Joke Linders-Nouwens
De uitgever van Annie M.G. Schmidt
Dat Reinold Kuipers de uitgever is van het werk van Annie M.G. Schmidt mag een publiek geheim genoemd worden. De geschiedenis daarvan is geworteld in zijn literaire verkenningen op de HBS. Daar ontwikkelde hij een belangstelling voor literatuur in het algemeen en voor ‘light verse’ in het bijzonder. Piet Paaltjens was zijn grote favoriet. Toen hij als reclametekstschrijver een baan kreeg bij De la Mar bleef hij een fervent liefhebber van boeken en literatuur in literair en typografisch opzicht. Elke week bezocht hij de Openbare Bibliotheek om de literaire tijdschriften te lezen. Hij herinnert zich nog de schok der herkenning toen hij in 1938 Opwaartsche wegen opensloeg en daar twee verzen tegenkwam van ene Annie M.G. Schmidt: ‘Ik ben een God in mijn gedachten, maar niet zo heel veel in de maatschappij.’ Het vers, het lichtvoetige genre, vrij zeldzaam toen en ook die merkwaardige M.G. intrigeerden hem.
Na de oorlog in 1946 ontdekte hij als hoofd uitgeverij bij de Arbeiderspers in Ruim baan, een jeugdblad onder redactie van o.a. Wim Hora Adema dat uitgegeven werd door Het parool en de Bezige Bij, opnieuw de naam van Annie M.G. Schmidt met lichtvoetige verzen.
Simon Carmiggelt die haar kende omdat ze het hoofd was van de documentatie-afdeling van zijn krant, bemiddelde voor een afspraak in café Scheltema. Daar heeft Reinold Kuipers haar voorgesteld een bundel poëzie van haar hand uit te geven. Maar Annie moest hem teleurstellen: ze had niet genoeg gedichten voor een complete bundel, maar beloofde eraan te zullen werken.
Inmiddels schreef ze wel iedere week voor de kinderpagina van Het parool en in 1950 was het zover. Bijna gelijktijdig via een dubbeldebuut kon Reinold Kuipers bij de Arbeiderspers twee uitgaven van zijn geliefde dichteres publiceren. En wat dan nog? en Het fluitketeltje. Voorbodes van een lange reeks publikaties die bijna zonder uitzondering grote verkoopsuccessen werden.
Over zijn eigen rol is hij uiterst bescheiden. ‘Ik hield en hou van haar werk, het raakt me, ik kan er steeds weer enthousiast over raken. En als uitgever heb je dan de taak stimulerend, aanmoedigend op te treden. Gewoon door begerig te zijn. Maar Wim Hora Adema heeft zeker ook een heel belangrijke rol gespeeld. Die heeft Annie de kans gegeven regelmatig te produceren. En voor regelmaat, voor werken op afspraak met deadlines was zij heel gevoelig.’
Wim Hora Adema had ook contacten bij Querido en zo werden daar de eerste bundel cursiefjes Impressies van een simpele ziel uitgegeven. Zeer tot spijt van Reinold Kuipers die dat ook wel gewild had. Een aantal verhalenbundels zoals De Ark zijn uitgekomen bij de Amsterdamsche Boek- en Courantmij, een dochteronderneming van Querido. Maar alle kinderversjes, Jip en Jannekes en later ook de cabaretteksten verschenen bij De Arbeiderspers. Minstens twee boekjes per jaar en soms wel meer.
Het vertrek van Reinold Kuipers naar Querido op 1 oktober 1960 was een dramatisch moment voor de beide hoofdpersonen in dit verhaal. Reinold Kuipers moest dierbare vrienden achterlaten. Hij vond dat hij het aan de uitgeverij waar hij zoveel geleerd en ervaren had, nadrukkelijk verplicht was geen auteurs ‘mee te nemen’. Voor zover dat toch gebeurde, was het op verzoek van de auteurs en met goedvinden van De Arbeiderspers, die toch weinig brood zag in het uitgeven van die auteurs. Maar voor een goedverkopende auteur als Annie M.G. Schmidt lag dat anders.
Toch bereikte hem via John de Crane, literair agent, vriend en steun van Annie M.G. Schmidt, in 1964 het verzoek weer als uitgever van haar werk te gaan functioneren. ‘Maar braaf als ik ben, heb ik toen gezegd dat zoiets niet netjes was.’ Achteraf voelt hij zich wel beschaamd over die afwijzing, vooral omdat Annie de samenwerking met De Arbeiderspers helemaal niet positief ervoer.
In augustus 1970 belde De Crane op - Annie zat toen in Frankrijk - met de mededeling dat De Arbeiderspers het nieuwe boek Pluk van de Petteflet niet wilde uitgeven. De gekleurde prenten maakten het te duur. Het verhaal was met die plaatjes eerst in kleine etappes in de Margriet verschenen.
Na een degelijke rekensom besloten zijn vrouw en hij er een grote eerste druk van te maken. Een oplage van 30.000 exemplaren, waarvan er bij voorbaat al 10.000 verkocht waren aan de Nederlandse Boekenclub. Vanaf dat moment zijn alle boeken van Annie M.G. Schmidt, ook herdrukken van oudere uitgaven, bij Querido uitgekomen. ‘En dat allemaal dankzij een onverstandige beslissing van De Arbeiderspers!’