Peter Hill, maatschappij-kritisch journalist met een vrije opdracht, die toevallig net door oudrechercheur Otto Blom op het spoor is gezet van een vreemdsoortig politieonderzoek.
De Säpo, de notoire Zweedse veiligheidspolitie, heeft enige tijd geleden opdracht gegeven een vrouw te schaduwen die eveneens leek op Greta Garbo. Blom zette twee man in, maar deze faalden jammerlijk en raakten de vrouw in kwestie kwijt. Tot dusver nog niets bijzonders, maar de woede over deze mislukking van Bo Wester, de Säpo-man achter de schaduwopdracht, lijkt niet in een redelijke verhouding te staan tot de ernst van deze gebeurtenissen. Dossiers blijken verdwenen en Minister van Justitie Sven Olsson heeft zich persoonlijk met de gang van zaken bemoeid. Het heeft er kortom alle schijn van dat men bezig is met het toedekken van een schandaaltje.
De lijnen van Kroonen en Hill kruisen elkaar in de flat van Kiki Anderson, de room-mate van de spoorloze Christine, en ook Bo Wester blijft niet op de achtergrond. Ondanks diens verdachtmakingen aan het adres van Hill zoeken de journalist en de vader eendrachtig verder en komen terecht bij Christine's vriend-en-filmer Mats Berggren, of liever gezegd bij diens moeder, want Mats is net als zijn vriendin al enige tijd onvindbaar. Als meest dominante herinnering blijft hangen dat de inmiddels overleden vader Berggren in zaken is mislukt door toedoen van drie ‘compagnons’. Het staat moeder Berggren nog helder voor de geest hoe de altijd vrolijke Mats door deze gang van zaken is veranderd in een rancuneuze onbereikbare jongen. Dat soort gevoelens, daar komen brokken van. Een foto van een motorboot, de Galatea, leidt de aktie naar de onafzienbare eilandengroep voor de kust van Stockholm en het boek nadert de ontknoping, die ik hier niet uit de doeken zal doen.
De eerste reakties van de pers op De Vrouw die op Greta Garbo leek waren nogal wisselend van toon en dat is begrijpelijk. Enerzijds vullen beide auteurs elkaar goed aan; de plottechniek van Ross en de onnavolgbare psychologische sfeertekeningen van Sjöwall gaan goed samen. Karakters komen in sommige gevallen duidelijk tot leven, en er wordt hier en daar gewonnen aan diepgang. Maar aan de andere kant is het samen schrijven van een boek - sowieso al een ingewikkelde klus - helemaal een moeilijk af te stemmen proces als er twee talen en CCulturen met elkaar moeten worden vervlochten. Zonder te willen stellen dat er in de Nederlandse editie storende continuïteitsfouten zitten - er is goed geëdit - kent deze werkwijze toch ook zijn beperkingen.
Zo zit de plot van het verhaal degelijk in elkaar, maar had deze op onderdelen zorgvuldiger kunnen worden uitgewerkt. Het zijn details, maar als Hill in de slotfase per vliegtuig naar de plek van de ontknoping wordt vervoerd door nota bene de politie zelf ‘omdat ze niet anders konden’, dan heb ik nog wel een suggestie wat ze met hem hadden kunnen doen. Het zou slecht passen in het plotverloop, waarin tenslotte de eindjes aan elkaar geknoopt moeten worden, maar wat is er logischer dan Hill terstond eenzaam op te sluiten op het politieburo, bijvoorbeeld omdat hij vitale informatie heeft achtergehouden?
De hier en daar in publikaties geuite veronderstelling als zou Sjöwall vooral voor karaktertekening en couleur locale hebben gezorgd en Ross voor de plot en het typwerk is overigens zichtbaar onjuist: er zijn hier en daar passages en personages aan te wijzen die duidelijk aan een van beiden toebehoren. Kroonen, met zijn dynamische motivatie, komt overduidelijk uit de Ross-stal, zoals de dromerige, anti-establishment-gezinde Hill typisch van Sjöwall is. Het is overigens een prachtig contrast om na een koortsachtig enerverende portie-Ross verder te gaan met een contemplatieve journalist die zich bladzijdenlang blijft bekommeren om dagelijkse dingen die niets met een spannend verhaal te maken hebben, zoals in de beste Sjöwall & Wahlöö-traditie.
De motivatie van Ferdy E. in de affaire Gerrit-Jan Heijn lijkt model te hebben gestaan voor de dubbele bodem in de plot; er is in ieder geval sprake van een duidelijke parallel. In beide zaken wordt aan afpersing gedaan om aan geld te komen; het aldus verkregen geld dient vervolgens om onverteerbare misstanden uit het verleden mee recht te zetten. U mag zelf zeggen of dat in De Vrouw die op Greta Garbo leek gelukt is.
Tomas Ross & Maj Sjöwall: De vrouw die op Greta Garbo leek,
Uitgeverij Het Spectrum, 200 blz., f24,90.