaats in welk orkest dan ook, een werk van Mozart geëist. Mozart Spelen betekent voortdurend in je hemd staan. Begint men een‘Mozartje’ te studeren dan denkt men aanvankelijk: ‘valt wel mee’.
Helaas, hoe meer men zich verdiept in het werk, hoe moeilijker het blijkt te worden, ja, de problemen stapelen zich op. Dat beginthema bijvoorbeeld. Wat is de beste frasering? Welke streken, welke vingerzettingen, welke nuanceringen, welk tempo zal ik nemen? En als het thema later terugkomt, moet het dan dramatischer of juist milder, berustender of opstandiger? Veel aanwijzingen heeft Mozart er namelijk niet bij gezet. Daar had hij geen tijd voor, hij vertrouwde op het begrip en de goede smaak van de uitvoerende. Bovendien was hij er zo vaak zèlf bij om aanwijzingen te geven. En nu heb ik de intonatie, de toonvorming, het vibrato nog niet eens genoemd. Elke noot bij Mozart is belangrijk, onmisbaar. Nooit staat er een te veel of een te weinig.‘... precies zoveel als er nodig zijn, Majesteit,’ was zijn antwoord aan de keizer die vond dat hij in een nieuwe opera toch wel‘erg veel noten’ had gebezigd. Goed, wij studeren noest verder en hoe dieper men in het werk doordringt, hoe meer men de idiote behoefte in zich voelt opkomen om voor elke noot zijn petje af te nemen, symbolisch gesproken.
Concluderend blijft dus een van de zich steeds weer herhalende problemen: hoe kan ik Mozarts werken het beste betekenen? Ook dat betekent Mozart voor mij.
| |
| |
Leopold Mozart (illustratie: Paul Tuijnman)
| |
| |
| |
Variatie 3. Allegro scherzando, porco scabroso.
Mozart schreef opera's, symfonieën, concerten, kamermuziek en wat dies meer zij. Maar ook... brieven.
Brieven aan zijn ouders, brieven aan zijn zusje, ‘die canaille van een Nannerl’, aan zijn nichtje, ‘die Bäsle’, brieven aan vrienden, kennissen, leerlingen, opdrachtgevers en verhoopte opdrachtgevers, uitvoerige brieven, summiere brieven, hartverscheurende bedelbrieven, brieven als ware woordenwatervallen waarachter wrange waarheden werden verborgen, gekke brieven, speelse brieven, vieze brieven, enfin, voldoende brieven om er diepgravende studies aan te wijden en boeken over te schrijven, zoals Briefstil eines Musikgenies.
Verloor Mozart bij zijn spel met noten, hoe vrij soms ook, bepaalde wetmatigheden nooit uit het oog, in zijn epistels heerste meer dan eens onbesuisde anarchie.
Hij liet de woorden over elkaar buitelen, husselde ze door elkaar, verdraaide, keerde om, tekende met‘Trazom Edama’, vulde zijn zinnen aan met zinloze rijmwoorden:‘Ik ben, lief zusje, kusje, op dit moment, krent, doende met schrijven, wijven, en verlang, pang, naar mijn canaille van een zus, klus; ik werk lief zusje, aan een compositie, lief zusje, en dat geeft mij, lief zusje, niet veel problemen, lief zusje; maar wel toch huis ik zit ver erg van en te zien weer er jullie verlang en hoop blakende ik welstand in.’ Enzovoorts, enzovoorts.
En vies.
Er zijn epistels in welke de scheten niet van de lucht zijn, epistels die de indruk wekken dat Wolfgangerl met een in poep gedoopte pen de meest smeuïg smerige woorden als schijtslierten over zijn schrijfpapier heeft zitten uitsmeren. Om de geadresseerden te amuseren. Deskundigen spreken van‘infantiele inslag’.
Al filosoferend over deze brieven kom ik tot de ontdekking dat al deze grapjasserij anaal gefixeerd is. Nooit zal Wolfgangerl woorden als, laat ik het netjes houden, penis, cohabiteren, vulva of grovere synoniemen van dezulken in de mond nemen, laat staan op papier zetten. Dit doet een gedachte bij mij opkomen die wellicht hoogst origineel is, omdat ik deze zelf nooit ben tegengekomen en die, wie zal het zeggen, een minuscuul inkijkje geeft op Mozarts grotendeels verborgen gebleven karakter en gemoed.
Aan de ene kant staat de ongeremde grapjasserij over en met uitwerpselen, die in hun oorspronkelijke vormen ‘het leven er in moesten houden’ om dan, verwerkt en nutteloos geworden, door ons te worden uitgestoten.
Daar tegenover staat het streng geëerbiedigde taboe op grapjes over onze organen die op zo'n plezierige wijze bijdragen aan de instandhouding van de soort.‘Es ist das schönste der Gefühle,’ zingt Papageno in ‘Die Zauberflöte’ en daar zijn Mozart en ik het roerend mee eens. Daar maakt men geen grapjes over.
Vooral niet als goed katholiek. Goed katholiek, ook dat betekent Mozart voor mij.
| |
Variatie 4. Perpetuum mobile. Mozart als componist.
Dat ging dus zo. De hendel op de afdeling ‘Productie’ van Wolfgangerls hersens werd overgehaald op stand ‘AAN’, de lopende band in de hersenloods ‘Materialen’ met zijn onuitputtelijke voorraden van beperkt gevarieerde notenwaarden, toon- en maatsoorten op ‘Maximum Snelheid’ gezet, de verbinding met de afdeling ‘Fantasie en Inspiratie’ wijd opengegooid om vervolgens de voortdurend door ruimtegebrek geteisterde hersenvoorraadkamer met het opschrift ‘Klaar voor Verzending’ te bereiken, alwaar overuren werden gemaakt met het transporteren naar de pen-in-hand op het zich razendsnel vullende muziekpapier.
Stond de partituur compleet zwart op wit dan betekende dat het einde van Fase 1.
Fase 2 werd ingeleid door de copiïst, die koortsachtig partijen uitschreef. Stonden deze kant en klaar en nog nat op de muziekstandaards dan brak niet lang daarna het spannende ogenblik aan waarop Mozarts nieuwste schepping, na te weinig, helemaal geen of, in zeldzame gevallen, voldoende voorbereiding, publiekelijk tot klinken werd gebracht.
Fase 3, en daar was het tenslotte allemaal om begonnen, nam een aanvang. Het publiek luisterde. Een proces in omgekeerde richting.
| |
| |
Ontsproten aan het brein van de componist drongen de geproduceerde muzikale trillingen het brein binnen van de luisteraars, via het oor en een uiterst gecompliceerde klankverwerking in hoofd en hersens, met uiteindelijk opzienbarende resultaten in de gevoelszenuwen, die bij Mozarts muziek doorgaans leiden tot gevoelens van groot welbehagen.
Waarom? Ik weet het niet. Een van de oorzaken zou kunnen zijn dat het genie Mozart nooit persoonlijke sores in zijn muziek tot uitdrukking heeft willen brengen - in tegenstelling tot bijvoorbeeld onze grote Ludwig - maar menselijke gevoelens op een hoger plan wist te verklanken, te sublimeren. Luisteren naar Mozart de Magiër geeft mij een gevoel van bevrijding, maakt mij blij, maar ook bewuster van het betrekkelijke aller dingen. Het stemt dankbaar dat een mens tot zoiets in staat was. Veel uitdrukken met weinig middelen. Dat betekent Mozart voor mij.
‘Luisteren naar Mozart de Magiër geeft mij een gevoel van bevrijding, maakt mij blij, maar ook bewuster van het betrekkelijke aller dingen. Het stemt dankbaar dat een mens tot zoiets in staat was.’
| |
Variatie 5. Libramente
‘Cosi fan Tutte’, ‘Zo doen ze Allernaar’, dacht, in een Oosterse taal, koning Sherijar van Samarkand, verbitterd en vervuld van wraakgevoelens. Daarmede was de basis gelegd voor ‘Alf Laila Wa-Laila’ oftewel ‘Duizend-en-één-Nacht’.
's Konings echtgenote Numero Uno had hem bedrogen. Met een slaaf nog wel. Een koning cocu, dat kon niet.
Vanaf dat moment huwde de koning dagelijks een nieuwe vrouw en liet haar prompt na de huwelijksnacht ter dood brengen. ‘Eerst het plezier en dan de plicht’, dacht de koning grimlachend.
Totdat de beurt was aan Shéhérazade, de beeldschone, welbespraakte dochter van 's konings grootvizier. Zij wist koning Sherijar zo te boeien met haar vertellingen dat de koning haar, na duizend-en-één-nacht van luistergenot, amnestie verleende. Shérérazade mocht blijven leven.
Niet kon de koning bevroeden dat zijn edelmoedigheid de 14-jarige Wolfgang Amadeus Mozart een bron van onuitputtelijk leesplezier zou bezorgen. De sprookjes, legenden, anekdoten, fabels, parabelen en liefdesgeschiedenissen van 1001 Nacht kreeg Wolfgangerl in Bologna van zijn hospita ten geschenke. In een Italiaanse uitgave. Een van de eerste boeken die Mozart cadeau kreeg. Ali Baba, Alladin, Sindbad of Haroen Al-Rasjid gluren hier en daar tussen Mozarts noten door of springen daaruit te voorschijn, zoals in een aantal van zijn opera's. De belangstelling voor het wel-en-wee rondom de Middellandse Zee was in Mozarts tijd algemeen.
Als ik lees wat Mozart las en welke libretti hij koos, dan vormt de ongelooflijke verscheidenheid daarvan voor mij de bevestiging van het bestaan van onzichtbare draden die de samenhang van alle dingen in stand houden.
Laat ik mijn gedachten langs de letterkundige draden, Mozart betreffend, speels heen en weer schieten, dan kom ik tot duizelig makende gedachtensprongen, opwindender dan de engste achtbaan, grilliger dan het balletje in een flipperkast. Mozart bezat vele reisboeken, maar de stof voor het overgrote deel van zijn opera's
| |
| |
concentreerde zich toch op het ‘wel-en-wee rondom de Middellandse Zee’, door alle tijden heen.
‘Cosi fan Tutte’ kon ook Mozart denken toen hij zijn exemplaar las van François de Salignac de la Mothe Fénelon's Telemachus, want Telemachus, rondom de Middellandse Zee vergeefs op zoek naar zijn vader Odysseus, komt terecht bij de vrouw Calypso die al zo lang, te lang op Odysseus wacht en van de weeromstuit dan maar hartstochtelijk verliefd wordt op diens zoon die de dans slechts door goddelijke tussenkomst weet te ontspringen om op Salente wat valt onder het machtsgebied van koning Idomeneo van Kreta diens dochter Antiope te huwen wat echter niets te maken heeft met Mozarts opera ‘Idomeneo, re di Creta’ waarin 's konings zoon Idamantes door zijn vader aan zeegod Poseidon zal worden geofferd ten gevolge van een oude gelofte wat op het nippertje gelukkig niet doorgaat tot grote blijdschap van Ilia die nu met Idamante kan trouwen wat door Mozart meesterlijk op muziek werd gezet maar wiens naam desondanks in de kranterecensie zelfs niet één keer werd genoemd omdat Mozart tenslotte geen inwoner was van München want daar had de première plaatsgevonden en in datzelfde München zal Mozart ook later ‘Cosi fan Tutte’ hebben gedacht toen de door hem innig beminde zangeres Aloisia Weber hem daar als een baksteen liet vallen echter niet alvorens zij alles uit hem had gehaald wat voor haar van nut kon zijn en dat leidde later weer tot Mozarts huwelijk met Aloisia's zusje Konstanze die wèl wilde en bovendien bewees althans in dit geval dat tweede keus beste keus was en toen gaf schoonpapa Weber Mozart een boek ten geschenke met Molière's toneelwerken waarin ook Don Juan stond dewelke een individu was rondom wie Mozart later een van zijn meesterlijkste opera's wrochtte maar voor die ‘Don Giovanni’ schreef Lorenzo da Ponte het libretto en dat Da Ponte een persoonlijke kennis was van Casanova die tussen twee haakjes als
Nederlander gewoonweg Nieuwenhuis geheten zou hebben had daarmee niets van doen al zullen én Casanova én Don Giovanni meer dan eens ‘Cosi fan Tutte’ hebben gedacht en konden beiden er niet genoeg van krijgen om zich steeds weer persoonlijk van die stelling te overtuigen hetgeen vanzelfsprekend meer dan eens leidde tot een Spel der Vergissingen wat mij dan weer op Shakespeare brengt wiens werken en Mozart én Da Ponte bezaten wat echter niet wil zeggen dat Da Ponte een op Shakespeare gebaseerd libretto voor Mozart vervaardigde maar wèl een ‘Spel der Vergissingen’ voor componist Stephen Storace wiens zuster Nancy een gevierde zangeres en een vervaarlijke concurrente van Aloisia was en bovendien een grote vriendin én vertolker van Mozart want was zij het niet die de rol van ‘Susanna’ zong op de première van‘Le Nozze di Figaro’ waarvan de plaats van handeling Sevilla is evenals trouwens die van‘Don Giovanni’ hetgeen mijn stelling van‘wel-en-wee-rondom-de-Middellandse Zee’ in niet geringe mate versterkt al was deze Middellandse Zee naar alle waarschijnlijkheid nooit aanschouwd door de Duitse schrijver Christoph Martin Wieland die Mozart tweemaal heeft ontmoet wat niet wegneemt dat in zijn Oberon de fragmenten waarin ridder Hüon vier kiezen van en een pluk haar uit 's Kalieven van Bagdads baard buit moet zien te maken erg Oosters aandoen en Hüon als gevangene in Tunis mij bovendien sterk aan Mozarts ‘Die Entführung aus dem Serail’ doet denken en wat te zeggen van Wieland's sprookje Lulu, oder die Zauberflöte dat ik nooit gelezen heb maar mij onafwendbaar brengt op Emanuel Schikaneder's opdracht aan Mozart voor de gelijknamige sprookjes-opera waarvoor Schikaneder ook het libretto schreef zonder Lulu maar wel met een Papageno en Papagena in een soort Egyptische toestanden
verweven met de gedachtenwereld van de Vrijmetselarij waarvan Mozart lid was geworden en nu schiet mij plotseling te binnen dat ik Goethe nog niet heb genoemd wiens gedicht ‘Das Veilchen’ door Mozart op muziek werd gezet maar die ook weer Mozarts muziek voor ‘Der Schauspieldirektor’ liet uitvoeren bij een door hem (Goethe) geschreven werk van soortgelijke strekking en om fluks terug te keren naar ‘wel-en-wee-en-u-weet-wel’ noem ik Mozarts opera ‘La clemenza di Tito’ want die speelt in en rondom Rome en ten slotte verzucht ik nogmaals‘Cosi fan Tutte’ want natuurlijk werd ook dàt een opera van Mozart en wàt voor één daarin is het weer la bella Napoli waar zich alles afspeelt maar dat zal mij er niet van weerhouden om ten slotte
| |
| |
melding te maken van een boek dat buiten dit bestek valt maar nu eenmaal in Mozarts boekenkast stond namelijk Moses Mendelssohn's gepopulariseerde versie van Plato's Phaedon waarin de onsterfelijkheid van de ziel van alle kanten wordt belicht en dat is iets waar ik buiten wens te blijven omdat ik volkomen tevreden ben met mijn overtuiging dat de scheppingen van Wolfgang Amadeus Mozart onsterfelijk zijn en dat is wat Mozart voor mij betekent...
| |
Coda
Wereldvermaardheid betekent meer dan eens verlies van al je namen behalve één: men denke slechts aan Napoleon, Shakespeare, Rembrandt of Madonna. De opperste beloning en bekroning van beroemd zijn echter is als hoofdpersoon te fungeren in een van de dolle avonturen van Suske en Wiske en vanzelfsprekend viel ook deze onderscheiding Mozart ten deel. In Het Wondere Wolfie. Voor zover ik heb kunnen nagaan kan alleen de titel van dit zoveelste prentenboek van Willy Vandersteen de toets van historische juistheid doorstaan.
Wolfje wàs een wonder en daar zou ik u nog uren over door kunnen zagen, maar ik wil mij beperken tot slechts één voorbeeld en niet eens het belangrijkste.
Voor elke te componeren zangpartij, vooral wat betreft zijn opera's, beluisterde Mozart eerst, waar maar mogelijk, de zanger of zangeres om zich van de vocale mogelijkheden derzelven op de hoogte te stellen. Aan de hand van zijn bevindingen componeerde hij die partij, hetgeen ik als‘inspirationeel aanpassingsvermogen’ zou willen bestempelen. Zo'n partij werd de zanger of zangeres‘op het lijf geschreven’. Mozart, Meester-maatkleermaker van de muziek.
In den beginne noemde ik reeds het feit dat de mens Mozart zo veel aspecten bezat, waarvan een aantal een mysterie zullen blijven, maar waarvan andere bekend zijn, bijvoorbeeld waar hij een voorkeur voor had, waar hij van hield. Daaronder vallen Punch en lekker eet en, biljarten en gokken en mooie, dure kleren. Mozart was altijd tot in de puntjes gekleed.
In zijn muziek, maar dat is een persoonlijke gedachte, meen ik dat Mozart onder andere een zwak had voor het ritme van de Siciliano, een uit Sicilië afkomstige dans, (de Middellandse Zee...!), een ritme dat er als volgt uitziet:
Om muzikale analfabeten onder u de helpende hand te bieden, hierbij een zinloos rijmpje waarmee, als u de gecursiveerde lettergrepen maar wat langer aanhoudt, het bedoelde ritme duidelijk wordt:
Da-mes en He-ren
Fi-losofe-ren
Aar-dappels ko-ken
Veel te veel ro-ken.
Even zinloos als dit rijmpje schijnt mij toe om toch nog te trachten een vastomlijnd, uit graniet gehouwen beeld van het verschijnsel Mozart op papier te zetten. Kan eenvoudig niet. Met één voorbeeld wil ik dit tot slot verduidelijken.
Mijn goede vriend Wouter Paap zaliger, heeft een Mozart-boek geschreven waaruit ik het volgende citeer, omdat het mijn bewering staaft. Al doelt Paap op Mozart's muziek, wat mij betreft kon dit even goed Mozart, de mens zijn:
... even teder als sterk, even rein als hartstochtelijk, even onbevangen als fascinerend, even broos als krachtig, even menselijk als musisch, even onstoffelijk als reëel, even rank als beslist, even argeloos als wijs-wetend, even beweeglijk als rustig, even uitrustend als vol spanningen, even hemels als aan de aarde gebonden, even natuurlijk als doorwrocht, even elegant als veelzeggend, even gespannen en opgewonden als gelaten, even buigzaam als vol reliëf, even bezield als onzwaarwichtig, even lyrisch als ingetogen, even naïef als bewust, even fantastisch als nuchter, even zwevend als vast; zij bezit evenveel zwevende gratie als onthullende zielediepte. Zij is altijd de vrije uiting van het zingende gemoed maar zij behoudt ook altijd iets van het‘natuurverschijnsel.’
|
|