zeggen, maar niet in de richting van de joodse identiteit. Het had wel veel te maken met eenzaamheid.
Ik was blij dat ik weer terug was. Ik ben lid geworden van PC, voor de redactie gevraagd, na een artikel dat ik naar ze had toegestuurd. Dat heette ‘Het zionisme en de nieuwe onvrijheid’ en dat was een aanval op dat naar mijn gevoel racistische denken van joden en niet-joden en half-joden en kwart-joden en de betrouwbaarheid van mensen die jood waren en toch getrouwd met iemand die niet joods was. Dat leerde ik allemaal kennen bij het NIW en dat maakte mij buitengewoon achterdochtig.
Toen ik in Jeruzalem woonde, hield ik me met het Arabischeprobleem überhaupt niet bezig. Niemand hield zich daar mee bezig, wat achteraf ook heel gek is, want er waren wel een paar Arabische studenten in mijn eerste jaar aan de universiteit. Die trokken alleen met elkaar op, die sprak je nooit, die vroeg je nooit iets, die waren christelijk en ik was jong en vroeg me niks af, een paar dingen, maar niet deze.
Ik had toen een reuze hekel aan elke vorm van nationalisme, dat was uit den boze en belachelijk ouderwets, en zo heb ik er ook over geschreven.
Dat hele joods voelen, voor zover ik dat doe, want ik neem dat met een korreltje zout, dat heeft àlles te maken met de oorlog en met mijn vader. Ik denk dat ik mij niet zo zou verdiepen in de jodenvervolging en de concentratiekampen als mijn vader niet in Auschwitz was omgekomen. Het staat mij vreselijk nabij. Daardoor ontwikkelt zich ook een verschil tussen mijn houding als ik in Israël ben, me erg met Israël heb beziggehouden en mijn houding als ik dat niet doe.
Dat is me opgevallen door het herlezen van de stukken die ik erover geschreven heb, de stukken van de laatste vijftien jaar. Het is heel duidelijk: als ik in Israël ben, of als ik er pas geweest ben, dan heb ik te maken met het Israël dat sterk staat, dat de Palestijnen binnen zijn eigen grenzen heeft onderworpen en hun gebied heeft bezet, voor zover dat terecht is om over hun gebied ts spreken, dat hun bestaan ontkent door überhaupt alleen maar het woord ‘Arabs’ te gebruiken in plaats van ‘Palestinians’.
Maar als ik een tijdlang weg ben, als ik niet in Israël ben maar in Nederlnad, dan verandert je perspectief. Ten eerste blijk ik me in toenemende mate bezig te houden met de positie van joden in de wereld en hun totale machteloosheid in de oorlog. Daardoor verandert ook je perspectief op Israël en zie je de joden in hun betrekkelijke en zeer kwetsbare, machteloze positie in de wereld. Dan ga je helemaal achter de joodse staat staan.
Je blijft onthouden natuurlijk dat je er veel kritiek op had en hebt, maar het verdwijnt bij het perspectief van het verleden en ook van het heden, want joden zijn natuurlijk machteloos.
D'r was een hele tijd voor mij kritiek op Israël, beter gezegd niet op Israël, maar op het zionisme.
Toch vind ik het een groot geluk dat er zoiets als een joodse staat bestaat. Wat moesten mensen nou na zo'n ongehoorde ervaring, na zo'n vreselijk op de proef stellen van de solidariteit van de wereld, die betrekkelijk nihil was? Hoe meer dat duidelijk wordt, des te meer ik vind dat mensen als Begin en ook de meer socialistische journalisten groot gelijk hebben gehad. De wereld heeft zich niet zo veranderd als ik dat gewild had. Als Israël niet voor zichzelf opkomt, zal niemand anders het doen. Het is me echt onmogelijk om niet te waarderen dat er een joodse staat bestaat, die de hele beeldvorming van hoe joden eigenlijk zijn en wat ze eigenlijk zijn, veranderd heeft. Er moest een toevluchtsoord zijn, er moest een staat zijn die voor joden opkomt wanneer ze ergens geselecteerd en vernederd worden, zoals in Entebbe het geval was. Toen was ik, maar ik niet alleen hoor, ook niet-joodse vrienden van mij, echt ontzettend trots op Israël dat het dat klaarspeelde, dat het iets deed tegen die afschuwelijk traumatische selectie van joodse passagiers en niet-joodse passagiers. Bovendien waren er ook Duitsers onder die terroristen, dat speelde dus allemaal een rol, en dan met ik dat ik:
a) niet in staat ben om helemaal rechtvaardig te zijn, en b) toch ook altijd aan de kant van Israël wil staan.
En dat vind je niet helemaal rechtvaardig?
Dat is niet helemaal rechtvaardig als je rechtvaardigheid voorstelt als iets dat uitgeoefend wordt door God, iemand die in alle opzichten boven de partijen staat. Je weet dat dit niet rechtvaardig is, want de Palestijnen denken er anders over en ze hebben daar groot gelijk in.
Maar heb je dat niet bij elk conflict?
Veel minder. Met dit conflict heb ik het veel sterker. Nou, noem eens een conflict waarbij je dat ook zou moeten. Russen en Amerikanen? Nee, ik sta helemaal aan de kant van de Amerikanen...
Iran-Irak?
Iran-Irak? Ik heb daarover überhaupt geen mening. De laatste twee jaar begin ik te denken dat Iran nog erger is dan Irak, maar ik vond Iran ook behoorlijk erg. Daar heb ik een houding tegenover gehad die tot voor kort algemeen was, zo van: laat ze elkaar maar afmaken, want ze zijn allebei verschrikkelijk. Dat is veranderd. De wereld kan op den duur niet toestaan dat er daar zo'n oorlog woedt en wil die hele oorlog opheffen. Een jaar geleden was het nog laat ze elkaar maar verzwakken, het is hùn oorlog en we hebben er niets mee te maken. Maar je ziet op het ogenblik hoe die oorlog zich uitbreidt en een gevaar vormt voor de hele wereld.
Het verdrijven van de sjah en het aan de macht komen van de fundamentalistische dictatuur, dat heb ik gek genoeg van begin af aan gezien, ik dacht: dat is een gevaar voor Israël en daardoor een gevaar voor de hele wereld.
Is dat niet een vreemde houding: ik sta aan de kant van Israël, maar de Palestijnen hebben ook gelijk?
Ja, ik vind het wel een vreemde houding. Waarom kies je überhaupt partij, daar komt het op neer.