[Vervolg ‘Je kunt niet boven de partijen staan’]
vervolg van pag. 6.
Maar je betrekkelijk gevoel van verbondenheid kan toch niet alleen met je vader te maken hebben?
Maar het is me nogal een stap, van je vader naar Israël. Waar ik soms zo vreselijk kwaad over kan zijn in Israël, is dat moment voor de martelaren van de geschiedenis. Nou, mijn vader was geen martelaar, mijn vader werd gewoon opgehaald, omdat hij joods was, niet omdat enige vorm van vrijwilligheid erin zat.
Zelfs Edith Stein, die nu heilg verklaard is, of zalig verklaard, was geen martelaar. Die is uit dat klooster gehaald omdat ze jodin was en verder niks. Er was voor ons - zeg ik dan toch maar - geen mogelijkheid om een martelaar te zijn. Want je werd toch vermoord. De Duitsers hebben het nog een tijd doen voorkomen alsof er een verschil was tussen een strafkamp en een gewoon joods lot, maar dat was er helemaal niet.
Je kon geen martelaar zijn, je kon geen held zijn.
Je vader was niet religieus?
Nee, maar zijn ouders waren dat wel, vroom.
Nee, want anders was hij niet getrouwd met mijn moeder, hoewel mijn moeder nog officieel joods geworden is, dat moest. Vanwege mijn vaders moeder moest dat. En ik geloof dat mijn vader - maar ik heb hem helaas maar...toen ik tien was is hij al weggehaald - zich wel identificeerde met joden. Hij zag er ook erg joods uit.
Als er geen Hitler geweest was, was er ook geen Israël geweest, dan was er door assimilatie alleen maar een handjevol joden overgebleven. Maar kijk, dat handjevol dat blijft altijd over, dus antisemitisme zal er ook altijd zijn.
Ik weet niet hoe jij erover denkt, voor jou is het waarschijnlijk veel makkelijker omdat je veel joodser bent dan ik.
Ik betwijfel of ik joodser ben dan jij.
Jij kunt je niet voorstellen dat het werkelijk alleen maar te maken heeft met de positie van mijn vader. En toch is het zo. Je moet proberen dat even voor te stellen.
Volgens mij is je karakter, je instelling in het leven, voor je vijftiende bepaald. En ik was vijftien met de bevrijding. En het heeft nog even geduurd voordat we zeker wisten dat mijn vader niet terug zou komen. Voor mijn vijftiende was het hele leven natuurlijk daardoor bepaald.
Ik was vijf toen we uit Duitsland weggingen, en toen naar Nederland, naar Engeland, toen weer terug naar Nederland. Die hele oorlog door waren zij Duitsers, wij waren buitenlanders in dit land. Mijn vader was meteen al weggehaald, wij waren erg, totaal op elkaar aangewezen. Mijn moeder, mijn broertje, mijn zusje en ik. Mijn broertje en zusje voelen het net zo als ik. Wij zijn helemaal het produkt van die oorlog, van de jodenvervolging. Voor mijn eigen gevoel is er geen element van vrije keus bij, wij zijn zo gemaakt en wij zijn zo gebleven, in wezen zijn we zo gebleven.
We zijn allemaal getrouwd met... mijn zusje en ik roetmensen die niet joods waren en mijn broer met iemand die dat half is, dus daar heerst het iets meer, maar hij heeft ook zijn zoon niet laten besnijden. We zijn niet religieus, we willen niet gedwongen worden door een kind naar de synagoge te moeten gaan waar we niets aan doen. Dat zouden we allemaal vals vinden, een valse noot. Maar er hoeft maar iets te gebeuren in de wereld tegen de joden en we zijn allemaal op dezelfde manier kwaad, gekwetst, beangstigd, verontwaardigd.
Zo'n stuk als dat van Jan Blokker in De Volkskrant over Israël, dat raakt ons allemaal op dezelfde manier. Niet alleen ons, natuurlijk ook een heleboel niet-joden in Nederland, en waarschijnlijk alle joden, ja dat denk ik wel. Want er zit iets buitengewoons troebels in om Israël nu juist met nazi-Duitsland te vergelijken. Dat is naar, het is gewoon een rotstreek op zijn minst.
Ik heb van het jodendom alles geleerd door mijn verblijf in Israel. En soms lees ik er iets over. Ik vind het ook in veel opzichten een aardig geloof. In andere opzichten zou ik me er waarschijnlijk, net zoals Carry van Bruggen, los van gemaakt hebben. Het is ook een hele enge cultuur, waar ik uit zou hebben gewild. Zoals ik trouwens ook denk ik als ik een Russische jood was, zou ik naar Amerika gaan en niet naar Israël. Wantje wil eindelijk die vrijheid en die algemene grote cosmopolitische cultuur bereiken. In Israël ben je natuurlijk toch nog een beetje in de provincie. En dat zie ik ook niet zo gauw veranderen.
Ik heb een tijdlang gedacht: assimilatie is het enige, dat moet er maar van komen en daar is na die vreselijke, afschuwelijke aderlating van vóór 1945 de wereld gereed voor. Ik ben blij dat ik niet - of blij - ik heb dat in ieder geval niet vol gehouden, want het bleek niet waar te zijn.
Zou dat ook niet een capitulatie betekenen?
Ja, maar het is ook niet zo dat de joden totaal assimileerbaar zijn, dat blijkt steeds van niet. Aangezien je toch in de wereld moet leven, want er is geen andere wereld, dan moet je maar iets doen. Dan maar niet langs de kant van de weg sluipen zoals joden vroeger deden, dicht langs de muur van de huizen sluipen omdat je aangevallen kon worden van alle kanten.
De tekst van dit interview is gebaseerd op een vriendschappelijk gesprek en nadien niet door Renate Rubinstein geautoriseerd.