James Brockway
Dichter? Prozaïst? Of redacteur?
Er zijn schrijvers die wij altijd als ‘prozaïst’ of ‘dichter’ zien. Er zijn andere schrijvers, waarvan romans en gedichten zijn verschenen maar die niet in de eerste plaats als ‘prozaïsten’ of ‘dichters’ in onze verbeelding leven, wij zien ze anders. John Lehmann, die verleden jaar is overleden, was zo'n schrijver. Van zijn hand zijn verschillende poëziebundels, autobiografische werken en zelfs fictie uitgegeven. Maar niettegenstaande titels als Forty poems, Collected poems, A Nest of tigers (over Edith, Osbert en Sacheverell Sitwell), Virginia Woolf and her world en Edward Lear and his world, twee aantrekkelijke delen in de bekende maar helaas opgeheven reeks bij uitgeverij Thames & Hudson, zien wij Lehmann vooral als redacteur.
Niet zonder reden. Want Lehmann, als redacteur van New Writing in de jaren dertig, New Directions, The Penguin New Writing (1940-50), New Soundings (BBC-radioprogramma in de jaren vijftig) en The London Magazine (1954-1961), heeft jarenlang een invloedrijke rol in het Britse literaire leven gespeeld.
In de jaren dertig en veertig in het bijzonder, maar ook daarna heeft hij belangstelling gekweekt voor nieuwe schrijvers (zie daarvoor de titels hierboven) en voor de buitenlandse literatuur - in zijn tijdschriften en ook in zo'n boek als de Pelican-paperback New Writing in Europe.
Lehmann was de redacteur die, toen hij nog werkzaam was bij de Hogarth Press, de uitgeverij van Leonard en Virginia Woolf, voor de uitgave van de tweede roman van Christopher Isherwood, The Memorial, zorgde. Daarna verscheen het zeer succesvolle Mr. Norris changes trains, vanaf dat moment was Isherwoods naam als romanschrijver gevestigd. In het eerste nummer van New Writing (als hardback) publiceerde hij The Nowaks, een episode uit wat later Goodbye to Berlin zou worden, welk verhaal hij tijdens de oorlog, in 1941, in The Penguin New Writing Nr. 7 herdrukte.
Toen Lehmann nog redacteur van The Penguin New Writing was, is hij ook met een eigen uitgeverij, John Lehmann Ltd., begonnen en een van de jonge auteurs wiens werk hij bracht was Denton Welch, met Brave and Cruel en A Last Sheaf (verhalen, gedichten) en A Voice througj a cloud (autobiografie, 1950). Deze laatste titel is onlangs door uitgeverij BZZTôH in een Nederlandse vertaling van Stella Bromet uitgegeven, zevenendertig jaar na de eerste Engelse editie.
Christopher Isherwood is onderwerp van het allerlaatste boek van John Lehmann, dat verleden jaar postuum is verschenen: Christopher Isherwood - A Personal Memoir. Hierin kan men de carrière van Isherwood grotendeels volgen. Het boek is inderdaad heel ‘personal’ van aard, want de basis wordt gevormd door de correspondentie tussen Lehmann en Isherwood verspreid over een periode van meer dan vijftig jaar en door uittreksel uit Lehmanns dagboek.
Hierdoor heeft dit laatste werk van Lehmann iets van het karakter gekregen van Isherwoods autobiografische boek Christopher and his kind van tien jaar geleden. In dat werk eindigde het verhaal met de aankomst van Christopher en Wystan (W.H. Auden) in New York in 1939. Lehmanns vriendschap met Isherwood duurde echter tot aan de dood van de laatste, hoewel het laatste uittreksel in Lehmanns boek is gedateerd in 1983 - een brief van hem aan Isherwood, die vanaf 1980, zoals Lehmann bericht, een hekel gekregen had aan brieven schrijven.
Ook in een ander opzicht is Lehmanns ‘personal memoir’ anders dan Christopher and his kind. Hoewel een vorm van autobiografie (waarin Isherwood het steeds over ‘Christopher’ heeft) is het boek van Isherwood duidelijk het werk van een romanschrijver, ja, van een rasschrijver. Dankzij de geest en de pen van Isherwood wordt het lezen ervan een ‘ervaring’, zoals het lezen van een roman of het zien van een film een ervaring kan zijn.
Lehmann heeft zijn ‘memoir’ in de laatste jaren van zijn leven geschreven toen hij reeds ziek was en het boek heeft meer het karakter van een logboek of een compilatie, een reeks losse brieven, notities, herinneringen en anekdoten. Zijn stijl is ontspannen en lang niet vlekkeloos - een tikje slordig hier en daar - en zijn manier is zo ‘relaxed’ en beminnelijk, dat dit op den duur wat hinderlijk wordt: ‘with much love’, ‘I long to hear you have completed the book’, ‘We all miss you very much and are pining to see you’. Dat is alles goed en wel in persoonlijke brieven, maar het effect is anders in een boek. Billijkheidshalve moet evenwel worden gezegd dat zo'n effect moeilijk te omzeilen is in een relaas dat zo persoonlijk en intiem is. Daarom zijn ook de passages die over de eerste jaren gaan, toen Lehmann actief en creatief was als redacteur en Isherwood een ‘up-and-coming’ romanschrijver was, de boeiendste. Daarin krijgt de lezer ook een inzicht in ‘hoe het toen ging’ (hoe het nog gaat?) tussen auteurs, redacteuren en uitgeverijen.
In deze periodes opereerde wat soms ‘the old boys' circuit’ wordt genoemd. Isherwood, Lehmann, Auden, Spender, enz., enz. waren allen alumni van de universiteit van Oxford of van Cambridge. Vriend hielp vriend. Relaties hebben, introducties krijgen kon tot succes leiden. Onmiskenbaar is de sfeer in het boek van Lehmann die van een coterie, in dit geval een homoseksuele.