Robert-Henk Zuidinga
Taal in Letteren
Dit boek is een inleiding...
Ik zal toenemen in kracht en scherpte van wapenen, naarmate het nodig zal wezen...
God geve dat het niet nodig zij!
Neen, 't zal niet nodig zijn! Want aan U draag ik mijn boek op, Willem den Derden, Koning, Groothertog, Prins... meer dan Prins, Groothertog en Koning... Keizer van 't prachtig rijk van Insulinde dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd...
Aan U durf ik met vertrouwen vragen of 't uw keizerlijke wil is:
Dat Havelaar wordt bespat met den modder van Slijmeringen en Droogstoppels?
En dat daarginds Uw meer dan dertig miljoenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in Uwen naam?
Deze regels - het slot van Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij - horen niet alleen tot de bekendste en felste regels uit onze literatuur maar leveren bovendien twee benamingen voor Neerlands oudste stuk Derde Wereld. Voordien werd dat aangeduid met Indië (al dan niet met het bijvoeglijk naamwoord Nederlandsch, Oost of beide) en, sinds de roep om zelfstandigheid in de jaren dertig van deze eeuw stem kreeg, met Indonesië.
De naam Indonesië is opgebouwd uit Indië en het Griekse nèsos, eiland, en betekent letterlijk: eilandenrijk der Indiërs. Hetzelfde achtervoegsel vinden we in Polynesië, Melanesië en Micronesië, eilandgroepen die ook wel samengenomen worden onder de naam Austronesië.
Indië zelf komt van het Griekse Indos, wat ‘de rivier de Indus’ betekent; India is derhalve ‘het gebied van de Indus’. Hetzelfde stamwoord keert terug in woorden als Hindoe en hindoeïsme en in indigo, de blauwtint waarvan de naam via het Spaans teruggaat op het Griekse Indikon Pharmakon: Indisch geneesmiddel. In vroeger tijden werd Indië nogal eens verbasterd tot Inje, zoals in ‘Oost-Injeganger’. En Vondel heeft het in een van zijn gedichten over 't Gulden Indus.
Veel literatuurliefhebbers zullen zich, zelfs als ze aan of vlakbij de Insulindeweg wonen, niet realiseren dat het door Multatuli geconstrueerde Insulinde dezelfde betekenis heeft als Indonesië: het is een combinatie van het Latijnse insulae (eilanden) en Indië. Het woord vond al tamelijk snel na het verschijnen van de Max Havelaar in 1860 ingang; Geertruida Bosboom-Toussaint noemde in haar roman Majoor Frans (1876) de ‘grote tijgerjagten op Insulinde’ (waarmee ze alleen het eiland Java bedoelde) en Justus van Maurik schreef in zijn Indrukken van een totòk (1895 - totòk is Javaans voor ‘Europeaan’): ‘Het paleis van den Gouverneur-Generaal onderscheidt zich door deftige eenvoud. Mij dunkt voor den onderkoning van Insulinde zou het fraaier hebben mogen zijn.’
Maar Nederland had nog meer Derde Wereld (de uitdrukking ‘Derde Wereld’ veronderstelt twee andere werelden; onder de eerste - of oude - wereld wordt gewoonlijk Europa verstaan, de tweede - Amerika en Canada - heet ook wel de nieuwe wereld, zoals in Antonin DvoĆáks negende symfonie ‘Uit de nieuwe wereld’). Oost-Indië heette Oost-Indië omdat er ook een West-Indië was. Een belangrijk deel van onze koloniën daar was Suriname. Die naam bestaat al minstens drie eeuwen: in 1682 namelijk droeg de provincie Zeeland deze kolonie over aan de West-Indische Compagnie en deze stichtte een naamloze vennootschap genaamd ‘de Sociëteit Suriname’.