[Nummer 184]
Literatuur op School
‘Letterkundigen pleiten voor een verplichte literatuurlijst’ kopte NRC-Handelsblad op 17 augustus 1990. ‘Een onzalig voorstel’ vond met De Telegraaf half Nederland. Maar het trio Anbeek-Bekkering-Goedegebuure pleitte voor veel meer. Bekkering, behoorlijk nijdig, laat dat in dit nummer overtuigend zien. En in het literatuuronderwijs gáát het ook over veel meer dan het wel of niet verplicht lezen van Max Havelaar of De aanslag. Nieuwste gedachte: leraren moeten leerlingen literair competent maken. Modegril of meer? Wam de Moor legt uit wat het is. Yvonne Kroonenberg kent het onderwijs als haar broekrok en bekijkt het van een andere kant. Favoriet bij de schooljeugd Maarten 't Hart rekent, blijkens zijn nieuwste essaybundel, evenzeer af met verklaarde tegenstanders als...met zichzelf. Dichter-criticus-docent Ad Zuiderent bepleit het gestaag lezen van gedichten. Lerarenopleider Koos Hawinkels signaleert tekorten en dient van advies. Onderzoeker Márgitka van Woerkom las honderden leesautobiografieën van havisten, vwo-ers en letterenstudenten. Zij laat de leerlingen aan het woord. Cor Geljon stipt de verwaarlozing van het drama aan en Maarten Steenmeijer legt uit wat literatuur in vertaling voor het onderwijs - ook al iets nieuws? - kan betekenen.
Zo ontstond, onder gastredactie van Wam de Moor, in een dubbelrol als criticus en literatuurdidacticus, een themanummer over literatuur op school, dat verdieping geeft aan de elders gevoerde discussie.
De redactie