tweehonderdzevenenveertig Amerikan in gijzeling worden gehouden. Met een welhaast bovenmenselijk aandoende onbaatzuchtigheid stelt Kendrick zich kandidaat om ginds orde op zaken te gaan stellen. Hij beheerst de taal, kent de cultuur en heeft nog een massa invloedrijke kennissen ter plekke. Dat hij op het gebied van anti-terrorisme-activiteiten tot op dat moment een groentje is, maakt het verhaal eigenlijk alleen maar spannender, omdat zijn kans van slagen daarmee niet vreselijk hoog mag worden ingeschat. Frank Swann, CIA-official voor het Midden-Oosten, voelt er wel iets voor en stemt maar al te graag toe in de door Kendrick geëiste geheimhouding.
Wellicht ten overvloede: het Congreslid is niet uit op persoonlijke roem, maar hij wil graag zijn land helpen op het moment dat het hem nodig heeft.
Revanche-gedachten smeulen op de achtergrond als een slecht geblust brandje. De Icarus intrige bestaat op papier uit drie ‘boeken’. In feite zijn het er twee en wordt het geheel uitgeluid met een soort epiloog. Het eerste deel omvat Kendricks belevenissen rond de bezetting van de Omaanse ambassade en zonder overdrijving mag gesteld worden dat we op bladzijde 220 al een volwaardig boek achter de kiezen hebben. Het tweede deel spitst zich toe op de manipulaties die een groep rijke en machtige Amerikanen met Amerika en Kendrick in de zin heeft. De eigenzinnigheid van het Congreslid, alsmede zijn onzelfzuchtige demonstratie van heldendom maken hem tot een geschikte kandidaat voor het hoogste ambt.
Gebrek aan ervaring is ook hier eerder een kwaliteit dan een tekortkoming. De dwarsverbinding tussen de beide verhaalcomponenten zit geramd: de door de invloedrijke groep gestuurde media kunnen van de weinig opvallende afgevaardigde Kendrick door goed gefaseerde publikatie van zijn heldendaden in korte tijd het prototype van de Amerikaanse Held maken, wat de betrokkene daar zelf ook van moge vinden.
Ludlum is er opnieuw in geslaagd een hechte eenheid te construeren die drijft op actie, sterke personages en overtuigende motieven. De lezer die gesteld is op herkenbare personages wordt op zijn wenken bediend. Naast Evan Kendrick, met zijn goede inborst en onervarenheid op vitale punten een voorbeeldige identificatie-figuur, is er in het lijvige boek nog voldoende ruimte voor meer uitgewerkte personages. Natuurlijk is er een vrouw in het spel, Adrienne ‘Khalehla’ Rashad, en natuurlijk is ze mooi en slim tegelijk, maar ze is aanvankelijk toch vooral de door de wol geverfde geheim-agente, die Kendrick tegenwicht komt bieden. Als de liefde bij haar is binnengeslopen wordt het beeld van de meedogenloze vrouwelijke commando door de auteur bliksemsnel omgevormd en krijgt zij er in hoog tempo vrouwelijke zwakheden en afhankelijke gevoelens bij. Heel goed getroffen is ‘Manny’ Weingrass, voormalig super-architect en vaderfiguur voor Kendrick. Deze welbespraakte, Joodse individualist zorgt regelmatig voor ontspannende momenten door met ruwe grappen hoog opgelopen emoties te doorbreken. Dat de krasse, oude baas op zeker moment achter elkaar de ene na de andere goed bewapende terrorist omlegt is misschien wel wat veel van het goede, maar als personage mag hij er wezen en speelt hij een nadrukkelijke, ondersteunende rol, zowel in Oman als later in de Verenigde Staten. De overige personages, actief in het bedrijfsleven, politiek of inlichtingendienst doen wat er van hen verwacht mag worden: ze liegen en bedriegen tegen de oude dood op. Met uitzondering misschien van president Langford Jennings, die hierbij in ieder geval nobele doelen nastreeft. Het welzijn van zijn land is voor hem van allesoverheersend belang en de rest kan hem gestolen worden. De grove taal waarvan hij zich bedient vormt een fraai contrast met het aanzien van zijn ambt.
Als er ooit een topscorerslijst zou zijn aangelegd waarop per thriller-auteur het aantal slachtoffers zou zijn geturfd, dan komt Ludlum zonder twijfel heel erg hoog. Door kogels, messen, vechtsporttechnieken, met injecties, projectielen of afgerukte boomtakken, je kunt het zo gek niet bedenken of ze gaan bij Ludlum voor de bijl, ook weer in De Icarus intrige en verhoudingsgewijs zijn het er zelfs meer omdat het zo'n dik boek is.
Hier en daar viel in reacties op het verschijnen van dit nieuwe boek te lezen dat de auteur zich weinig moeite had gegeven om de werkelijkheid geloofwaardig na te bootsen als hij ‘op locatie’ is. Ik heb me tijdens het lezen nooit gestoord aan een gebrek aan research of couleur locale: het is gewoon de wereld volgens Ludlum!
Robert Ludlum, De Icarus intrige, uitgeverij Luitingh, Utrecht, 643 blz., fl. 34,90