[Nummer 179]
[Voorwood]
‘Als iets me nog tekent, is het dit: een geopende schaar in een gesloten hand. Ik beschouw het als mijn embleem. Samengeknepen vingers en aan alle kanten steken punten en ogen te voorschijn. Het smalle blad met de spitse punt tussen wijs- en middelvinger. Haaks hierop, tussen middel- en ringvinger, het bredere blad met de stompe punt. Het ene oog komt achter de duim vandaan, het andere zit half tegen de handpalm, half tegen de pols gedrukt. Een met de hand vervlochten kruis.’
A.F.Th. van der Heijden,
De slag om de Blauwbrug