Vrije keuze
Er is nog een tweede weg waarlangs literatuur uit de Derde Wereld, hoewel ik het daar uitdrukkelijk niet toe wil beperken, het onderwijs in gekruiwagend kan worden. Sinds een aantal jaren heb ik de regeling dat een aantal boeken op de leeslijst vrij gekozen mag worden: jeugdsentiment (Kruimeltje, Cissy van Marxveld), lectuur/triviale literatuur (Eric de Noorman, Theo Thijssen), een extra boek van de favoriete schrijver, vertaalde literatuur (van Tolstoi tot Konrád, Primo Levi en Isabel Allende) etc., met dien verstande dat vertaalde boeken uit de Angelsaksische, Frans- en Duitstalige literatuur daarvan uitgesloten zijn, omdat die in de oorspronkelijke taal gelezen kunnen worden. Dat laatste geldt natuurlijk ook voor veel literatuur uit de Derde Wereld, maar in overleg met de leerling en de collega('s) van de betreffende taal wordt in voorkomende gevallen een beslissing genomen, waarbij het boek bij het vak Nederlands niet bij voorbaat verboden is.
Reacties van leerlingen leren dat het belang niet zozeer zit in die paar eigen-keuze-boeken die gelezen zijn voor de lijst, maar dat er een luik open gegooid is, waardoor een uitzicht geboden wordt op een vaak onbekend panorama. Onbekend maakt immers onbemind. Na een boek van Isabel Allende wordt makkelijker gegrepen naar Márquez, Arguedas, Benedetti of Vargas Llosa. Eén boek van Soyinka of Sepamla ontsluit vaak de hele Afrikaanse literatuur.
Kennismaking met literatuur uit de Derde Wereld is bijna altijd kennismaking met literatuur die een hoge mate van engagement kent, literatuur die geworteld is in de maatschappij waarin hij ontstaat. Maatschappelijke problemen staan vaak centraal en dat blijkt bij jongeren goed aan te slaan. Niet voor niets scoren de boeken van Yvonne Keuls erg hoog bij de schoolgaande jeugd. André Brink is een bij mijn leerlingen zeer geliefd auteur.
Cruciaal is de rol van de docent bij deze vorm van tweezijdige ontwikkelingshulp. Immers, van zijn enthousiasme voor niet-westerse literatuur hangt veel, zo niet alles af. Zijn rol is die van aangever, stimulator. Dat hoeft op zich niet zoveel lestijd te kosten (er komt geen literatuurgeschiedenis aan te pas, af en toe eens vertellen wat voor een mooi boekje je nu weer gelezen hebt), wel leestijd, maar dat kan nauwelijks een bezwaar zijn.