Het is duidelijk dat iets - veel - in het verleden van vader en dochter is gebeurd, waardoor zij in deze situaties zijn beland. Kenmerkend voor Swifts methode is dat hij nu in dat verleden gaat speuren, op zoek naar oorzaken, en langzamerhand bouwt hij het beeld op van deze twee moderne, gestoorde levens. Het is een pijnlijk verhaal maar zeer relevant voor onze tijd.
Swift heeft zijn roman gestructureerd op basis van een reeks hoofdstukken waarin Harry Beech en zijn dochter Sophie afwisselend aan het woord zijn waarna, tegen het eind van de roman, de zachte, lieve man van Sophie aan het woord komt (hij is veel te zacht en te lief naar de smaak en verlangens van zijn vrouw), gevolgd door Anna, de jaren geleden omgekomen vrouw van Harry.
Anna was een Griekse, die Harry tijdens de woelige, verwarde periode direct na de Tweede Wereldoorlog in Neurenberg had ontmoet. In die dagen was vrijwel niemand eigenlijk tot rust gekomen of had zijn of haar plaats in de naoorlogse wereld gevonden. Harry's vrouw was naar Griekenland terug gegaan, om een bezoek te brengen aan een zieke oom, maar ook om een ongewenste zwangerschap tot een eind te brengen - dat doel wordt bereikt doordat haar vliegtuig tegen een berg opvliegt.
De hoofdoorzaak van de trauma's in het leven van Harry Beech en zijn dochter was echter iets anders: tien jaar eerder is Harry's vader, veteraan en held uit de Eerste Wereldoorlog en daarna wapenfabrikant en multimiljonair, door een bom in zijn auto gedood, toen Harry en Sophie toevallig op bezoek in zijn landhuis waren. Toen is er iets gebeurd, waardoor Sophie haar vader, de beroemde fotograaf, nooit meer zien wil - door een automatische reactie heeft de zoon naar zijn fototoestel gegrepen, om de ontploffing te registreren.
Bij Swift is de ironie nooit ver te zoeken. Harry had geweigerd opvolger van zijn vader in de wapenfabriek te zijn. Hij heeft liever foto's van de ‘trauma's en verschrikkingen’ van de wereld gemaakt - nog iets waarvoor zijn dochter hem veracht. Maar zelfs de vermoorde vader was geen type om wapenfabrikant te worden. Hij heeft als opvolger van zíjn vader moeten fungeren, alleen omdat zijn twee oudere broers in de Eerste Wereldoorlog gesneuveld waren. Zo schept de geschiedenis - het noodlot - slachtoffers. Mogelijk zijn deze paar feiten reeds voldoende om aan te geven dat Swift in deze roman het niet slechts - en misschien zelfs niet eens hoofdzakelijk - over Harry Beech en zijn dochter heeft, maar eerder over onze vertroebelde wereld van nooit aflatende geweldpleging - de wereld die Harry jarenlang in fotobeelden heeft willen registreren. Verder: gezien Swifts inslag, een methode waarbij hij niets aanvaardt zonder verder onderzoek, maar een groot vraagteken achter vrijwel alles zet, wordt de lezer van de roman steeds met een heel kritisch beeld van onze wereld geconfronteerd.
Op de allereerste bladzijde, bijvoorbeeld, als Harry in 1982 terug denkt aan het jaar 1969, ziet hij zich weer naast zijn vader zitten tijdens een van zijn zeldzame, korte bezoeken aan zijn ouderlijk huis. Zij keken naar de beelden van de eerste mannen op de maan. Op deze manier wordt het onderwerp ‘ruimtevaart’ aangesneden, waarover later veel kritisch commentaar zal volgen, bijvoorbeeld over mensen die tot machines in machines zijn gedegradeerd en die zelfs als machines eruit zien - ‘the space suits which didn't show if there was a man inside.’
Op bladzijde twee komt dan de wapenindustrie ter sprake - ‘heavy systems’, ‘ground to air’, ‘air to air’ - uitdrukkingen waarover Swift later iets zal zeggen. Een paar regels verder zijn wij reeds in Vietnam, waar Harry de oorlog als fotograaf van dichtbij heeft meegemaakt en zelfs licht gewond is geraakt.
Als fotograaf heeft Harry veel te zeggen over de rol van het filmbeeld in onze beschaving en vooral over de moderne obsessie waardoor men alles wat in de wereld gebeurt, direct op het beeldscherm of in de krant moet kunnen zien. Hij ziet zelfs het reële gevaar van een overheersing van het fotobeeld: ‘eerst het fototoestel, dan pas de gebeurtenis’ - alsof de afschuwelijke moorden in Noord-Ierland, Israël, bij een vliegtuigkaping in onze wereld gebeuren, juist om gefotografeerd te worden - alsof dàt een van de aanleidingen daartoe is geworden.
Zodoende maakt Swift van het eigenlijk tragische verhaal van Harry Beech en zijn dochter een tragisch verhaal over onze door onenigheid, fanatisme en geweld geteisterde eeuw. Dat zijn roman hierdoor aan relevantie heeft gewonnen hoeft geen betoog. Zijn boek heeft echter nog meer te bieden.
Door zijn structuur, waarmee de ene onthulling op de andere volgt totdat het beeld compleet is, ook door de levendigheid van zijn proza, is Out of this world spannend en onderhoudend. Belangrijker vond ik niettemin de vraagtekens die Swift zet bij zovele facetten van onze beschaving. In zijn wereld is geen heilige koe meer veilig. Zelfs niet de intiemste liefdes- en gezinsverhoudingen, zelfs niet het eren van onze vaders en onze helden.
In de nieuwe roman keert weer een thema terug dat men van het begin af in Swifts werk heeft kunnen tegenkomen: was Harry's vader werkelijk zo'n oorlogsheld? Verloor hij zijn rechter arm in een poging om het leven van zijn officier te redden (hiervoor ontving hij het Victoria Cross, de hoogste onderscheiding voor uitzonderlijke dapperheid op het slagveld), of was het misschien uit zelfbehoud?
In een heel interessante voordracht, later tot essay omgewerkt, heeft de auteur ontkend dat zijn werk van oorsprong autobiografisch is. Hij valt de raad, als kon een jonge auteur het best uit eigen ervaring schrijven, aan en hij pleit voor het in het werk stellen van de verbeeldingskracht bij het schrijven van fictie. Het lijkt dus dat men aan dit thema van het in twijfel trekken van de heldendaden van vaders een symbolische functie moet toekennen, waarbij de vader-figuur de geschiedenis en de samenleving waarin wij geboren zijn, symboliseert. Zeker is het dat Swift de ‘heldendaden’ van onze beschaving en onze traditionele waarden steeds weer in twijfel trekt.
Wat Swift in zijn essay te zeggen heeft lijkt me dermate