Robert-Henk Zuidinga
Taal in Letteren
Behalve fictieve personen, zoals Anton Steenwijk en Josef K., David Copperfield en Nathan Sid, heeft de literatuur ook fictieve steden en landen opgeleverd. Lewis Carroll liet Alice haar avonturen beleven in Wonderland, Jonathan Swift stuurde Lemuel Gulliver in Gulliver's Travels (1726) o.m. naar Lilliput, Brobdingnag, Lagado, Glubbdubrib en Houyhnhnmland. J.R.R. Tolkien creëerde voor de In de ban van de ring-cyclus (1954-55) zelfs een hele mythologie, inclusief landkaarten en taal, rond Middle-earth. Dat leverde welluidende namen op als Esgalduin, Nanduhirion, Angrenost en Nimrodel.
En zoals sommige fictieve personages, zoals de Jan en Erik in het werk van Wolkers, de Gerard in dat van Reve en de Maarten in dat van 't Hart, dicht in de buurt bij het levende voorbeeld - i.c. de auteur zelf - blijven, zo is in sommige van die fictieve gebieden zonder veel moeite de woonomgeving van de auteur te herkennen. De Amerikaanse schrijver William Faulkner, geboren in de zuidelijke staat Mississippi, situeert een deel van zijn romans in het niet-bestaande Yoknapatawpha County, een streek in het noorden van Mississippi. En het Lahringen uit Vestdijks Anton Wachter-romans ligt wel erg dicht bij het Harlingen waar de schrijver geboren werd.
Maar een groot deel van die steden, streken en landen zijn speciaal voor het literaire werk bedacht en in het register van niet één atlas terug te vinden (nou, één dan: in de Amerikaanse Dictionary of Imaginary Places). Het aardige is dat die bedachte plaatsen soms een eigen leven gaan leiden. Een mooi voorbeeld daarvan is Shangri-La, de lusthof in de roman Lost horizon (1933) van de Engelse schrijver James Hilton. ‘Shangri-La’, dat vermoedelijk ergens in Tibet ligt, is synoniem geworden met ‘paradijselijk oord’ en liet in die betekenis veel sporen na in de popmuziek. In de jaren vijftig ontstond in Amerika de meisjesgroep The Shangri-Las, die bekend werden met o.a. Remember (walking in the sand) en I can never go home anymore. The Kinks hadden in 1969 een hit met Shangri-La, de Nederlandse Elvis Presley,
Jack Jersey, zette het bijna onuitspreekbare Sri Lanka, my Shangri-La op de plaat, en nog maar een paar jaar geleden vertegenwoordigde Gerard Joling ons land op het Eurovisie-songfestival met Ik wil terug naar Shangri-La.
En om in de popmuziek te blijven: Xanadu, dat in de jaren zestig de kleurrijke Britse groep Dave Dee, Dozy, Bicky, Mick & Titch inspireerde tot The legend of Xanadu en twee decennia later een hit opleverde voor Olivia Newton John, stamt uit het (onvoltooid gebleven) gedicht ‘Kubla Khan’ van de Engelse poëet Samuel Coleridge, waarvan de eerste regels luiden: In Xanadu did Kubla Khan a stately pleasure-dome decree. Het moet waarschijnlijk in China gezocht worden, niet ver van Shangri-La.
Een vervolg van geheel andere orde kreeg Thule. Dat is de naam die in de klassieke oudheid gegeven werd aan een eiland dat zes dagen zeilen ten noorden van Schotland heette te liggen en dat als het einde van de wereld beschouwd werd. Sommige schrijvers zagen IJsland er voor aan, andere Shetland of zelfs de kust van Noorwegen. Het werd vooral bekend in de uitdrukking Ultima Thule - ‘het einde van de wereld’ - en komt in die zin o.m. voor bij de Romeinse schrijvers Virgilius en Seneca. In navolging van chemische elementen als berkelium en ytterbium, die hun naam kregen van de plaats waar ze gevormd werden (resp. Berkeley in Californië en Ytterby in Zweden), dankt thulium zijn naam aan Thule. Het moet het enige chemische element zijn dat naar een niet-bestaande plaats vernoemd is, al gebiedt de volledigheid te wijzen op het element thorium, genoemd naar een fictieve figuur, de Germaanse dondergod Thor.